Nederlandse F-16’s hebben in de strijd tegen IS tot nu toe 1.300 bommen boven Irak afgeworpen. In totaal viel de internationale coalitie tegen IS tot half januari 6.516 doelen aan in Irak. Bij de Nederlandse bombardementen was in twee gevallen mogelijk sprake van burgerslachtoffers. Deze zaken worden nog onderzocht.
Dit staat in antwoorden op 243 vragen die de Tweede Kamer aan het kabinet heeft gesteld ter voorbereiding op het debat over het besluit van het kabinet de luchtacties tegen IS uit breiden tot boven Syrië. Dit debat zal komende woensdag worden gehouden. Een grote meerderheid van de Tweede Kamer heeft al laten weten het kabinet te steunen.
Onderzoekers uitten vorige week kritiek op de geringe informatie die Nederland verstrekt over de bombardementsvluchten. Het kabinet beroept zich op „veiligheidsredenen” waardoor Defensie „zeer terughoudend” is met het verstrekken van „gedetailleerde informatie”.
De voorgenomen luchtacties van Nederland boven Syrië zijn gericht op de aanvoerlijnen van IS naar de frontlijnen van de organisatie in Irak. In hun antwoorden stellen de ministers Koenders (Buitenlandse Zaken, PvdA) en Hennis (Defensie, VVD) dat op grond van het humanitair oorlogsrecht alleen militaire doelwitten mogen worden aangevallen. Dit betekent dat banken en olieraffinaderijen hier buitenvallen hoewel IS hiermee schade zou kunnen worden toegebracht. „Alleen olieraffinaderijen die een directe bijdrage leveren aan de gewapende strijd kunnen een legitiem militair doel vormen”, schrijven beide ministers.