Een op de negen technische arbeidsplekken wordt bezet door een vrouw. Ook het aantal ICT-ers volgt die verhouding. En een op de tien leraren in Natuurkunde en Techniek is een vrouw. Hoe worden dat er meer? Drie mogelijke strategieën:
1. Met topmodellen en mode
In de cursus Coderen met Karlie krijgen meisjes tussen de 13 en 18 jaar les van topmodel Karlie Kloss. Volgens het tijdschrift Vogue brengt deze cursus “vrouwen in contact met de technologie van de 21ste eeuw.” Google-initiatief Made with Code probeert jongere meisjes aan te spreken met mogelijkheden tot het ontwerpen van jurken en hartjes. En de BBC-miniserie Girls Can Code wil jonge vrouwen met een soort Beauty & The Nerd-concept omtoveren in hippe jonge programmeurs die een start-up kunnen beginnen.
Janneke Niessen is een van de initiatiefnemers van het kinderboek Project Prep, waarvan meer dan 35.000 exemplaren zijn verkocht. Het boek wil meisjes de mogelijkheden van technologie laten zien aan de hand van de 13-jarige Isabel die een mode-app gaat ontwikkelen. Volgens Niessen is er voor het mode-thema gekozen om in de belevingswereld van jonge meisjes te stappen:
”Mode is nou eenmaal een onderwerp dat veel meisjes leuk vinden. Als je laat zien dat daarbinnen technologie ook een grote rol speelt, dan maken ze wel de klik dat het voor hen ook belangrijk is, en dan passen ze daar hun wereld op aan.”
2. Door stereotypen juist te ontwijken
Zowie Langdon, organisator van programmeercursus Django Girls in Amsterdam, geeft cursussen aan zowel jonge meisjes als vrouwen. Hij vindt het onnodig om stereotyperingen te gebruiken om vrouwen te enthousiasmeren:
“Wij spelen juist in op de nieuwsgierigheid en de zelfontplooiing van vrouwen door hen uit te leggen hoe producten in hun dagelijks leven werken, zoals hun iPhone en computer.”
Cocky Booij zet zich als directeur van landelijk onderzoeksbureau VHTO in voor meer participatie van meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT. Zij vindt het initiatief van Niessen om meisjes de lol van het programmeren te laten zien “fantastisch”, maar denkt dat het kinderboek niet de breedte aan mogelijkheden van programmeren liet zien. Booij:
“Voor meisjes is het goed IT ook vrolijk en ‘meisjesachtig’ in beeld te brengen, maar we moeten als het gaat om vrouwen en oudere meisjes oppassen voor pink it shrink it.“
De pink it shrink it-strategie waar Booij het over heeft doelt op de neiging van producenten om vrouwenproducten een roze kleur te geven en kleiner te maken. Een aanpak die regelmatig onder kritiek komt te staan.
3. Of ergens tussenin?
Eelco Wierda houdt zich namens Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, bezig met de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de IT-sector. Volgens hem is de huidige indeling van ICT en programmering bijna volledig gericht op mannen en niet aantrekkelijk voor vrouwen:
“Als programmeur heb je lange werkweken en moet je goed in logica zijn.”
Hij vindt dat er veel meer nadruk moet worden gelegd op de mogelijkheden tot creativiteit en design die ICT-opleidingen bieden. Dat stereotyperingen als middel worden gebruikt om vrouwen te enthousiasmeren neemt hij voor lief:
“In dat geval heiligt het doel de middelen. Op dit gebied is er zo’n grote achterstand van vrouwen dat je maar moet beginnen met wat aanspreekt.”