Nee-stemmers over het succes

De tegenstem Niet alleen boze witte mannen, maar ook linkse rakkers of christenen: nee-stemmers vormen een bont gezelschap. Over het anti-elitereferendum dat de domheid van de politieke elite blootlegt.

De gangbare theorie onder politicologen en kiezersonderzoekers is dat vooral lageropgeleiden tegenstander zijn van een groot, vrij en verenigd Europa. Zij hebben elf jaar geleden in meerderheid tegen de Europese Grondwet gestemd, en zij hebben woensdag opnieuw hun afkeer kenbaar gemaakt door zich in het referendum uit te spreken tegen een associatieverdrag met Oekraïne. „Je ziet bij referenda als deze de zogenoemde diplomademocratie in de praktijk”, zegt Peter Kanne, verkiezingsonderzoeker bij bureau I&O Research. Peilingen van vlak voor het referendum wijzen uit dat van de hogeropgeleiden ongeveer tweederde vóór het associatieverdrag heeft gestemd en dat van de lageropgeleiden ongeveer tweederde juist tegen heeft gestemd. „Je zou het kunnen zien als een soort klassenstrijd.”

De hogeropgeleiden werken vaak bij multinationals, zijn internationaal ingesteld, hebben een hoger inkomen en zijn optimistisch over economische groei door handel met landen als Oekraïne. De lageropgeleiden zien dat belang niet; zij hebben het zelf al moeilijk genoeg en zijn bang dat straks veel inwoners van Oekraïne „onze banen gaan inpikken”. Wantrouwend zijn ze. „En daar hebben ze genoeg reden toe”, zegt Kanne. Politici hebben al vaak beloftes gedaan die ze niet zijn nagekomen, zoals premier Rutte ooit in een verkiezingsdebat beloofde de euro niet te redden. Kanne: „Het is begrijpelijk om als de nood hoog is de euro te redden. Wat ik niet begrijp is dat politici daarover beloftes doen die ze niet kunnen waarmaken. Daardoor hebben politici deze uitslag over zich afgeroepen. Dit was een anti-elitereferendum.”

Hogeropgeleiden

Toch zijn er onder de ‘nee’ stemmers ook behoorlijke hoeveelheden hogeropgeleiden, althans mensen die zichzelf tot de hogere middenklasse rekenen of die een hoog inkomen hebben, en die uitkomen voor hun afwijzing van het Oekraïneverdrag. Politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit Amsterdam spreekt van honderdduizenden „gepassioneerde intellectuelen” die zich wel aangetrokken voelen tot „een doorwrocht anti-EU verhaal omdat velen van hen nationalistisch zijn en tegen verdere overdracht van soevereiniteit”. Ook zijn er „linkse rakkers” die zich bij de SP verzamelen als tegenstanders van de vrijemarkteconomie; en „strenge protestantse broeders”; jonge christenen die Nederland nog altijd zien als een „geroepen natie” en die „niets met het paapse Europa te maken willen hebben”. En dan zijn er natuurlijk de „oude, boze, blanke mannen” die hun ‘nee’-stem hebben uitgebracht als een „reaguursel” op websites als Geen Stijl en die 50Plus stemmen. Die willen „even lekker een tik uitdelen aan de politieke elite”. Anderzijds zijn veel hogeropgeleiden strategisch niet gaan stemmen, toen zij ontdekten dat de opkomstdrempel wellicht niet zou worden gehaald. „Zij dachten: waarom zou ik moeten meedoen aan dat verzinseltje van die idioten, ze bekijken het maar met hun referendum.” Volgens Krouwel halen referenda als dit „het slechtste in de mens naar boven”, worden tegenstellingen onnodig verscherpt, en heeft de uitslag Nederland een „blamage” in Europa bezorgd. Krouwel: „Dit referendum is democratisch gif. De les is dat we nooit meer referenda moeten houden. Een partij als D66 moet erkennen dat het referendum geen kroonjuweel is maar een lelijke ring die je het beste heel diep in een la kunt opbergen.”

Referenda halen het slechtste in de mens naar boven

Prominente nee-stemmers zien het anders. Trendwatcher Adjiedj Bakas rekent zichzelf tot de „hoog opgeleide NRC-lezers” en heeft overtuigd ‘nee’ gestemd. Net als vele anderen in zijn omgeving. „Er wordt een beeld geschetst dat nee-stemmers vooral tokkies en getatoeëerde Poetin lovers zijn. Nou, ik sprak gisteren nog een aantal mensen die allemaal ‘nee’ hebben gestemd. Omdat ze weten dat er in Oekraïne geen geld te verdienen valt en dat ze Rusland nodig hebben.” Gelijk hebben ze, volgens Bakas. „Ik ben in Cuba geweest. Daar heb ik gezien welke fout Rusland ooit heeft gemaakt door in de achtertuin van de Verenigde Staten raketten op te stellen. Dat gebeurt nu bij Rusland. Hoe kun je denken dat je de Russische beer kunt pesten zonder dat hij gaat grommen? Geen enkele supermacht accepteert gerommel in z’n achtertuin.” Volgens Bakas is de politieke elite „dom” en negeert zij duidelijke signalen dat in Oekraïne de rijken alleen maar rijker worden, en dat met dit verdrag de corruptie echt niet ineens verdwijnt. Iets wat het volk wél begrijpt. Bakas: „De politieke elite doet niet meer wat het volk wil. De massa wordt wakker. Als de politieke elite niet met de massa mee beweegt, dan wordt de elite weggevaagd.” Ook journalist en presentator Jort Kelder heeft tegen het verdrag gestemd. „Met pijn in het hart”, dat wel. „Ik voel me bezwaard, want veel jonge Oekraïners hopen op onze hulp.” Maar de feiten liegen niet. En die zijn dat Europa het zich financieel niet kan veroorloven een land als Oekraïne met een „vermolmde economie” te steunen. „Dat is een onverantwoordelijk besluit. Dit soort Europese besluiten konden de politici in de jaren negentig nog nemen. Nu niet meer.” Dat veel ja-stemmers niet op de hoogte zijn van de „financiële ellende”, noemt Kelder „schokkend en treurig”. Ook omroepbaas Jan Slagter van Omroep Max stemde tegen en spreekt van „een pokkenverdrag”. Slagter: „Ik ben vaak in Oekraïne geweest. De mensen wonen daar in tochtige krotten. Wat hebben die arme mensen aan dit verdrag? Ze worden er geen cent wijzer van. Oekraïne is een corrupt land waar de rijken alleen maar rijker worden, en het geld van Europa in hun eigen zak steken. Laten we met een ander verdrag de armen zélf helpen, zoals ontwikkelingssamenwerking.”

Kortom, het referendum was volgens de nee-stemmers best geslaagd. Trendwatcher Adjiedj Bakas: „We zouden het vaker moeten doen. Referenda hoeven niet ingewikkeld en duur te zijn. Maak gebruik van de smartphone.” Hij waarschuwt wel dat de politiek de uitslag moet „respecteren” en in Brussel moet strijden tegen het associatieverdrag. „Anders slaat de vlam in de pan.” En als het gevecht daar niet te winnen valt, omdat de andere landen het verdrag wél goedkeuren, dan zou je volgens Bakas een beperkt lidmaatschap van de EU kunnen overwegen. „Ongeveer zoals de Denen. Denen en Nederlanders lijken op elkaar. Ik hou van Denen.”