Dinsdagmiddag. Op station Rotterdam staan twee jongens bepakt en bezakt met tassen vol paraplu’s, kartonnen billboards en dies meer zij. Promotiemateriaal. De trein vertrekt, ik speel een spelletje op mijn telefoon.
In Dordrecht staan we stil, te lang stil. Uiteindelijk wordt omgeroepen dat dit op last van de politie is. Ik denk aan de reeds aangekondigde controles op Breda. Totdat er twee agenten in vol ornaat (kogelvrij vest, bewapend) de trein in stappen en halthouden bij de jongens met het promotiemateriaal. Hen wordt gevraagd het materiaal te tonen. De ogen van de omringende mensen zijn op hen gericht.
Ik zie een van hen hannesen met het grote pakket waar een poster in zit. Zo een van stevig karton die je rechtop kunt wegzetten. Ik kan de tekst erop niet lezen. Uiteindelijk verlaten de jongens de trein met al hun zooi en komen er op het perron nog drie agenten bij. De trein vertrekt, ik passeer de jongens en zie een van hen tussen de plastic tasjes, kartonnen pakketten en paraplu’s gelaten voor zich uit kijken. Hij heeft een baard, allebei de jongens hebben een zogenoemd ‘Noord-Afrikaans’ uiterlijk.
Het omroepbericht zegt dat op last van de politie door een melding van derden over personen met verdacht materieel aan boord, deze personen uit de trein zijn verwijderd. Verdacht materieel of verdacht uiterlijk? Ik voel mijn frustratie en roep vertwijfeld naar mijn medepassagiers dat het alleen maar promotiemateriaal was. Ze kijken mij gelaten aan. Iemand naast mij reageert door te zeggen dat er nu eenmaal gecontroleerd moet worden, want als dat niet gebeurt het ook niet goed is.
Ik kijk haar aan en voel alle energie uit mij wegvloeien en de tranen achter mijn ogen branden terwijl ik mij afvraag hoe vaak zij gecontroleerd is, of op last van de politie door melding van derden uit de trein verwijderd. Maar ik durf dit niet hardop te zeggen.
Waar ik nog het meeste last van heb is de twijfel aan mijn eigen verontwaardiging. Wat als er inderdaad iets in die tasjes zat? Gelijktijdig voel ik de idioterie van deze gedachte en dat maakt mij eigenlijk nog verdrietiger dan ik al was.
De rest van de treinrit zit ik mijn tranen te verbijten en blijf ik de gelaten blik van de jongen op het perron voor mij zien.
Marjolein van Oosterbos is docent en socioloog
Lees ook:
In Brussel vinden we troost in de belangeloze hulp van de ander (Marc Reynebeau)
Isolationisme is een angststoornis, geen logische reactie op Brussel (Anne Applebaum)
Brussel, de perfecte biotoop voor religieuze fanatici (Luckas Vander Taelen)
Doorgaan met onze manier van leven is enig juiste antwoord (commentaar NRC)
'Het land lockdown, het hoofd ook' - Belgische kranten in rouw