Waarom kunnen 010 en 020 elkaar niet luchten?

Wekelijks zoekt de redactie wetenschap het antwoord op een vreemde vraag. Vandaag: waar komt die rivaliteit tussen Amsterdam en Rotterdam vandaan?

Amsterdam-Rotterdambeker, ontworpen door Mariëlle H. van Dijk (www.klikkesbaus.com)
Amsterdam-Rotterdambeker, ontworpen door Mariëlle H. van Dijk (www.klikkesbaus.com)

Zondag speelt Ajax tegen Feyenoord, in de Amsterdam Arena. Voor louter thuispubliek – anders zou het maar rellen worden. Dat supporters van Ajax en Feyenoord elkaar niet kunnen uitstaan, soms zelfs op de vuist gaan, en dat cabaretier Tom Manders (‘Dorus’) zei dat ‘het mooiste van Mokum de laatste trein naar Rotterdam is’, het hoort bij de folklore van de twintigste eeuw.

Toch berust die gecultiveerde vete op een veel ouder fundament: de competitie tussen de eerste en tweede stad der Nederlanden om de maritieme hegemonie.

Nog in 2002 begon het Amsterdamse havenbedrijf met de aanleg van een nieuwe containerterminal. Al in september 2012 moest die definitief de operaties staken wegens gebrek aan klandizie. Nog geen jaar later, in mei 2013, werd zestig kilometer naar het zuiden Maasvlakte 2 in gebruik genomen. Met dit nieuwe, in zee aangelegde gebied van 2.000 hectare werd de haven van Rotterdam 20 procent groter en blijft hij de grootste van Europa.

Verenigde Oostindische Compagnie

Vierhonderd jaar geleden lagen de kaarten heel anders. In de zestiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot een centrum van de opkomende wereldhandel. In 1613 begon de aanleg van de grachtengordel rond de haven aan het IJ. De kooplieden die rijk werden van hun investeringen in handelsondernemingen als de Verenigde Oostindische Compagnie lieten luxe huizen bouwen aan de drie nieuwe grachten.

In het zuiden van Holland, aan de monding van de Rijn, wist het veel kleinere Rotterdam in de loop van de zestiende eeuw zijn buren Delft en Dordrecht te overvleugelen. Eerst in de vrachtvaart op Engeland en in de haringvisserij, en na 1572, als de opstandige gewesten een haven nodig hebben en Amsterdam nog Spaans is, breidt het zijn handel met Engeland en Frankrijk uit.

Rotterdam is in 1602 medeoprichter van de VOC, met een zestiende aandeel. Amsterdam neemt de helft van het kapitaal voor zijn rekening. In 1675 telt Rotterdam 60.000 inwoners; Amsterdam is dan met 160.000 ingezetenen de derde stad van Europa, na Londen en Parijs.

De krachtsverhoudingen zijn duidelijk, toch wordt er al vroeg op gezinspeeld dat Rotterdam Amsterdam wel eens van de troon zou kunnen stoten. In 1676 schrijft de pauselijke nuntius in Keulen, Opizio Pallavicini: „Rotterdam is nog niet zo’n bekende stad, maar ze boekt de laatste tijd veel vooruitgang. (…) Kooplieden uit Amsterdam vertelden me dat zij bang zijn dat Rotterdam Amsterdam zal overvleugelen.(…) Haar ligging is veel gunstiger.”

Het uitzeilen van Oost-Indiëvaarders uit het Marsdiep; in het midden de Mauritius. Schilderij van Hendrik Cornelisz Vroom (ca. 1600).

Rotterdam heeft via de Rijndelta direct toegang tot de Noordzee, terwijl Amsterdamse schepen moeten omvaren via de Zuiderzee en het Marsdiep.

Het verdringingsspook blijft rondwaren in de hoofdstad. Claas Bruin, een Amsterdamse boekhouder, dicht in 1713 deze regels:

‘O bloejend Rotterdam! O schoone Maasvorstin! / Wat ziet ge al vlooten naar uw havens, uit en in / Gelijck in Gijsbrechts stad [lees: Amsterdam], die Paerel aan het IJ / Die gij bijnaar, door al uw zeemacht streeft voorbij’.

Die zo gevreesde ommekeer kwam overigens pas in 1872, met de aanleg van de Nieuwe Waterweg, die de vaarroute tussen Rotterdam en de Noordzee bekortte. Toen het Ruhrgebied industrialiseerde, was Rotterdam de aangewezen overslaghaven voor dit nabije achterland.

Eerste en tweede stad

Volgens cultuurhistorica Patricia van Ulzen worden Amsterdam en Rotterdam al eeuwen met elkaar vergeleken omdat ze al zo lang de eerste en tweede stad van Nederland zijn (met 825.000 en 625.000 inwoners). „Die relatie verklaart voor een deel de eigenschappen die aan beide steden worden toegeschreven. Amsterdam kan pochen op een roemrijk verleden, en vaart wel bij behoud van de status quo. Dit verklaart het verwijt van arrogantie en behoudendheid.

De Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland.

Foto Steven Lek.

„Rotterdam moet zich als tweede stad steeds bewijzen en heeft juist baat bij verandering. Dat verklaart het energieke en dynamische beeld van de stad. Rotterdam heeft ‘den moed der jeugd’, schreef een Italiaanse bezoeker aan het eind van de 19de eeuw, terwijl Amsterdam ‘op zijn lauweren rust’.”