Geen onderzoek? Dan doen we ons werk niet

Vorige week won Spotlight de belangrijkste Oscar. Een oppepper voor de journalistiek, aldus de man die de journalisten op het verhaal zette.

Marty Baron, hoofdredacteur vanThe Washington Post.
Marty Baron, hoofdredacteur vanThe Washington Post. Foto Stephen Voss/HH

‘Onderzoeksjournalistiek is noodzakelijker dan ooit. De machtigen worden alleen maar machtiger. Het is onze missie is om hen met macht te dwingen verantwoording af te leggen.” Hoofdredacteur Marty Baron (61) van de Washington Post zegt het met dezelfde diepe stem die acteur Liev Schreiber hem geeft in Oscar-winnaar Spotlight. „Als we geen onderzoek doen, dan doen we ons werk niet.”

Voordat hij in 2012 naar Washington vertrok, gaf Baron elf jaar leiding aan de redactie van The Boston Globe. Kort na zijn aantreden kwam die krant, begin 2002, met een reeks onthullingen over grootschalig kindermisbruik door priesters. Als Joodse, inherent ‘verdachte’ hoofdredacteur in een katholieke stad was Baron niet bang om de machtige kerk onder vuur te nemen. De film laat nauwgezet zien hoe onderzoeksredactie ‘Spotlight’ aan die verhalen kwam, om vorige week – verrassend – de belangrijkste Oscar voor Beste Film te winnen.

Baron zegt in een telefoongesprek te hopen dat de prijs gevolgen zal krijgen. „Dit is een vak dat een oppepper goed kon gebruiken”, zegt hij. Conservatieven zoals Donald Trump nemen de media op de korrel en uit opiniepeilingen blijkt dat Amerikaanse journalisten niet worden vertrouwd. „Als beroepsgroep liggen we onder vuur. Laten we hopen dat de film jonge mensen doet beseffen wat echte journalistiek kan betekenen. Dat uitgevers en hoofdredacties geld en mankracht inzetten voor good old investigative journalism. Ik hoop dat het sceptische lezerspubliek de rol van de vrije pers in een gezonde samenleving zal herwaarderen.”

Spotlight is vergeleken met de speelfilm All the President’s Men (1976), over de onthulling van het Watergate-schandaal. Als het huidige hoofd van het dagblad dat ‘Watergate’ naar buiten bracht, vindt Baron het best een goede vergelijking. „Beide films laten op authentieke wijze zien hoe journalistiek werkt. Geen wonder dat complete redacties bioscopen afhuren. Journalisten zijn blij dat iemand laat zien wat we aan het doen zijn.”

En herkent hij zich in Schreibers vertolking? Baron lacht. „Heel vreemd om jezelf in een film te zien. Maar hij weet mijn rol op die plek in die periode goed te vangen.”

Toen Jeff Bezos, oprichter van Amazon, het gerenommeerde dagblad in 2013 overnam (voor 250 miljoen dollar, nu 227 miljoen euro) heerste er in de media zorg over de toekomst van de Washington Post. Wat wilde zakenman Bezos met de noodlijdende krant? Zou het een onafhankelijk instituut blijven?

‘De democratie zou ten onder gaan in de duisternis’. Bezos herhaalt die opvatting vaak, vertelt Baron. De eigenaar wil ermee zeggen dat transparantie en de schijnwerpers van de vrije pers een essentieel onderdeel zijn van de Amerikaanse republiek. „Hij ziet in dat diep graven de kern van ons werk is. Hij zou ons nooit in de steek laten.”

De Oscar heeft journalisten „enorme voldoening” gegeven, merkte hij. Slachtoffers van seksueel misbruik voelen zich meer dan ooit begrepen, zegt Baron. Daags na de Oscar kwam aartsbisschop Seán Patrick O’Malley van Boston met een schuldverklaring. De media hebben de kerk aangespoord „om de misdaden en zonden van haar personeel onder ogen te zien”, schreef hij. „Om goed te kijken naar deze tekortkomingen, de schade die de slachtoffers en hun families is berokkend, en de behoeften van overlevers.” Baron: „Dan hebben we hebben ons werk gedaan.”

Lees ook Peter Vandermeersch over de Oscarwinst van Spotlight: Hoeveel gebeurt er onder onze neus, terwijl we het niet zien?