Op Curaçao kan corruptie een pre zijn

Wordt oud-premier Schotte van Curaçao voor corruptie veroordeeld? Het kan hem ook populairder maken.

Gerrit Schotte spreekt met media na de verkiezingen op Curaçao in 2012.
Gerrit Schotte spreekt met media na de verkiezingen op Curaçao in 2012. Foto ANP/Michael Kooren

Deze vrijdag doet de rechtbank in Curaçao uitspraak in de zaak tegen Gerrit Schotte. Hij werd in 2010 de eerste premier van ‘het land’ Curaçao, toen de Nederlandse Antillen werden ontmanteld en dit grootste eiland de status aparte kreeg.

Schotte (41) wordt verdacht van omkoping, witwassen en valsheid in geschrifte. De Curaçaose politicus, destijds de jongste premier ter wereld en tegenwoordig parlementslid, zou een miljoen dollar hebben ontvangen van de op Sint Maarten woonachtige Siciliaanse casino-eigenaar Francesco Corallo. In ruil eiste Corallo overheidsinformatie en vergaande invloed binnen de Curaçaose politiek.

Corallo financierde ook Schottes partij Movementu Futuro Kòrsou (MFK), die in 2010 werd opgericht. Tijdens de behandeling van de zaak, drie weken geleden, werd duidelijk hoe ver de invloed van de gokbaas ging. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) had Schotte zelfs de toestemming van Corallo nodig om ministers te benoemen. Anders zou hij het geld terug moeten betalen.

De eis is drie jaar cel. Het OM wil bovendien dat Schotte zich vijf jaar lang niet verkiesbaar mag stellen, „zodat Curaçao niet nog een keer wordt opgescheept met een politicus die zich om laat kopen door iemand als Corallo”.

Wat een veroordeling voor Schotte kan betekenen, is volgens politicoloog Miguel Goede, jarenlang verbonden aan de Universiteit van Curaçao, niet goed in te schatten. Het zou de politicus zelfs populairder kunnen maken.

Goede: „In een normale situatie zou je denken: het is gedaan met zijn carrière, maar volkselementen kunnen hierbij een rol spelen. Schotte wordt gezien als iemand die aantrapt tegen het establishment. Hij symboliseert voor veel mensen, vooral de ontevreden kiezers, de stem tegen de gevestigde politieke elite die het hier jarenlang voor het zeggen heeft gehad. Vooral onder jonge Curaçaoënaars, veelal uit de volkswijken, de barrio’s, is hij populair. Een veroordeling kan Schotte mogelijk juist sterker maken.” Goede vergelijkt de situatie met de nationalistische leider Anthony Godett die, nadat hij in 2003 in aanraking was gekomen met justitie, juist populairder werd.

Op deze sentimenten probeerde Schotte tijdens de behandeling van de zaak al in te spelen. Huilend verliet hij de rechtbank. Hij sprak van „karaktermoord” en beschuldigde Nederland ervan achter de zaak te zitten. Dat zou zo willen voorkomen dat hij bij de komende verkiezingen, in september, opnieuw tot premier wordt gekozen. „Nederland probeert nog steeds te bepalen wie hier wel en niet in het machtscentrum komen”, aldus Schotte op sociale media.

Goede: „Schotte zal proberen om de mensen ervan te overtuigen dat hem onrecht is aangedaan, en dat kan mogelijk sympathie opwekken.” Ofschoon officiële peilingen ontbreken, lijken Schotte en zijn MFK nog steeds populair en kans te maken op winst tijdens de verkiezingen. En de vraag is of een vijfjarig verbod om zich verkiesbaar te stellen Schotte raakt. Mogelijk kan zo’n beperking pas van kracht worden als alle juridische middelen, zoals hoger beroep en cassatie, gepasseerd zijn.

De rechtszaak tegen Schotte is er een in een reeks van grote corruptiezaken in Curaçao. Eerder deze week stond ook loterijbaas Robbie dos Santos terecht voor fraude. Dos Santos is een van de verdachten in de zaak-Helmin Wiels, de politicus die in 2013 werd vermoord.

Goede: „Wat de zaak-Schotte en ook de andere corruptiezaken goed blootleggen, is hoe politieke partijen hier gesponsord worden door rijke zakenmannen met veel geld, al dan niet afkomstig van het eiland. In ruil voor invloed financieren zij de partijen. Positief is dat corruptie nu wordt aangepakt. Dit is wellicht de start van een beter Curaçao”, zegt Goede.