De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdagochtend een groep jongens uit Rotterdam veroordeeld voor betrokkenheid bij een criminele organisatie die zich bezighield met de diefstal en illegale doorverkoop van auto’s. Het ging om zeer snelle auto’s waarvan er twee zijn gebruikt voor liquidaties in het criminele milieu.
De groep was actief van begin 2014 tot maart 2015. Volgens de rechtbank zagen de dieven het stelen van auto’s als een “normaal onderdeel van hun leven”. De hoofdverdachte in deze zaak, Ivan H. kreeg een onvoorwaardelijke celstraf opgelegd van drie jaar.
Twee andere verdachten werden veroordeeld tot onvoorwaardelijke celstraffen van twee jaar. Tegen hen was drie jaar cel geëist. Zeven andere verdachten kregen een voorwaardelijke straffen opgelegd tot maximaal achttien maanden naast de periode dat ze in voorlopige hechtenis hebben gezeten.
De straffen van de rechtbank vallen aanzienlijk lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie. Tegen hoofdverdachte Ivan H. was een straf geëist van zes jaar cel. Hoewel de rechtbank hem veroordeelde voor alle ten laste gelegde feiten – diefstal van negen auto’s en heling van nog eens negen auto’s – viel zijn straf veel lager uit. In tegenstelling tot de officier van justitie heeft de rechtbank niet voor iedere auto de maximale straf opgelegd.
De advocaten van de verdachten hadden tijdens hun pleidooi gewezen op de ongebruikelijk hoge strafeisen van het Openbaar Ministerie. Zij claimden dat het gebruik van de gestolen auto’s bij zware misdrijven de verdachten niet kon worden aangerekend. Een van de hoofdverdachten kondigde bij het verlaten van de rechtszaal zeer luidruchtig aan dat hij het niet eens is met zijn straf en daarom in hoger beroep gaat. “Jullie zien mij in hoger beroep motherfuckers”, riep hij de rechtbank toe.
Het is nog niet duidelijk het Openbaar Ministerie en de andere verdachten in hoger beroep gaan.