Ze hebben een codewoord afgesproken voor als ze denken: dat willen we kopen, maar de galeriehouder hoeft het nog niet te weten. Het is een van de adviezen die ze hebben gekregen. Een andere: koop niet op de kunstbeurs. Weer een andere: koop daar vooral wel. Nog een andere: laat je verrassen. Maar ook: bereid je juist goed voor.
Lija (30) en Rolf (29) Groenewoud van Vliet zijn sinds mei 2015 directeur (zij) en eigenaar-aandeelhouder (hij) van In4Art. Ze hebben thuis om precies te zijn 14 schilderijen en 1 installatie, maar die zijn privé aangekocht. Vandaag gaan ze op de belangrijkste moderne-kunstbeurs van Nederland, Art Rotterdam, misschien, wie weet, voor het eerst iets aankopen voor In4Art.
Hoe word je kunstverzamelaar en waarom zou je dat willen?
Lija en Rolf Groenewoud van Vliet hebben allebei innovation management gestudeerd, zo hebben ze elkaar leren kennen. December 2014, hun baby Noah was 3 maanden oud, en ze woonden en werkten in Spanje, zegden ze hun baan als innovatieconsultant op (ze deden hetzelfde werk, maar bij verschillende bedrijven). Het was net niet wat ze wilden en „het leven is te kort om iets te doen waar je niet helemaal in gelooft” (zij). Terug in Rotterdam hadden ze zo weer werk, maar toen vroeg Rolfs vader na de verkoop van (een deel van) zijn IT-bedrijf: willen jullie met dat geld niet zélf een bedrijf beginnen?
Zo dus. Want ze wisten meteen waar ze wel helemaal in geloven: kunst, vanwege wat dat toevoegt aan je leven.
Zij: „We dachten: hoe kunnen we zorgen dat meer jonge mensen een band krijgen met kunst. Mensen zoals wijzelf. Wij snappen ook vaak niet wat we zien.”
Hij: „Dan loop je een galerie in, een ouder iemand steekt een hoofd om de hoek, en je wordt nog net niet weggekeken.”
Zij: „Onze vrienden gaan niet naar galeries.”
Hij: „Maar we willen niet alleen verzamelen, we willen ook events organiseren. Laten zien wat wij interessant vinden en wat het verhaal is dat daarbij hoort.”
Zij: „Dus we zijn ons gaan inwerken, door contacten te leggen ook. Bijvoorbeeld bij Boijmans, met directeur Sjarel Ex, en met Kati Wieg, die nu een tentoonstelling maakt voor de Kunsthal. Want dat is wat we nu eerst moeten doen: praten en kijken, een oog ontwikkelen. Proberen te begrijpen wat blijvend is.
Hij: „Met In4Art willen we vier dingen: inspireren, innoveren, investeren en incubatie, dus dat je een kunstenaar ondersteunt. En dan het liefst natuurlijk opkomende kunstenaars, generatiegenoten die we gaan volgen.”
Zij: „Uiteindelijk moet het een context worden. Dat je weet: Lija en Rolf hebben die en die ideeën en daar past dit in.”
Art Rotterdam wordt gehouden in de Van Nellefabriek, in de ‘main section’ zijn op 6.500 vierkante meter ruim 100 galeries vertegenwoordigd, ook buitenlandse. Er is een sectie voor jonge galeries, er is een videobeurs, er is een podium voor jong talent (‘intersections’) en in ‘prospects and concepts’ kun je werk zien van jonge kunstenaars die in 2014 een subsidie kregen van het Mondriaanfonds.
Er is erg veel, kortom. Maar al bij de eerste galerie (01, Boetzelaer/Nispen) zien ze werk dat ze kennen: Jos van Merendonk, „met die speciale kleur groen waar hij steeds nieuwe uitwerkingen van heeft”. Een klein doek (6.000 euro, de grotere kost 20.000) zouden ze kunnen kopen: voor In4Art hebben ze zichzelf een limiet per kunstwerk gesteld van 8.000 euro. Maar Van Merendonk, hoe intrigerend ook, is eigenlijk al te bekend. En jong is hij ook niet meer (hij is van 1956).
Bij 07, Ornis A. Gallery stoppen ze weer. Daar hangt Tanja Ritterbex (1985), die staat op het lijstje, ook al zijn ze het over haar niet helemaal eens. Zeker is dat Rolfs vader het mooi zou vinden („sterke vrouwen, liefst naakt, haha”) en ook hij wil gaan verzamelen. Zou het niet mooi zijn hun collectie te beginnen met een werk voor hem? Bijvoorbeeld Comfort (2000 euro), dat pas de dag voor de beurs afgekomen is? Lija vraagt de kunstenares wat ze het liefst zou willen dat er gebeurt met Comfort. Tanja Ritterbex: „In het Stedelijk! Nee hoor, grapje, ik ben gewoon blij als het verkocht wordt.”
31, Galerie Ron Mandos. Werk van Konrad Wyrebek en Ryan McGinness. De McGinness die er hangt, Art History Is Not Linear (Boijmans) 1, is Rolfs lievelingswerk van de kunstenaar. Helaas: 44.000 euro. „Dat-ie zo duur zou zijn wisten wij niet, dit is echt buiten onze range”.
En Konrad Wyrebek? Ze staan samen voor CaMMoo (12.000 euro). Zij: „Dit werk gaat over data en wat die betekenen in de wereld van nu. Ik zie er bouwwerken in. En het silhouet van een vrouw. En dan sta ik er nog maar net voor.” Hij: „Het is net een slecht uitvergrote foto die je wilt scherpstellen. En juist daarom ga je beter kijken.” Zij: „Het lijkt door een computer geprogrammeerd, maar gaat tegelijk weer terug naar de schilderkunst, naar de rust daarvan. Precies wat mensen tegenwoordig steeds meer willen, denk ik. Nou ja, een echte kenner zou misschien wat anders zeggen, die zou mij onder de tafel kletsen.”
De galeriehouder vertelt dat dit de eerste keer is dat ze werk van Konrad Wyrebek tonen, „het is heel sterk”. Achter hangen meer werken van hem, kleuriger, kleiner en ook goedkoper. Lija: „Wat is zijn droom, weet je dat?”
83, Galerie Rianne Groen. Werk van Wouter van der Laan (1993), „de jongste kunstenaar die op onze lijst staat, hij is vorig jaar afgestudeerd.” Waarom hij? „Realistisch en dromerig tegelijk, dat zie je niet vaak.”
’s Avonds sturen ze een berichtje: ‘We hebben zowel werk van Konrad als Tanja gekocht. Kennismaking met Konrad was erg inspirerend.’ Uitgegeven op de eerste dag van Art Rotterdam: 2.000 en 6.500 euro.