Wil je de baby vannacht zelf voeden of zal ik het doen?” Jonge moeder Henriëtte Blickman kreeg die vraag elke avond van haar maternity nurse Sheila voordat ze ging slapen. Blickman (31) woont in Londen. Daar nemen goed verdienende stellen de eerste paar weken na de bevalling een maternity nurse in huis: een vrouw die vierentwintig uur per dag voor de baby zorgt. Het idee is dat de moeder kan bijkomen terwijl deze superkraamhulp ritme aanbrengt in het gezin en zorgt dat de baby binnen een paar weken ’s nachts door slaapt.
Het pasgeboren kindje overnacht bij de maternity nurse op de kamer. De moeder kiest of ze de nachtvoedingen zelf doet of niet. Blickman: „Als ik ’s nachts de borst wilde geven, bracht Sheila mijn dochtertje naar onze slaapkamer en wachtte zij op de gang of op haar slaapkamer. Maar ik mocht ook om negen uur ’s avonds naar bed gaan en de volgende ochtend om acht uur pas weer opstaan, dan pakte Sheila een flesje gekolfde melk uit de koelkast voor de nachtvoeding.”
In Groot-Brittannië is de kraamzorg niet, zoals in Nederland, door de overheid geregeld. Zwangere vrouwen worden lid van een zwangerschapsklasje, legt Blickman uit, een club van ongeveer tien meiden die rond dezelfde datum zijn uitgerekend. Je krijgt er informatie over de bevalling, zwangerschapsgym en advies over de verschillende vormen van thuishulp na de geboorte. Naast een maternity nurse bestaat in Groot-Brittannië ook een night nurse: zij komt om zes uur ’s avonds aan en neemt de zorg voor de baby vanaf dat moment over van de ouders. Een derde optie is een doula: iemand die gedurende een paar weken alle huishoudelijke taken doet, zoals wassen, koken, boodschappen en schoonmaken, zodat de moeder alle aandacht kan besteden aan de baby.
In Nederland is die luxe ook te koop. Eva Goedhart (36) uit Wassenaar wilde bij haar derde kind meer hulp dan de zeven uur per dag die je gedurende een week vergoed krijgt van de verzekering. „Ik heb urenlang gegoogeld om iemand te vinden. Uiteindelijk stuitte ik op ‘nachtzuster’ Marjo van der Wardt. Zij zorgde dat mijn dochter binnen zes weken ’s nachts nog maar één voeding nodig had. Binnen twaalf weken sliep ze door. Deze hulp is ontzettend kostbaar, maar ik zou nooit meer een baby willen krijgen zonder een nachtzuster. Wij noemen haar ‘de babyfluisteraar’.”
Van der Wardt werd tot nu toe zes keer ingehuurd om ’s nachts voor een baby te zorgen en het gezin in een strak ritme te krijgen. Nichtjes en neefjes geeft ze haar nachtdiensten cadeau. „Dit is particuliere zorg”, zegt ze, „een duidelijke naam hebben we er in Nederland niet voor”. Van der Wardt is in beginsel kraamverzorgster, maar daarnaast te boeken voor nachtwerk. Haar cliënten wonen in de rijkere gemeentes van Nederland: het Gooi, Wassenaar, Haarlem. „Vaak ben ik een cadeautje van de grootouders.” Net als in Londen slaapt de baby bij Van der Wardt op de kamer. „Als het kindje huilt, troost ik of geef ik de fles. Door mijn jarenlange ervaring weet ik of het een hongerhuiltje is of jengelen. Het is overigens niet zo dat ik vierentwintig uur geen rust heb. Ik ben getraind: als de baby slaapt, rust ik ook. Zo snoep ik er overdag een paar uurtjes bij. Maar na acht dagen ben ik kapot.”
En de hechting met de ouders dan?
Moet een kind in de eerste weken van zijn leven niet juist hechten aan de ouders? Is het een bezwaar als iemand anders ’s nachts aan het babybed staat? „Waar het bij hechting om gaat, is dat moeder en kind elkaar goed leren kennen. En dat ouders in dit proces sensitief zijn, wat betekent dat ze passend en snel reageren op signalen van de baby en hun zorg afstemmen op wat het kind nodig heeft”, zegt Anneloes van Baar, hoogleraar Pedagogiek.
„In dit verhaal is de baby overdag gewoon bij de moeder en wordt het ’s nachts gedurende een paar weken door een vreemde opgevangen. Zo’n korte periode is niet genoeg om de hechtingsrelatie met de ouders te verstoren. Een goede hechting, waarbij het kind een gevoel van vertrouwen en veiligheid ontwikkelt, vindt plaats gedurende de eerste achttien maanden. Als er dan een paar weken iemand anders in beeld komt ’s nachts, is dat op een periode van anderhalf jaar te overzien.”
Het verschilt per gezin hoe lang Van der Wardt blijft. Na ruim een week is een moeder in principe uitgerust en kan ze er weer tegenaan, zegt ze, maar soms blijft ze langer. Bij een huilbaby bijvoorbeeld, of om een kind een bepaald schema aan te leren. Door de gebroken nachten is het geen werk dat ze het hele jaar door kan doen, maar voor de afwisseling doet ze het graag. En ook omdat het extreem dankbaar is: de aanvragen komen via via en zo hoort ze weer hoe blij een gezin met haar is geweest. In het aantal verzoeken ziet ze geen stijgende lijn. Veel mensen weten niet dat deze mogelijkheid er is, denkt ze. En bovendien kost zulke nachtrust geld: Van der Wardt vraagt de eerste week 200 euro per nacht, bovenop de kraamuren die zijn gedekt door de basisverzekering. „Het is een luxe, ja. Niet alleen voor de moeder hoor, ook voor de vader.”
Los van het geld is zo’n 24-uurs-kraamverzorgster niet voor iedereen geschikt, weet Blickman. „Iemand komt in je persoonlijke leven, daar moet je wel voor open staan. Een vriendin van mij raakte in paniek: ‘Zij heeft de controle over mijn huis en mijn leven overgenomen, ik wil het niet meer!’ Daarom lopen de contracten vaak per week.” Kosten: gemiddeld 1.300 euro (zo’n 1.000 pond) per week.
In Londen reserveer je een maternity nurse maanden van tevoren. „Die dames gaan de hele wereld over. Ze worden niet alleen geboekt in Groot-Brittannië, maar ook in Dubai en Los Angeles. Mond-tot-mondreclame werkt: omdat ze een tijdje bij je in huis woont, kies je het liefst voor iemand die is aangeraden door vrienden.” Er bestaan talloze bureaus gespecialiseerd in particuliere zorg. Sheila bleef een aantal weken bij Blickman en baby Alexa (1,5) sliep binnen een maand door. „Ook voor onze relatie was het super; we gingen gezellig uit eten en deden leuke dingen tijdens deze bijzondere periode, om daarna uitgerust weer aan het werk te gaan. Het is natuurlijk verwend, maar je krijgt er veel voor terug. Dankzij Sheila weet ik amper hoe het is om vermoeid te zijn.”