Zijn debuut Ik reis alleen was vorig jaar een bestseller en nu verschijnt Samuel Bjørks tweede thriller alweer op de hitlijsten. Weer over het Noorse politieduo Holger Munch (oud, melancholisch en rookt te veel) en Mia Krüger (jong, suïcidaal en drinkt te veel). Net als in deel een krijgen ze weer te maken met een seriemoordenaar die het weer op jonge mensen heeft voorzien en weer zijn er sektes in het spel. Een succesformule moet je niet om zeep helpen, lijkt Bjørk te hebben gedacht. Gezegd moet worden dat het recept ook ditmaal aardig werkt; De doodsvogel is prettig entertainment als je je gezonde verstand een blokje om stuurt tijdens het lezen.
Een jong en uitgemergeld meisje wordt gewurgd aangetroffen in de natuur, neergelegd in een rare houding als onderdeel van een pentagram. Ze heeft een pruik op en haar maag bevat louter brokjes dierenvoer. Een behoorlijk zieke geest heeft behoorlijk onwaarschijnlijke handelingen moeten verrichten om tot dit resultaat te komen, concluderen Munch en Krüger. Wat zijn hier de motieven? Hun speurtocht voert langs het opvanghuis waar het meisje verbleef, de donkerste krochten van het internet, enig vaag occultisme en familiesores van Holger.
Noorse uilen
Hoewel onderhoudend en enerverend, klapwiekt De doodsvogel soms nogal moeizaam vanwege onwaarschijnlijke gebeurtenissen en persoonlijke relaties. Een zeer toevallige cruciale ziekenhuisopname, de diefstal van de integrale collectie opgezette Noorse uilen van het natuurhistorisch museum van Oslo en vooral de oorsprongsgeschiedenis van de doodsvogel zelf tarten de welwillende goedgelovigheid van de lezer. Ook het ‘Ik word ontvoerd in de climax!’ – een uithangbord dat een van de karakters bij wijze van spreken het halve boek meezeult, irriteert. Wat de motieven van de moordenaar(s) betreft: ze worden min of meer onthuld maar verdragen niet veel nadere inspectie, vooral het gedoe met vogels niet.
Mia Krüger is een goede reden om toch stug door te lezen. Ze is Bjørks variatie op Lisbeth Salander uit de Millennium-reeks: jong, mooi, geniaal, gek en tjokvol (zelf)haat. Haar intuïtie lijkt niet zo fabelachtig als Bjørk de hele tijd benadrukt, maar ze is intelligent en fantasievol. Ze heeft de stuitende gewoonte om kopstootjes Guinness-Jägermeister achterover te slaan en haar diepste wens is om herenigd te worden met haar gestorven zus.
Hoewel het contrast tussen Krügers doodsverlangen en haar arbeidsethos regelmatig verbaast, maakt de soms bijna blijmoedige neiging tot zelfdestructie haar tot een hoofdpersoon die net even anders geestelijk kreupel is dan de gemiddelde Scandinavische speurder. Haar baas Holger Munch maakt zich terecht zorgen om Mia, maar ze zal het in elk geval moeten volhouden tot en met deel drie.