De professor is niet so good to follow

In Nederland zijn inmiddels twee van de drie universitaire masters in het Engels. Geen punt voor studenten. Maar kunnen de docenten wel meekomen?

Hoorcollege op hogeschool Windesheim in Zwolle. Van de hbo-bachelors is 19 procent in het Engels.
Hoorcollege op hogeschool Windesheim in Zwolle. Van de hbo-bachelors is 19 procent in het Engels. Foto Herman Engbers

The bullet is through the church”, „He fell through the basket’’ – echt Engels is het niet. En een buitenlandse student begrijpt er niets van. Maar docenten aan de Technische Universiteit van Delft zeiden het wel tijdens college.

Ivo van der Horst, voorzitter van de Delftse studentenvakbond VSSD, vindt dat dit niet kan. „Docenten moeten aan een bepaald niveau Engels voldoen. Daar moeten ze op worden getoetst”, vindt hij. „Als we blijven horen dat docenten in slecht Engels college geven, gaan we actie ondernemen.”

Engels wordt het nieuwe wetenschappelijke Latijn aan de universiteit. Volgens de recente Keuzegids voor het hoger onderwijs is nu tweederde  van de masters geheel of gedeeltelijk Engelstalig. Tien jaar geleden waren ze nog bijna allemaal in het Nederlands. En eenderde van de universitaire bachelors is in het Engels, volgens het ministerie van Onderwijs. In het hbo is dat 19 procent.

Met de opmars van het Engels worden Nederlandse studenten en docenten kritischer. „Het bestuur moet aantonen dat het ook echt nodig is om een vak in het Engels te geven”, zegt Van der Horst. Zo staat het ook in de Wet op het hoger onderwijs, en minister Bussemaker (OCW, PvdA) onderschreef dit.

Voor faculteiten die te weinig studenten hebben, is het aantrekken van buitenlandse studenten met Engelstalig onderwijs de redding. Dit studiejaar zijn er 15 procent meer buitenlandse studenten dan vorig jaar. De Rijksuniversiteit Groningen, waar het aantal studenten sterk is gedaald, wil helemaal de internationale markt op.

Wat voor universiteiten gunstig is, hoeft dat niet te zijn voor de overheid. Europese studenten zijn even duur als Nederlandse, want ze hebben dezelfde rechten op studiefinanciering, maar ze nemen hun opleiding weer mee ‘naar huis’. Dan zijn studenten uit China voordeliger. Die moeten alles zelf betalen, en doen dat graag. Voor hen zijn Nederlandse Engelstalige faculteiten een spotgoedkoop alternatief voor Britse of Amerikaanse universiteiten.

Ondermaats Engels

Maar komen de docenten wel mee? Uit een peiling eind vorig jaar van studentenbond LSVb bleek dat de meeste studenten het Engels van docenten ondermaats vinden, en daarom vaak niet goed te volgen. Delftse studenten voelen zich volgens een andere peiling zelfs „belemmerd” in het volgen van college. Hun Engels is vaak beter dan dat van de docenten.

De Delftse studentenraad tekende protest aan. Daarop antwoordde bestuurder Anka Mulder dat „steenkolenengels ook acceptabel” is. „Jullie Engels is beter dan dat van mijn generatie.”

Nu is de Technische Universiteit Delft nogal internationaal georiënteerd. Maar geldt dat ook voor de faculteit filosofie van de Erasmus Universiteit Rotterdam? Deze instelling, in de Keuzegids hoog aangeschreven, geeft volgend jaar meer masters en bachelors in het Engels.

Docent Ger Groot merkt nu al hoe zijn studenten ‘verengelsen’. Maar beter Engels gaat ten koste van het Duits, Frans en zelfs van het Nederlands. De spellingsregels van ’t kofschip, stelt Groot vast, kun je wel vergeten. Terwijl zijn studenten hun beroep straks toch vooral in het Nederlands zullen uitoefenen. Veel afgestudeerden in de filosofie worden journalist of vinden een ander beroep in de communicatie. Voor filosoof Ad Verbrugge was dat juist reden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam een Nederlandstalige master te beginnen.

Kant als poptekst

Engelstalig college zorgt voor extra complicaties, merkt Groot. Het is al moeilijk genoeg een alledaagse, Nederlandse vertaling te geven voor filosofische begrippen. De meeste filosofen die hij in het eerste jaar doceert – Descartes, Kant, Schiller, Kierkegaard, Nietzsche en Heidegger – schreven in het Duits en in het Frans, talen die uit het hoger onderwijs zijn verdwenen. Maar Groot mocht niet eens de klassieke vragen van Kant in het Duits citeren: „Was kann ich wissen? Was darf ich hoffen? Was soll ich tun? Was ist der Mensch?” Een student protesteerde, en hij had de reglementen aan zijn kant. Groot had Kant wél in het Engels mogen citeren, op het gevaar af dat de beroemde regels als een poptekst zouden overkomen.

Filosofische termen kunnen in het studenten-Engels aan lading verliezen. Het begrip ‘sprong naar het geloof’ van de Deen Kierkegaard bijvoorbeeld wordt na een dubbele vertaalsalto in scripties vaak leap of faith, eerder een sprong in het duister. Dat ligt toch een nuance anders. En neem het Duitse begrip Angst, dat dicht bij het Nederlandse woord ligt en belangrijk is bij Freud en Heidegger. Veel studenten gebruiken het woord dread. Het Engels maakt evenmin onderscheid tussen de begrippen ‘zijn’ of ‘zijnde’: het wordt allemaal being.

Volgens Groot is het moeilijk die begrippen via het Engels aan te leren en echt te begrijpen. Ook docenten die goed Engels spreken, zoals Groot, zullen het nooit zo goed doen als in het Nederlands. Humor en subtiliteit ontbreken, net zoals de mogelijkheid verdwijnt een onderwerp op drie manieren uit te leggen.

En dan heb je nog heel praktische hinder. In Leuven deed Groots dochter mondeling tentamen bij twee Nederlandstalige docenten. Dat moest in het Engels. De studente was er duidelijk beter in, maar was voor haar tentamencijfer afhankelijk van minder bedreven examinatoren.