

Het is donker in de Jeruzalemkerk. Uitgerekend vanmiddag wordt onderhoud aan het energienet gepleegd. Het donkerhouten interieur met een golvende lambrisering zuigt het licht op. Lastig voor de fotograaf. Maar zelfs in het schemerdonker is het gebouw uit 1929 imposant.
De Jeruzalemkerk in Amsterdam-West is de eerste halte van de tournee die Ensemble Lumaka komende maanden maakt langs monumenten van de Amsterdamse School. Monumenten 1920 heet het project. Het is bedacht door twee oprichters van het ensemble, harpiste Miriam Overlach en fluitiste Jana Machalett. Na een succesvolle pilot in Museum Het Schip vorig jaar is nu een rondgang langs acht monumenten gepland, met een extra concert in het Stedelijk Museum, in het kader van de expositie Wonen in de Amsterdamse School.
Overlach en Machalett waren al langer geïnteresseerd in de tijdsgeest en het aangezicht van Amsterdam in de roerige jaren twintig, de periode waaruit het kernrepertoire van Lumaka stamt. Daarom bedachten ze een format dat deels locatietheater is, deels rondleiding en deels concert. „Wij willen mensen anders laten kijken naar gebouwen die gezichtsbepalend zijn voor Amsterdam”, vertelt Overlach (1980) in de Jeruzalemkerk. „En we willen ze anders laten luisteren naar muziek die weliswaar 90 jaar oud is, maar toch nog steeds modern en uitdagend.”
Muziek uit de jaren 20 balanceert op het randje
Wat is zo aantrekkelijk aan muziek uit de jaren twintig? „Dat ze een beetje op het randje balanceert”, zegt Overlach. „Ze staat nog met één been in de Romantiek, maar blikt toch ook nieuwsgierig naar de toekomst. „Neem Concert van Georges Migot. Dat is echt een heel gek stuk – je hoort oosterse invloeden, rare harmonieën… Van Migot zei men dat hij niet tot de Groupe des Six - de beroemde groep Franse componisten - behoorde, maar tot de Groupe de Un.”
De jaren twintig waren in de Nederlandse bouwkunst de bloeitijd van de Amsterdamse School. De Jeruzalemkerk is daar een goed voorbeeld van, met zijn hoekige, volmaakt symmetrische gevel van rode baksteen, die naadloos geïntegreerd is in de kop van een huizenblok.
In het schemerige kerkschip licht architectuurhistoricus Coert Krabbe het ontstaan van de omliggende wijk Plan West toe: „Bouwplannen moesten indertijd worden voorgelegd aan de Schoonheidscommissie, waarin allemaal Amsterdamse School-architecten zetelden. Architecten van het Nieuwe Bouwen, zoals Duiker en Rietveld, kregen daarom hier geen voet aan de grond. Zij wilden ontwerpen vanuit de plattegrond. De Amsterdamse School ontwierp juist vanuit de vorm en de voorgevel – de achterkant zag je toch niet, en die was vaak opvallend simpel. Het heeft een heel harmonisch stadsbeeld opgeleverd.”
Kenmerkend voor de Amsterdamse School zijn de expressieve vormen en het gebruik van baksteen, ook in de gevelornamentatie. Maar het ging de Amsterdamse School-architecten niet alléén om schoonheid. De bouwers werden ook gedreven door verheffingsidealen. Een betere leefomgeving, was de gedachte, zou tot betere mensen leiden.
Visionair plan
Voor Monumenten 1920 heeft Ensemble Lumaka acht muzikale programma’s gemaakt die specifiek aansluiten bij het gebouw waarin ze tot klinken komen. Overlach: „Bij het samenstellen hebben we ons steeds laten inspireren door de geschiedenis van het gebouw of door een thema dat er sterk mee verbonden is. In het geval van de Jeruzalemkerk is dat het ontstaan van Plan West, de wijk rondom het Mercatorplein. De titel is Uit het niets. Met onder meer originele krantencitaten uit die tijd schetsen we hoe op de plek van drassige weilanden en slootjes via een visionair plan een hele nieuwe wijk ontstond.”
Diezelfde ontwikkeling toont de muzikale component van het programma. Het eerste stuk, gespeeld vanaf het orgelbalkon, is de etherische fluitsolo Syrinx van Debussy, die als een stem uit de verte komt en de leegte symboliseert. Daarna loopt het programma, via onder meer het ‘gekke stuk’ van Migot, uit op de grootstedelijke Belg Joseph Jongen. Acteur Florian de Backere vertelt tussendoor over het ontstaan van de buurt. Omdat in de Jeruzalemkerk vrij veel bezoekers verwacht worden, zullen de musici zich hier bij wijze van uitzondering om het publiek heen bewegen.
De stroom ligt er ondertussen nog altijd uit. De metalen lampen, ontworpen door architect Ferdinand B. Jantzen zelf, hangen werkeloos in het hoge schip. Maar dan breekt op de valreep de zon door de felgekleurde glas-in-loodramen en staat de Jeruzalemkerk in lichterlaaie. Prettig voor de fotograaf. Maar ook het lekenhart maakt een sprongetje.