De faun Marsyas, meesterlijk fluitspeler, raakte zo overtuigd van zijn kunnen dat hij Apollo, god van de muziek, uitdaagde tot een duel. De winnaar mocht met de ander doen wat hij beliefde. Marsyas verloor – en werd levend gevild.
Choreografen Leine en Roebana lieten zich door deze overmoedsmythe inspireren voor Seele/Herz. Van de faun maakten ze een danser die de goden naar de kroon steekt. Maar narratieve dans is de voorstelling allerminst; wél een associatief, poëtisch en supermuzikaal tweeluik over het lichaam als vehikel van de zoektocht naar onbekende schoonheid.
Het eerste deel, Seele, is een fascinerend, sensueel duel tussen Uri Eugenio (Apollo) en Tim Persent (faun), dat wordt geschaduwd door een 'koor' van vier danseressen. Met grove montagetechnieken – geschreeuw, keiharde muziek – worden continuïteit en identiteit op losse schroeven gezet.
Seele gaat naadloos over in het het tweede deel. Voor Herz schreef componiste Kate Moore nieuwe muziek: gelaagde constructies van eenvoudige patronen, stuwende ritmes, veel nootherhalingen, een eigenwijs gevoel voor modale harmonie en een ondertoon, bij alle tumult, van melancholie.
Moores muziek wordt live gespeeld door The Stolz Quartet, dat subtiel onderdeel uitmaakt van de choreografie. Stolz is gemaakt voor dit soort avontuurlijk gemorrel aan de genregrenzen. De integratie van disciplines is volstrekt overtuigend. Een prachtig hoogtepunt tussen de vele ontroerende én grappige momenten is de solo van celliste Lidy Blijdorp.