Senaat goochelt met Mediawet

Zoals het zich nu laat aanzien zal komende dinsdag een krappe meerderheid in de Eerste Kamer voor de nieuwe mediawet van staatssecretaris Dekker (Cultuur, VVD) stemmen. Om dat te bereiken heeft Dekker dermate veel toezeggingen gedaan aan de diverse fracties in de Senaat dat van de wet die de Tweede Kamer in oktober van het afgelopen jaar met ruime meerderheid aanvaardde weinig meer over is. Alleen dit is al een vreemde zaak.

Hoewel het de Eerste Kamer vrij staat over elk wetsvoorstel een geheel eigen, zelfstandig oordeel te vellen, is er de ongeschreven regel dat de niet rechtstreeks gekozen senatoren terughoudendheid betrachten. De klassieke taak van de Eerste Kamer is om wetten die de Tweede Kamer zijn gepasseerd los van de waan van de dag nog eens tegen het licht te houden. Belangrijkste criteria bij die toetsing zijn de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid.

Maar de wijze waarop de Eerste Kamer is ‘losgegaan’ op het wetsvoorstel van Dekker heeft hier niets meer mee te maken. Van enige bescheidenheid was geen sprake. Er werd volop ‘Tweede Kamertje gespeeld’ maar dan wel met de politieke werkelijkheid van de Eerste Kamer. Hierbij beschikt de coalitie niet over een meerderheid en is aangewezen op een deel van de oppositie.

Die oppositie is onder dreiging van verwerping van de wet volop gaan onderhandelen met als uiteindelijk resultaat een negen pagina’s tellende brief van de staatssecretaris boordevol tegemoetkomingen. Het grootste deel van de beloofde aanpassingen is van dien aard dat deze in de vorm van een aangepast wetsvoorstel weer aan de Tweede Kamer moeten worden voorgelegd.

Logisch was geweest dat Dekker in dit stadium zijn wet had aangehouden dan wel ingetrokken om zijn gewijzigde wet eerst weer in de Tweede Kamer te behandelen. Maar er is voor een bizarre constructie gekozen die betekent dat de Eerste Kamer volgende week gaat stemmen over een spookwet. De meerderheid zal instemmen met de nu nog ongewijzigde wet in de wetenschap van de belofte van de staatssecretaris dat deze voor het grootste deel niet zal worden ingevoerd, maar aangepast. Hierdoor kan het beperkte, onomstreden deel van de mediawet dat vooral de positie van de regionale omroepen betreft gewoon worden ingevoerd.

Terecht hebben de staatsrechtgeleerden De Vries en Elzinga in een advies gehakt gemaakt van deze gelegenheidsoplossing waardoor volgens hen constitutionele regels van het tweekamerstelsel onder grote druk komen te staan. Het wetgevingsproces leent zich niet voor politieke trucs. Deze vorm van jongleren met het staatsrecht door de Eerste Kamer is verwerpelijk.