Ook onder miljonairs heb je rangen en standen. Dat bleek gisteren bij de 29ste kunst- en antiekbeurs TEFAF. De organisatie introduceerde een nouveauté. De meest bevoorrechte verzamelaars mochten om tien uur ’s ochtends al naar binnen, twee uur éérder dan de andere genodigden voor het besloten openingsfeest.
En dus begon rond koffietijd al een onderhandeling over een schilderij van anderhalf miljoen.
Een beetje pingelen is in Maastricht noodzakelijk. De vraagprijzen hebben vaak weinig van doen met de realiteit buiten het congresgebouw. Een vooroorlogs pianostoeltje van Gerrit Rietveld: 195.000 euro. Een wonderschone bouwtekening van de toren van de kathedraal in Rouen: 2,5 miljoen. Een bescheiden schets van een naakte vrouw door Egon Schiele: 4 miljoen. Vijf jaar geleden kostte datzelfde pianokrukje eenderde van de huidige vraagprijs. En tekeningen van Schiele, de expressionistische Oostenrijkse schilder die in 1918 overleed, waren tien jaar terug in Maastricht te koop voor een ton.
Boijmans-directeur Sjarel Ex informeerde gistermiddag bij de Amsterdamse Gallery Delaive naar de prijs van een groot schilderij van René Daniëls, de Nederlandse schilder wiens loopbaan na een hersenbloeding afbrak. 4,5 ton, antwoordde eigenaar Nico Delaive laconiek. „Wat!?”, reageerde Ex. Schilderijen van Daniëls deden volgens de directeur twee jaar geleden hooguit 120.000 euro.
Delaive, met een lach: „Er is juist een schilderij voor 480.000 euro geveild.” En daarna vertelde de handelaar dat hij ditzelfde doek in 1984 eerder had ingekocht, toen voor 7.500 gulden.
Aan de vooravond van de beurs stak TEFAF-voorzitter Willem van Roijen fors van wal in interviews in kunsttijdschriften. De beurs heeft behoefte aan vers bloed, zei hij. Door nieuwe deelnamecontracten op te stellen gaf de organisatie zichzelf juridische wapens om ondermaats presterende deelnemers volgend jaar te weren, ook als het om oudgediendengaat.
Is dat nodig? Ja. De kwaliteit van de stands op TEFAF loopt ook dit jaar sterk uiteen. De antiquairs presenteren zich gemiddeld sterker dan de schilderijenverkopers. Diverse Nederlandse handelaren in naoorlogse beeldende kunst zouden een voorbeeld kunnen nemen aan de theatrale stands van Vanderven Oriental Art, kunsthandelaar en woninginrichter Axel Vervoordt en etnograficaverkoper Didier Claes, die zijn tribale kunst in een bibliotheek presenteert. Wat schilderijen ophangen, geflankeerd door een scharrig tafeltje met een paar stoelen, dat detoneert lelijk met de oesterbars in het MECC.
Verrassingen biedt TEFAF volop. Bij Dickinson hangt een wonderschoon schilderijtje van een vrouw in een roeiboot van Renoir (vraagprijs 12 miljoen euro). De Londense kunsthandelaar Richard Nagy heeft opnieuw een fabelachtige collectie tekeningen van Schiele, Gustave Klimt en George Grosz bij elkaar gebracht, alsof deze kunstenaars speciaal voor hem rustig doorwerken.
Een kleine surprise bij Frans Leidelmeijer, de designspecialist die na een paar jaar afwezigheid terugkeerde in Maastricht. Tussen zijn modernistische meubels uit het interbellum staat een houten Pastoe-dressoir uit 1958 van Cees Braakman (8.500 euro), een ontwerper die nooit eerder op TEFAF te koop was. Leidelmeijer: „Het hoeft toch niet altijd Jean Prouvé of Charlotte Perriand te zijn?”
Liefhebbers van hedendaagse kunst kunnen hun hart ophalen bij de door Mark Kremer samengestelde tentoonstelling Zeige Deine Wunde/Show Your Wound. Daar zijn drie beelden te zien van Folkert de Jong, onder meer een vitrine met de overall en de helm van Roger Williamson, de Britse coureur die in 1973 op het circuit van Zandvoort verongelukte. De 43-jarige kunstenaar stond gisteren bij zijn beelden. „Het voelt een beetje alsof ik onsterfelijk ben”, zei hij. „Alle andere kunstenaars hier zijn dood.”