In de week dat online kranten- en tijdschriftenkiosk Myjour aankondigt te stoppen, zit Alexander Klöpping op 8th Avenue aan tafel bij The New York Times om te praten over uitbreiding van Blendle. Myjour ging een half jaar eerder van start dan Blendle, in oktober 2013. Vandaag gaat de site offline.
Vijf lessen die we volgens deskundigen hieruit kunnen trekken:
1. Regel geld
“Investeerders zijn van levensbelang, meer nog dan de gebruikers”, zegt Piet Bakker, lector Crossmedia & Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. “Je moet hele diepe zakken hebben om je platform te blijven doorontwikkelen. Eigenlijk redt Blendle het ook niet. Het schrijft nog altijd geen zwarte cijfers.”
Maar Blendle wist in 2014 een deal te sluiten met de Duitse uitgeverij Axel Springer en The New York Times Company, die samen drie miljoen euro investeerden in ruil voor 23 procent van de aandelen. Bakker: “Wat wil je nog meer? Dat hebben ze erg slim gedaan.”
2. Breid uit
Blendle mag dan snel groeien, de gemiddelde opbrengst per gebruiker is laag. Met de kleine Nederlandse afzetmarkt gaat het niet lukken om winst te maken. Daarom is (een succesvolle) uitbreiding naar de VS en Duitsland noodzakelijk.
Myjour hoopte op 100.000 gebruikers in 2014. Maar de start-up moest het uiteindelijk doen met 40.000, waarvan 2.000 betalende klanten. Blendle heeft inmiddels 100.000 tot 150.000 actieve gebruikers en een omzet tussen de 5 en 10 miljoen euro.
“Onze omzetcijfers staan in schril contrast met deze, áls ze kloppen”, zegt Jan Verheul, mede-oprichter van Myjour. Hij wil alleen kwijt dat het geen “miljoenen waren en ook geen tonnen”.
Klöpping vorige week bij CNBC over de lancering van Blendle in de VS:
3. Kies het beste verdienmodel
Maar of Blendle over vijf jaar nog bestaat is nog maar de vraag, zegt Erik van Heeswijk. Hij is oud-hoofdredacteur van VPRO Digitaal en nu directeur van start-up CleverLions, dat adviseert in digitale contentstrategie. “Alleen met gebruikers die per artikel betalen ga je het niet redden”, aldus Van Heeswijk. “Je moet naar een abonneemodel à la Spotify en Netflix.” Dat heeft Blendle ook begrepen. Deze maand kondigde de kiosk abonnementen aan.
Het all you can eat-model is het allerbeste verdienmodel, vindt ook Verheul. Hij had het al willen invoeren in 2013. “Maar uitgevers waren pertinent tegen. Misschien had ik mijn poot stijf moeten houden.”
4. Fiks een Klöpping
Al meteen in het begin ging het volgens Verheul “volledig mis”. Toen Myjour live ging in het najaar van 2013, zat niet hij aan tafel bij De Wereld Draait Door, maar Alexander Klöpping. ”Hij mocht vertellen dat hij over een half jaar misschien met Blendle zou komen.” Verheul wil er niet zuur over doen, maar terugkijkend ziet hij het als een van de redenen waarom Myjour niet is gelukt. “We hadden al snel tweehonderd titels, maar niemand kende ons.”
“Dat is het ‘Alexander-Klöpping-effect’”, zegt Van Heeswijk. “Het idee voor Blendle was er al langer, maar pas met Klöpping kwam het van de grond. Je moet een stevig merk bouwen en toegang hebben tot de DWDD-tafel. Blendle begrijpt dat. Een mooi logo, goed design, hippe naam. Investeren in Klöpping is sexier dan in Myjour.”
5. Maak jezelf onmisbaar
Als onlinekiosk ben je afhankelijk van uitgevers en mediabedrijven. Van Heeswijk:
“Je leveranciers zijn je concurrent. Zolang je ze allemaal in je mandje hebt, dan ben je de koning te rijk. Maar zodra grote uitgevers zelf een appje gaan bouwen en hun materiaal terugtrekken, dan wordt het meteen lastig. Zoals Taylor Swift die haar muziek van Spotify haalde.”
De merknaam Myjour zullen we niet meer terugzien, maar de techniek erachter misschien wel. Omdat veel uitgevers niet volledig afhankelijk willen zijn van Blendle, is er interesse in zijn platform, vertelt Verheul. Hij praat momenteel met enkele grote uitgevers. Met wie wil hij niet zeggen, maar hij hoeft er niet voor naar 8th Avenue.