Op 9/11 was ik in Londen. Ik kon niet naar huis bellen, alle lijnen plat. In dat pre-smartphone-tijdperk kon je de ontwikkelingen moeilijk volgen, tenzij je een tv in je buurt had. Hoewel ik afgesneden was, had ik toch het gevoel omringd te zijn door vrienden. Telkens als ze mijn Amerikaans accent hoorden, informeerden verkoopsters en taxichauffeurs naar mijn ouders. Of ik ze nog gesproken had? Of ze iets voor me konden doen?
Diezelfde avond sprak de Duitse bondskanselier van een ‘oorlog tegen de hele beschaafde wereld’. Op een vergadering in Brussel riepen NAVO-ambassadeurs eensgezind Artikel 5 in: een aanval tegen één lidstaat is een aanval tegen alle.
Dinsdag was ik opnieuw in Londen. Ik zag hoe een nieuwe generatie moslimterroristen een reeks gecoördineerde aanvallen uitvoerde, in Brussel, de hoofdstad van België en de EU, tevens NAVO-hoofdkwartier. Deze keer was het onmogelijk het nieuws niet te volgen. Ook aan alle reacties konden we niet ontsnappen. Ze kwamen een stuk sneller. Sommige van die reacties deden denken aan 2001. Bij de ambtswoning van de Britse premier werd de Belgische vlag gehesen. Ook de presidenten van de VS en Frankrijk spraken onmiddellijk hun steun uit.
Tegelijk is er in die reacties een andere toon geslopen, een die er in 2001 nog niet was en zelfs nauwelijks merkbaar was na de aanvallen in Parijs, enkele maanden geleden.
In plaats van op te roepen tot solidariteit tegen gezamenlijke dreiging, verklaarde de anti-Europese UKIP dat de open grenzen van Europa ‘een bedreiging zijn voor onze veiligheid’. Een columnist van The Daily Telegraph noemde Brussel de ‘jihadhoofdstad van Europa’.
Ondertussen buitelden Amerikaanse media over elkaar in pogingen een citaat te ontlokken aan Trump. Die had net in The Washington Post gezegd dat hij het nut niet inzag van de NAVO, die ‘ons een fortuin kost’. De Republikeinse presidentskandidaat verklaarde dat ‘we heel voorzichtig en zeer waakzaam moeten zijn over wie we in dit land binnenlaten’.
Bron: Statista
Aan beide zijden van de oceaan is het isolationisme deel gaan uitmaken van het politieke discours. Het wordt dan wel op verschillende plekken op verschillende manieren verwoord, maar het onlogische idee dat ‘mijn land veiliger is’ als het zich terugtrekt uit allianties wint veld.
Het maakt volgens dat idee niet uit dat het VK via EU-instellingen voortdurend inlichtingen deelt. Het maakt niet uit dat de VS samenwerken met NAVO-bondgenoten om aanslagen af te wenden, dat we daarvoor zowel veiligheid als economische voordelen terugkrijgen. Het maakt niet uit dat je bedreigingen nauwelijks kunt tegenhouden met grenscontroles.
Elke recente aanslag op Britse bodem werd trouwens gepleegd door Britse (of Ierse) burgers, niet door buitenlanders. De kleingeestige, kortzichtige isolationisten negeren alle rede en logica en stellen er paniek en angst voor in de plaats.
Uiteraard zijn er oorzaken voor deze omslag. Merkels beslissing om Syrische migranten ‘uit te nodigen’, viel slecht. Beelden van vluchtelingenkampen joegen schrik aan. Maar dat is geen excuus voor dom isolationisme. De enige manier om jihadisme te bestrijden, is via militaire, economische en politieke bondgenootschappen. De enige manier om ervoor te zorgen dat ook wij internationale steun krijgen als een tragedie ons treft, is om nu zelf een getroffen vriend te steunen.
Anne Applebaum is columnist van The Washington Post. Een langere versie van dit artikel verscheen eerder op Slate.com en in De Standaard.