Toch maar niet, die bibliotheken dicht

Overal sloten de afgelopen jaren bibliotheken, zeker in Rotterdam. De directeur vindt het genoeg. Hij heeft een beter plan.

De hoofdvestiging van bibliotheek Rotterdam nabij station Blaak.
De hoofdvestiging van bibliotheek Rotterdam nabij station Blaak. Foto Peter Hilz

De Bibliotheek Rotterdam gaat het helemaal anders doen. Het al in gang gezette plan om van 26 vestigingen terug te gaan naar zes, wordt niet verder uitgevoerd. In plaats daarvan komt er een netwerk van grote en kleine vestigingen en servicepunten, afhankelijk van de behoeftes in de wijken.

Overal in Nederland gingen de afgelopen jaren wegens gemeentelijke bezuinigingen bibliotheken dicht. Waren er in 2012 nog 1.073 ‘volwaardige’ vestigingen (minimaal 15 uur per week open), in 2015 waren dat er 802. Veel vestigingen werden ‘servicepunten’, met beperkte dienstverlening en kortere openingstijden.

In Amsterdam, Den Haag en Utrecht werden ook bibliotheekvestigingen gesloten, maar niet zoveel als in Rotterdam. Daar moest de gemeente fors bezuinigen en zijn sinds 2011 elf filialen opgeheven. Er zijn nu vijftien vestigingen over en in 2020 hadden het er nog zes moeten zijn: de centrale bibliotheek en vijf grote filialen in wijken met veel sociale problematiek, zoals Hoogvliet, IJsselmonde en Delfshaven.

Theo Kemperman, die vorig jaar aantrad als bibliotheekdirecteur, maakt nu pas op de plaats. „Ik kwam tot de conclusie dat het plan van toen niet meer aansluit bij de behoeftes van de stad en de veranderde rol van bibliotheken. Mensen komen niet meer alleen om boeken te lenen. Het is meer en meer een ontmoetingsplek geworden en een plek waar mensen op allerlei manieren informatie tot zich nemen, digitaal en op papier.”

Dat betekent niet dat Rotterdam terugkeert naar de situatie met 26 volwaardige vestigingen die allemaal dezelfde diensten aanbieden, zegt Kemperman. Dat is financieel niet haalbaar. „Een netwerk dat de stad zoveel mogelijk bestrijkt kunnen we alleen realiseren als we slim samenwerken met andere organisaties waarmee we ruimtes gaan delen.”

Kemperman wil naar negen volwaardige vestigingen en vijftien kleinere servicepunten in bijvoorbeeld buurthuizen, welzijnsinstellingen, bedrijven en openbaarvervoerknooppunten, zoals het Centraal Station. Bij zo’n servicepunt kunnen boeken worden opgehaald en ingeleverd die online zijn besteld. Er kunnen ook studie- en leesplekken zijn, cursus- en tentoonstellingsruimte, een compacte boekencollectie en andere faciliteiten die in die specifieke wijk wenselijk zijn. „In wijken waar de bevolking laaggeletterd is, geen Nederlands spreekt of niet goed kan omgaan met computers, bieden wij ook taal- en computercursussen aan, soms gratis.”

Amsterdam, Den Haag en Utrecht hebben al langer één centrale bibliotheek met filialen in de wijken. Deze steden hebben nu respectievelijk 26, 18 en 13 vestigingen. Directeur Ton van Vlimmeren van de Utrechtse bibliotheek kwam vorige maand naar de Rotterdamse gemeenteraad om zijn visie te geven op de plannen van Kemperman. Van Vlimmeren noemde het Rotterdamse besluit uit 2011 om de bibliotheek in te krimpen tot zes vestigingen een „historische vergissing” en sprak zijn waardering uit voor het nieuwe plan.

De Rotterdamse gemeenteraad vergadert donderdag over de plannen, die worden gesteund door wethouder Pex Langenberg (cultuur, D66). De verwachting is dat een meerderheid van de fracties ermee instemt. De bibliotheek krijgt er overigens geen geld bij. Ze zal het gewoon moeten blijven doen met de 18,9 miljoen euro gemeentesubsidie per jaar en de eigen inkomsten uit abonnementen, fondsenwerving en sponsoring.

De afgelopen maanden discussieerde de raad wel over de deelname van de bibliotheek aan Hart van Zuid, een nieuwbouwproject waar ook Theater Zuidplein naartoe verhuist. De bibliotheek zou daar 2.000 vierkante meter gaan huren, maar Kemperman wil dat terugbrengen tot een kwart. Met het geld dat de bibliotheek daardoor bespaart, kunnen elders in de stad twee tot drie vestigingen of zes tot negen servicepunten open worden gehouden, rekende hij de gemeenteraad voor. Na flink wat discussie lijken de partijen akkoord te gaan.