Westerse journalisten en activisten mishandeld bij grens met Tsjetsjenië

Een groep mensenrechtenactivisten en journalisten is woensdag op de grens van de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië in elkaar geslagen door gemaskerde mannen met stokken. Leden van het Comité tegen Marteling, een in Tsjetsjenië gebaseerde mensenrechtenorganisatie, waren met een busje onderweg van de deelrepubliek Ingoesjetië naar Tsjetsjenië. In hun gezelschap bevonden zich journalisten, onder meer van de Noorse krant Ny Tid en de Zweedse radio. Vlak voor de grens, op nog geen vijfhonderd meter van een politiepost, werd het busje klemgereden door auto’s waaruit mannen met bivakmutsen sprongen. De mannen sloegen met stokken op het busje. Daarna werden de inzittenden eruit gesleept en mishandeld. Het busje werd in brand gestoken. De mannen verdwenen in de richting van Tsjetsjenië.

Vier inzittenden, onder wie de Scandinavische journalisten, zijn nog in het ziekenhuis. De autoriteiten stellen een onderzoek in naar ‘hooliganisme’. Het Comité tegen Marteling was vaker doelwit. Enkele maanden geleden werd het kantoor in de hoofdstad Grozny binnengevallen en vernield. Eind februari werden een Finse journaliste en een Russische fotograaf door de politie opgepakt in Grozny. Na ondervraging werden ze weer vrijgelaten.