Frankrijk en VS gaan voorop in Libië

Frankrijk blijkt al maanden militair actief in Libië. Samen met de VS proberen de Fransen de opmars van IS daar terug te dringen.

Dit was een trainingsbasis van IS. Vrijdag werd de basis in het Libische Sabratha, vlakbij de Tunesische grens, geraakt door Amerikaanse luchtaanvallen. Hierbij kwamen tientallen mensen om.
Dit was een trainingsbasis van IS. Vrijdag werd de basis in het Libische Sabratha, vlakbij de Tunesische grens, geraakt door Amerikaanse luchtaanvallen. Hierbij kwamen tientallen mensen om. Foto Mohamed Ben Khalifa/AP

Libië wordt snel het nieuwe front in de strijd tegen de terreurbeweging Islamitische Staat. Vijf jaar na de NAVO-interventie in Libië, die leidde tot de val van sterke man Moammar Gaddafi en het land versplinterde in een mozaïek van milities, grijpen westerse landen opnieuw in. De VS en Frankrijk nemen nu het initiatief, gesteund door het Verenigd Koninkrijk en Italië.

Bronnen in het Franse ministerie van Defensie gaven woensdag tegenover Le Monde toe dat Frankrijk al maanden geheime operaties uitvoert tegen IS in Libië: gevechtsvliegtuigen voeren bombardementen uit en commando’s vechten met Libische troepen tegen IS in Benghazi. Ook is in Sirte, de machtsbasis van IS in Libië, al weken een mysterieuze sluipschutter actief die commandanten liquideert.

Zo krijgen de contouren van het nieuwe strijdtoneel langzaam vorm. Begin deze maand gaf de Amerikaanse president Obama zijn nationale veiligheidsraad de opdracht alle militaire opties te onderzoeken. Amerikaanse commando’s zijn al enkele maanden in Libië om de organisatie van IS in kaart te brengen en milities te zoeken die kunnen dienen als lokale bondgenoten in de strijd.

„Onze sterke voorkeur gaat uit naar het trainen van Libiërs om te vechten”, zei Obama vorige week.

„Er zijn een hoop milities die uit geharde strijders bestaan en niet gelieerd zijn aan IS of hun geperverteerde ideologie. Maar ze moeten georganiseerd zijn en kunnen niet elkaar bevechten.”

En dat is precies het probleem. Libië heeft sinds de verkiezingen van 2014 twee parlementen en twee regeringen, die in oorlog zijn met elkaar. De regering in de hoofdstad Tripoli wordt gedomineerd door moslimfundamentalisten die zichzelf Libische Dageraad noemen. In de oostelijke stad Bayda zetelt de internationaal erkende regering, gedomineerd door liberalen en federalisten, die meer autonomie willen voor het oosten.

Regering buiten Libië

Met VN-bemiddeling is een regering van nationale eenheid gevormd, die een einde moest maken aan de verdeeldheid en een verzoek tot internationaal ingrijpen kon doen. Maar die regering wordt door geen van beide kampen erkend en kan niet eens voet op Libische bodem zetten. Het gevolg is dat buitenlandse grondtroepen voorlopig niet aan de orde zijn.

Ondertussen maakt IS van de verdeeldheid gebruik om zijn aanwezigheid in Libië uit te breiden. De groep greep in februari 2015 de macht in Sirte en controleert inmiddels een kuststrook van 200 kilometer. De opmars van IS was mogelijk door deals te sluiten met lokale stammen die loyaal zijn gebleven aan Gaddafi – Sirte was zijn geboorteplaats. Deze strategie doet denken aan de wijze waarop IS in Irak gefrustreerde officieren van Saddam Husseins Ba’athpartij rekruteerde, die na de Amerikaanse invasie waren ontslagen.

Volgens de Amerikaanse inlichtingendienst heeft IS in Libië inmiddels 6.000 strijders, volgens de Fransen zelfs 10.000, voornamelijk uit het buitenland. Het leiderschap komt uit Irak en Syrië, de ideologen zijn Tunesiërs. De chaos in Libië werkt als een magneet op moslimextremisten uit andere delen van Afrika, die via Soedan naar Libië reizen. IS-leiders roepen rekruten op om daar te blijven en niet door te reizen naar Syrië.

Jihadistische groepen als IS en Ansar al-Sharia zijn niet diepgeworteld in Libië, zegt de Brit Jason Pack, oprichter van de denktank Eye on ISIS in Libya.

„Na de opstand tegen Gaddafi konden ze hun invloed uitbreiden omdat ze militaire training hadden gehad in Afghanistan en Irak. Ze konden strijders rekruteren vanwege hun succes, op basis van patronage, niet vanwege ideologie.”

Nu de inzet van grondtroepen voorlopig uitblijft, zijn luchtaanvallen de enige optie. Vrijdag bombardeerden Amerikaanse F-15-gevechtsvliegtuigen een trainingskamp van IS in de Libische kuststad Sabratha. Daarbij zouden tientallen strijders zijn gedood, evenals twee medewerkers van de Servische ambassade die in november door IS waren ontvoerd.

Chaos alleen maar groter

Pack waarschuwt dat interventie vanuit de lucht, zonder steun van de Libiërs, de chaos alleen maar zal vergroten.

„De opmars van de extremisten is een symptoom van het totale gebrek aan een staat. Hun strategie is de opbouw van een staat onmogelijk te maken. Daarom vallen ze olie-installaties aan. De groep kan verslagen worden door samen te werken met lokale milities, die het gebied van IS kunnen veroveren en lokale strijders kunnen absorberen. Maar die zien de strijd tegen IS niet als een prioriteit.”

De westerse bombardementen dreigen meer Libiërs in de armen van de jihadisten te drijven, zegt Pack, vooral fundamentalisten en mensen die loyaal zijn gebleven aan het vorige regime en in 2011 ook al het slachtoffer werden van een westerse interventie.