Een bezoek aan een campagnebijeenkomst van Donald Trump is een fysieke ervaring. Je weet vooraf niet wat er gaat gebeuren. Er hangt een sfeer van opwinding. Mensen staan dicht tegen elkaar, iedereen zweet, de sfeer kan snel omslaan. Bijvoorbeeld als Trump, zoals hij vaak doet, de aanwezige pers beledigt. „Uitschot. Zeker 70 procent liegt.” Dan worden de journalisten massaal uitgejouwd, alsof het is afgesproken. Of als anti-Trump-activisten door zijn toespraak heen beginnen te schreeuwen. Het publiek krijgt vooraf instructies mee: raak niemand aan, maar begin ‘Trump! Trump! Trump!’ te scanderen. Trump zelf zei deze week: „Ik had hem graag in zijn gezicht geslagen”, toen een demonstrant werd afgevoerd. „In de goede oude tijd zou hij horizontaal naar buiten zijn gegaan.”
Regelmatig wordt er geduwd, getrokken of gevochten. Op een bijeenkomst in Virginia stond ik tussen een groepje Mexicaanse demonstranten, en een stel dat een Confederatievlag, symbool van zuidelijk racisme, begon uit te rollen. De politie moest tussenbeide komen, en voerde iedereen weg. Astrid Silva, een van oorsprong Mexicaanse activist uit Las Vegas, vertelt hoe zij en haar vrienden in december werden weggesleurd door Trump-aanhangers en beveiligers. Ze riepen ‘Steek ze in brand!’ en ‘Stuur ze terug!’. Het incident is gefilmd. „Trump heeft altijd beveiliging”, zegt ze. „Maar wie beschermt ons tegen Trumps aanhangers?”
Tot een paar weken geleden zei bijna iedere Republikein in Washington dit: de aanhang van Donald Trump is te ongeorganiseerd om hem kansrijk te maken in de voorverkiezingen. Hij trekt boze kiezers en dagjesmensen, maar uiteindelijk komen die niet opdagen bij verkiezingen. Trump had een ‘plafond’: 20, 30, goed, 35 procent dan. Het percentage schoof op, naarmate Trump het beter ging doen.
Nu, na vier staten, en drie dagen voor Super Tuesday, is de sfeer omgeslagen. Trump heeft al drie van de vier staten gewonnen. Peilingen laten zien dat hij deze cruciale dinsdag de meeste staten gaat winnen. De barrières tussen Trump en de Republikeinse nominatie zijn grotendeels aan het wegvallen. Trumps ‘plafond’ van weleer is volgens Amerika’s bekendste datajournalist, Nate Silver, eerder een ‘bodem’. Waar stopt dit? Bij president Donald Trump?
Niet zozeer Donald Trump is onderschat, hoewel dat ook is gebeurd. Vooral de kracht van zijn aanhang is stelselmatig over het hoofd gezien. Trump zou vooral goed scoren onder boze, witte, middelbare kiezers – een te kleine basis om president mee te worden. De voorverkiezingen hebben tot nu toe bewezen dat Trumps electoraat veel breder is. Hij won onder wedergeboren evangelicals in South Carolina, maar pakte ook het ontkerkelijkte New Hampshire. Hij doet het goed onder zeer conservatieve Republikeinen in het Diepe Zuiden, maar ook onder arbeiders in het noordoosten. Hij trekt ontevreden Republikeinen, maar net zo goed partijloze kiezers die zich al jaren geleden van politiek hebben afgekeerd.
Trumps aanhangers nemen zijn inconsistentie voor lief. Hij kan in één alinea zeggen dat Islamitische Staat uitgeroeid moet worden, „en we pakken de olie af”, en zeggen dat de Irak-oorlog een „vreselijke blunder” was. Trump is protectionistisch, tegen vrijhandel en Wall Street, maar prijst de zegeningen van de vrije markt. Hij zegt vaak in één zin dat hij ‘keihard’ is, maar dat juist hij compromissen gaat sluiten.
Tijdschrift National Journal schreef dat de achterban van Trump bestaat uit zogeheten Middle American Radicals, de radicale middenklasse. De term is in de jaren zeventig uitgevonden door de socioloog Donald Warren. Deze groep voelt zich bedreigd door de boven- én onderlaag van Amerika: Wall Street en de armen profiteren van hun geld. Ze denken uiterst conservatief over ras of armoede, maar zijn wel voor goede pensioenen, zorgverzekeringen en een sterke leider. In het verleden stemde deze groep op protestkandidaten als Ross Perot of George Wallace. Ze vormen ongeveer eenderde van het Republikeinse electoraat en 20 procent van alle kiezers, al stemmen ze vaak niet. Ze hebben het gevoel dat de Republikeinse partij is gekaapt door zakelijke belangen. Maar dit jaar is Trump hun man.
Wat bindt deze kiezers? Hoe kijken zij naar Amerika? En wat zien ze in Trump? De afgelopen maanden voerde ik tientallen gesprekken met Trump-aanhangers, op campagnebijeenkomsten en daarbuiten. Hoe verschillend ze ook zijn, een paar thema’s komen telkens terug. Dit is een vivisectie op de Trump-aanhanger, gebaseerd op die gesprekken.
Niet meer meedoen
Tien jaar geleden ging het mis met Debra Bimbris, nu 49. Ze werkte als verpleegkundige in Manchester, in de noordoostelijke staat New Hampshire. Bimbris maakte lange dagen, zegt ze, omdat ze haar studieschuld nog moest aflossen. Maar toen ze 39 was, kreeg ze artritis, gewrichtsontsteking. De heupen, handen, voeten, alles doet pijn. Door de pijn moest Bimbris stoppen met werken, maar daardoor verloor ze ook haar zorgverzekering. Ze had even hoop toen president Obama een nieuw zorgstelsel invoerde, maar haar artritis-medicijnen zijn zo duur, dat ze niet worden vergoed door haar verzekeraar.
„Ik had deze week nog een rekening van 848 dollar en 60 cent”, zegt ze.
„Ik werk alleen nog om haar medicijnen te betalen”, zegt haar man Steve, meubelmaker.
„Vrije tijd hebben we niet meer. Maar dat geeft niet. Ik geniet toch nergens meer van.”
Debra Bimbris is ervan overtuigd geraakt dat zorgverzekeraars en Obama elkaar helpen. „Ze vullen elkaars portemonnee”, zegt ze een paar keer. „Verzekeraars hoeven niet echt te concurreren, en hebben in ruil meegeschreven aan Obamacare. Ik betaal daar de prijs voor.”
Pijnstillers zijn steeds moeilijker te krijgen, zegt Debra Bimbris. Dat klopt. Omdat miljoenen Amerikanen verslaafd zijn aan pijnstillers, probeert de Amerikaanse regering de vergoeding van pijnstillers te beperken. Een neveneffect is een enorme toename van heroïneverslaafden, met name aan de oostkust, waar Debra Bimbris woont. Een neefje was verslaafd geraakt aan pijnstillers, zegt ze. „Hij kreeg zijn pillen niet meer, en ging op de zwarte markt op zoek. Hij kon dat niet betalen, en is aan de veel goedkopere heroïne gegaan.” Het neefje overleed aan een overdosis. Vandaag precies een jaar geleden.
„En een dag”, vult Steve aan.
Debra Bimbris had geapplaudisseerd toen Trump in een toespraak over de drugsepidemie begon. Hij legde de schuld bij de migranten: „Kijk naar al die drugs. En naar de illegalen. We laten iedereen maar binnen. Wie zijn ze? Misschien wel Islamitische Staat, we weten het niet.”
Debra Bimbris was nooit in politiek geïnteresseerd. Ze ging op Donald Trump letten, toen hij begon over de lobbyisten in Washington, die voor grote bedrijven werken. Zo werken de zorgverzekeraars ook, zegt ze. „Hij kan die machtige lobby’s aan. Hij praat zoals ik praat. Hij noemde Ted Cruz een ‘pussy’. Dat zou ik ook kunnen zeggen, aan de keukentafel. Hij wil Obamacare afschaffen. Mooi. Slechter kan het niet worden.” Bij het afscheid wil Bimbris nog één zin genoteerd hebben. „Schrijf op, in hoofdletters: HELP ONS.”
Hoe deden de kandidaten het tot nu toe, in de voorverkiezingen?
Verlangen naar een autoritaire leider
Als Bill en Cindy Scott naar Donald Trump luisteren, dan horen ze de beledigingen niet. Natuurlijk, wat Trump zei over senator John McCain, journalist Megyn Kelly of Jeb Bush is niet netjes. „Maar bedenk”, zegt Scott, „dat Trump zelf ook voortdurend gekleineerd wordt. Hij heeft geen tijd om diplomatiek te antwoorden”. Trump is grof, maar niet te grof. Hij is de verpersoonlijking van het Amerika van nu, zegt Scott. „Zo hard is de maatschappij nu eenmaal geworden. Hij laat niet met zich sollen.”
Als Bill Scott naar Donald Trump kijkt, ziet hij een echte leider. Eentje die ontzag bij zijn volgers inboezemt, maar die ook van een geintje houdt. „Mensen met echt gezag zeggen niet: dit kan niet, of dat is te moeilijk. Ze zijn optimistisch, en weten dat over te brengen. Trump zegt: Make America Great Again! Dat is een boodschap van hoop. Ik krijg er weer zin in als ik dat hoor.”
Bill Scott vindt dat de mensheid bestaat uit leiders en volgers, Hij is marineofficier in de havenstad Norfolk, in Virginia. Volgend jaar gaat hij met pensioen, en hij ziet er tegenop. Zijn vrouw werkt niet, dochter Alexis studeert Internationale Betrekkingen. Alexis is de reden dat Bill Scott Trump-aanhanger werd. Zij las Trumps laatste boek, Crippled America. Sindsdien neemt ze het overal mee naartoe, en leest ze er graag uit voor. „Hier, op bladzijde 87 lees ik juist...” Het boek zit vol aantekeningen en ezelsoren. Een paar maanden nadat Alexis over Trump was begonnen, is Bill Scott ook overtuigd geraakt. Ze lopen nu samen zijn campagnebijeenkomsten af. Over Trump zijn vader en dochter het niet helemaal eens. Dochter Alexis heeft zo haar twijfels bij Trumps persoonlijkheid, maar vindt zijn ideeën goed. Zoals toen hij zei dat hij de staatsschuld wil verminderen, maar toch de ouderen niet hun pensioen wilde afpakken. „Uiteindelijk wil hij een beter Amerika.” Vader Bill is fan om Trumps persoonlijkheid. Het mag lekker hard, zegt hij. „En hij heeft gezegd Jezus als redder te accepteren, dus hij is niet alleen een man van kracht, maar ook van integriteit.”
Niets is waar, en alles is waar
Charley Watson is een computertechnicus uit de buurt van Boston. Hij kan Donald Trump goed nadoen: „You’re fired!” Met de rechterhand maakt hij Trumps bekende schietgebaar. Watson is een oudere Afro-Amerikaan, en kent niemand in zijn familie- of vriendenkring die voor Trump is. Hijzelf is diep conservatief, al jaren. Het heeft te maken met familieleden die steun trekken, zegt hij. Watson begon in Trump geïnteresseerd te raken toen die Obama’s geboorteland ter discussie stelde. Obama kwam met een geboortebewijs, maar ja, dat zal wel vervalst zijn. „Wie kun je nog geloven?” zegt Watson.
Trump bevestigt Watsons wantrouwen. Hij kijkt geen Fox News mee. Die zender was ooit rebels, maar is nu de spreekbuis van de gevestigde Republikeinse orde. „Het is goed dat Trump ze steeds aanvalt”, zegt hij. Watson vindt zijn nieuws online. Op sites als Breitbart en Infowars vooral, vruchtbare grond voor complottheorieën. Infowars probeert bijvoorbeeld te bewijzen dat de overleden conservatieve rechter Antonin Scalia vermoord is. Trump nam die theorie over. „Ze vonden een kussen op zijn gezicht.” Trump speelt voortdurend met de waarheid. We weten niet meer wat waar is en wat niet, zegt hij vaak. Daarom moet hij het zekere voor het onzekere nemen: een muur aan de Mexicaanse grens, en een inreisverbod voor moslims.
Charley Watson zegt dat burgers worden voorgelogen door Obama en Wall Street. Hij is met een onderzoek bezig, en heeft ontdekt dat Obama's geboortebewijs vervalst is. „Ik las dat het ziekenhuis waar hij geboren zou zijn, pas in 1978 werd gesticht.” Ook weet hij zeker dat Obama een moslim is. „In een interview versprak hij zich. Hij zei ‘mijn geloof’, toen het over de islam ging.” Watson speelt op zijn iPhone een oud filmpje af, waarop Obama in Kaïro ‘Salam Aleikum’ zegt – ‘gegroet’ in het Arabisch. „Als je goed oplet, zie je dat het nét te gemakkelijk gaat. Hij zegt dat duidelijk vaker.”
Donald Trump is net zo sceptisch, zegt Watson. Daarom gelooft hij alles wat Trump zegt. „Hij heeft net als ik ook zo’n hekel aan belasting betalen. Je moet honderden formulieren invullen, maar je weet niet wat er met je geld gebeurt. Het is allemaal te verdacht. Trump zegt altijd: ‘Wie kun je nog vertrouwen?’ Dat is precies mijn zorg.”
Hoeveel kiesmannen zijn er te winnen op Super Tuesday?