Minister Kamp (Economische Zaken) heeft besloten om de bijstook in steenkoolcentrales met biomassa te blijven stimuleren met 3,5 miljard euro subsidie (NRC 20/2). Zogenaamd om de doelstellingen van het energieakkoord te kunnen realiseren. Maar die doelstellingen zijn gericht op vermindering van CO2 uitstoot. Door biomassa te verstoken wordt evenwel meer uitstoot veroorzaakt dan met verstoken van steenkool en andere fossiele brandstoffen. Gerekend per eenheid opgewekte energie.
Voorstanders van het gebruik van biomassa veronderstellen dat CO2 uit biomassa weer in groene planten (vooral bossen) wordt vastgelegd. Maar vooralsnog is er veel te veel CO2 in de atmosfeer en die kan al niet worden vastgelegd. Een CO2-molecuul uit fossiele brandstoffen is namelijk identiek aan de CO2 uit biomassa. Die moeten we eerst uit de lucht halen alvorens we ongebreideld CO2 uit biomassa mogen toevoegen.
Weliswaar zit er een enorme voorraad CO2 in groene plantendelen en vooral in bossen. Maar die voorraad heeft op dit moment onvoldoende capaciteit om alle overtollige CO2 (in hout) op te slaan. Het is juist van enorm belang – voor extra CO2-opslag – dat er voldoende bossen zijn met hoge houtaanwas.
De oppervlakte bos neemt helaas wereldwijd sterk af, terwijl de gemiddelde houtaanwas ook steeds verder daalt. Het probleem valt te vergelijken met een reservering voor pensioen. Bij gebruik van het kapitaal voor consumptieve behoeften en bij sterk dalende rentevoet blijft minder over (geringere aanwas) om van te rentenieren.
Het is daarom zaak om voor biomassa dezelfde strategie aan te houden als voor fossiele brandstoffen: niet verbranden dus. Hoe meer gasinstallaties of steenkoolcentrales worden overgeschakeld op biomassa (houtpellets en chips) hoe groter het CO2 probleem wordt.
Bij de huidige vraag naar pellets en chips gaat bovendien nog meer bos verloren.
Minister Kamp kan derhalve met de subsidie beter meer bossen aanleggen.
bosbouwer