Roze koeken

In Amsterdam en Utrecht hanteren scholen voor voortgezet onderwijs al jarenlang een snoeihard lotingssysteem, terwijl wij ons als Rotterdamse ouders tot voor kort nergens druk over hoefden te maken. Rotterdamse achtstejaars kwamen tot nu toe bijna altijd terecht op een middelbare school naar eerste keuze en daarmee mochten we ons gelukkig prijzen. Lukte het niet op het razendpopulaire Libanon Lyceum (waar jaarlijks tientallen Kralingse ouders voor de deur kampeerden) dan werden je kinderen wel aangenomen op de scholen van hun tweede of derde keuze, waarvoor ze zich tegelijkertijd hadden aangemeld. Hoewel het een hoop geregel was voor de scholen om alles goed verdeeld te krijgen, werden kinderen en ouders zelden teleurgesteld.

Zo kon onze oudste zoon indertijd zonder problemen terecht bij het (antroposofische) Rudolf Steiner College. Toen nog gevestigd in een vies pand in het centrum van de stad, maar met een reuzesympathieke lijfspreuk: ‘Worden wie je bent’. Dat onze zoon tot zijn 17e jaar wekelijks verplicht op balletschoentjes moest deelnemen aan ‘euritmie’ en dagelijks klassikaal een Steiner-mantra moest opzeggen (‘Ik zie rond in de wereld, waar de zon haar licht zendt, de sterren fonkelen... etc.’) namen we op de koop toe. Het kind was er gelukkig.

En dus zagen we onze jongste zoon ook graag naar de Steiner-school gaan. Maar met het nieuwe lotingssysteem en de opkomende populariteit van de school (nieuw pand) is dat een risicovolle gok geworden. Met een uniek inschrijfnummer mocht je je kind afgelopen week namelijk nog maar op één school aanmelden. Zijn er te veel aanmeldingen dan wordt er over twee weken geloot. De afvallers hebben dikke pech, want zijn veroordeeld tot de ‘left-overs’, de scholen waar ze – om wat voor reden dan ook – de klassen niet vol krijgen. Aangezien wij na 25 jaar deelname aan zowel de Staats- als de Postcodeloterij nog nooit iets gewonnen hebben (terwijl er ooit een miljoen ging naar het huizenblok naast ons!), hebben wij besloten die gok niet te wagen. En ons kind dus maar ingeschreven op een veel minder populaire school, waar hij dus meer kans maakt om geplaatst te worden. Het was op ons lijstje onze vierde keuze, want ook de tweede en derde plek vielen af vanwege hun populariteit.

Als ouders zouden we eigenlijk woest tekeer moeten gaan tegen dit idiote systeem (er moet toch een betere oplossing te bedenken zijn?), maar onze 13-jarige heeft zich er inmiddels bij neergelegd. Is zelfs een beetje opgelucht, omdat hij straks als jongenspuber niet voor gek hoeft te lopen in balletschoentjes of met kleurpotloden in de weer moet voor het tekenen van mandala’s. En: op onze vierde-keuze-school hebben ze in ieder geval WEL een snoepautomaat met roze koeken.