Als een politiechef het veld moet ruimen na een internationaal schandaal, wordt elke stap van zijn opvolger met argusogen gevolgd. Jürgen Mathies, sinds 20 januari opvolger van de afgezette Wolfgang Albers in Keulen, ligt daar niet wakker van. De ervaren politieman – hij zit sinds 1977 in het vak – leidt in relatieve stilte het onderzoek naar de massa-aanranding in de omgeving van het centraal station van Keulen tijdens de nieuwjaarsnacht, die wereldwijd voor ophef zorgde.
Mathies (55) is open waar het de ontwikkelingen in het politieonderzoek betreft, maar laat zich niet graag uit over de fouten van zijn voorganger. „Een onderzoekscommissie van het parlement van Noordrijn-Westfalen moet de vraag beantwoorden wat de politie tijdens de jaarwisseling beter had kunnen doen. Het lijkt mij verstandig dat ik mij daar als politiechef niet in meng.”
De gebeurtenissen liggen ruim twee maanden achter ons. Welke feiten liggen op tafel?
„Er zijn bijna elfhonderd aangiftes gedaan. Daaronder zitten zeshonderd eigendomsdelicten en 474 seksuele delicten: belediging, aanranding en, in twee gevallen, verkrachting. We hebben 133 mensen in beeld, meer dan ik in het begin voor mogelijk hield. 135 politiebeambten werken dag en nacht aan deze zaak.”
Wat weet u van de achtergrond van de verdachten?
„Veruit het grootste deel komt uit Algerije en Marokko. Verder zit er ook een aantal illegalen tussen.”
Geen vluchtelingen?
„Wij concentreren ons enkel op de verblijfplaats. En dan zien wij dat 68 van de mensen die wij in beeld hebben, asielzoekers in de noodopvang zijn. Maar vluchtelingen? Wie zijn vluchtelingen?”
Bijvoorbeeld die mensen die het afgelopen jaar met de grote stroom naar Duitsland zijn gekomen.
„Dat weet ik niet. Wel weet ik dat er geen Syriërs zitten tussen de mensen die wij in beeld hebben. Sowieso komt slechts een klein deel van de Syrische vluchtelingen in Duitsland in aanraking met de politie. Niet meer dan één procent.”
Ik vraag het omdat in het debat over de massa-aanranding vaak de vinger naar vluchtelingen wordt gewezen.
„Dat heb ik gemerkt en dat vind ik volkomen onterecht.”
Er wordt zelfs gesproken van een nieuwe vorm van terrorisme.
„Bij terrorisme denk ik aan gerichte, geplande aanvallen en sabotage. Op dit moment zie ik geen aanleiding dat woord in de mond te nemen.”
Zegt u daarmee ook: het zal niet snel weer gebeuren?
„Dat hoop ik natuurlijk. We moeten in elk geval duidelijk maken dat dit volstrekt onacceptabel is.”
De emoties rond het vluchtelingenvraagstuk lopen hoog op. Heeft de politie een inschattingsfout gemaakt door niet direct de afkomst van verdachten te melden?
„In Duitsland – en waarschijnlijk ook in uw land – is de politie terughoudend op dit punt. Stigmatisering ligt op de loer. Voor je het weet komt een hele bevolkingsgroep in het verdachtenbankje terecht.
Zo weet ik dat legale Noord-Afrikanen in Duitsland sinds de jaarwisseling erg veel moeite hebben om een woning te vinden. De politie heeft een verantwoordelijkheid voor deze mensen. Dat neemt niet weg dat ik denk dat wij een inschattingsfout hebben gemaakt. De politie had eerder de achtergrond van de verdachten moeten openbaren. Dan was waarschijnlijk ook niet de indruk ontstaan dat het om Syrische vluchtelingen gaat.”
De politie heeft 133 mensen in beeld en er zijn ruim duizend aangiftes gedaan. Dat lijkt niet in verhouding. Verwacht u meer arrestaties?
„Het onderzoek is nog niet afgesloten. Wij hebben 800 uur videomateriaal van mobiele telefoons, videorecorders en bewakingscamera’s. Met behulp van een super recognizer van Scotland Yard zijn we al dat materiaal aan het bestuderen. Gisteren hebben we beelden van zeven mannen onder de media verspreid. Eén van hen heeft zich uit eigen beweging gemeld. Eén is opgepakt nadat hij herkend was.”
U heeft niet overwogen de mannen eerst op te roepen zich te melden alvorens hun beelden te verspreiden?
„Nee. Ik weet dat het een uitzonderlijke maatregel is. Zoiets grijpt diep in in het persoonlijke leven. Maar het gaat dan ook om uitzonderlijke en serieuze vergrijpen.”
Hoe gingen de daders te werk? Ziet u een patroon?
„Veel mensen denken dat het om georganiseerde criminaliteit gaat, maar daar zijn geen aanwijzingen voor. Er was geen sprake van een hiërarchie, met een baas en loopjongens.”
In verschillende Europese steden werden vrouwen op grote schaal aangerand. Op sociale media werd in de laatste dagen van het jaar opgeroepen naar Keulen te komen. Toch zegt u: het was een spontaan verschijnsel?
„Spontaan niet. Wel zeg ik: het was geen criminele organisatie die aan de basis stond. Inderdaad zijn er op de social media oproepen gedaan om naar Keulen te komen ‘voor een groot feest’. Is dat een ‘oproep’? Misschien, maar we kunnen dat niet met zekerheid stellen.”
In Duitse media wordt gesproken van flashmobs: kleine groepjes mannen die vrouwen omsingelden, lastig vielen en daarna weer verdwenen.
„Ik weet niet precies hoe de daders te werk gingen. Daar hebben wij nog geen zicht op.”
Uw voorganger kreeg veel kritiek te verduren. Begrijpt u dat vrouwen zeggen: de politie heeft ons in de kou laten staan?
„Ik laat mij niet uit over mijn voorganger, maar ik wil wel dit zeggen: ik vind het vreselijk wat er is gebeurd. Het heeft mij erg aangegrepen. Sommige vrouwen zijn ernstig getraumatiseerd. Het gaat soms om zware delicten. Daar wil ik niets aan af doen.”
Vrouwengroepen in Duitsland zijn bang dat de daders hun straf ontlopen door mazen in de wet. Verrassingsaanvallen van aanranders worden bijvoorbeeld alleen bestraft als de vrouw terugvecht.
„De seksuele handelingen tijdens de jaarwisseling hebben voor een groot deel in het verborgene plaatsgevonden. Ze zijn meestal niet door camera’s vastgelegd. In de gevallen waarbij verdachten de vrouwen niet hebben betast onder de kleding, wordt het al helemaal moeilijk. Dan zijn er ook geen DNA-sporen aanwijsbaar.”