Biechtvader van de succesploeg-Post

Ruud Bakker

Als verzorger vierde hij grote triomften met de ploeg-Post.

Soigneur Ruud Bakker (links) helpt Johan van der Velde in de Tour van 1980.
Soigneur Ruud Bakker (links) helpt Johan van der Velde in de Tour van 1980. Foto Cor Vos

Ruud Bakker, die dinsdag op 72-jarige leeftijd aan de gevolgen van een auto-ongeluk overleed, was meer dan een soigneur, meer dan een verzorger van wielrenners, meer dan een masseur, meer dan verstrekker van aansterkende en versterkende middelen. Hij was ook een biechtvader. „Vooral een echte gever”, typeert zijn zoon Reem hem op de dag dat Bakker drie dagen na het ongeval door hersenletsel stierf.

In de tijd (jaren 70 en 80) dat professionele medische en psychologische begeleiding van wielrenners nog aan de handen en het inzicht van soigneurs werd toevertrouwd, zocht Bakker naar de beste middelen om mensen te helpen in hun begeerte naar triomf en glorie. Mede dankzij hem, de al even bevlogen mecanicien Jan Legrand en de perfectionistische ploegleider en organisator Peter Post vierden de ploegen van Raleigh en later Panasonic ongekende triomfen in de wielersport, met toprenners als Joop Zoetemelk, Jan Raas, Gerrie Knetemann en Hennie Kuiper.

Zoon Reem verwijst als eerbetoon aan zijn zojuist overleden vader naar het fatale ongeluk. „Na de botsing is mijn vader uit zijn auto gestapt en naar de automobilist die hem aanreed gelopen om te vragen hoe het met hem ging. Het ging hem niet om zijn eigen leven. Drie dagen later was hij dood. Dat is mijn vader. Altijd betrokken bij anderen. Zorgen voor anderen. Kijken en luisteren naar anderen. Ieder moment van de dag. Het was niet zijn beroep, het was compassie met wat mensen doormaken, waarom ze lijden.”

Bakker wilde mensen begrijpen. Steunend op een wandelstok – het gevolg van zware operaties aan een lekkende aorta – bezocht hij eind november de presentatie van een boek over Johan van der Velde, die hij in de jaren 80 als soigneur begeleidde. Met Van der Velde ging het mis. Doping, euforieversterkende middelen en verkeerde inschatting van menselijke mogelijkheden deden de voormalige wielerheld van de Tour en de Giro in de gevangenis belanden. Van der Velde was zichzelf kwijtgeraakt. Wie was hij?

Bakker zocht de oud-renner op in de gevangenis, hield hem op de been na zijn vrijlating en was er bij de presentatie van zijn boek De Speer van Rijsbergen (geschreven door John van Ierland) om Johan te belonen voor zijn doorzettingsvermogen. Van der Velde, nu buschauffeur bij de Roompot-ploeg, was tot tranen geroerd.

Zijn thrill

Zoon Reem kent meer voorbeelden van het altruïsme van zijn vader. „Hij nam het op voor gevallen sporthelden, tot aan zijn dood. Hij was er 24 uur mee bezig, het was zijn thrill. Is er nog iemand die ik hulp kan bieden? Mensen die niet meer wisten hoe verder te leven na hun sportcarrière, mensen die zich miskend voelden. Toen wielrenner Bert Pronk overleed, ving hij diens kinderen op. Toen Didi Thurau, de Duitse vedette bij Raleigh, door allerlei toestanden in problemen raakte, nam mijn vader Thurau in huis. Didi was een halve broer van me. Toen Thurau na zijn loopbaan financieel vastliep in zijn makelaardij, ging mijn vader naar Duitsland om hem te helpen.”

Bakker nam het op voor oud-judoka Wim Ruska, tweevoudig goudenmedaillewinnaar op de Olympische Spelen van 1972. Vorig jaar overleed Ruska. Bakker deed vergeefse pogingen bij sportkoepel NOC*NSF Ruska te eren met de Fanny Blankers Koen-trofee, als carrièreprijs. „Het lukte mijn vader niet. Ruska had een crimineel verleden, dat vond NOC*NSF ongepast. Mijn vader had gevoel voor miskenning en onrecht.”

Sterkste middelen

Bakker zocht en zocht. Altijd vond hij nieuwe middelen. Zo introduceerde hij vloeibare suikers, een elektrostimulator en ultrasoongeluid. En eendenvet als bescherming tegen kou en regen. Bakker vond vast meer, meer dan hij ooit heeft willen vertellen. In de tijd dat de wetenschap én de wielersport zoekende was naar de beste en sterkste middelen om zijn ‘cliënten’ naar uitzonderlijke hoogten te helpen, vond hij ook haptonomie.

Bakker merkte dat wielrenners tijdens hun massage een uitlaatklep nodig hadden. Zodra ze werden aangeraakt, gingen ze praten. Haptonomie leerde hem dat aanraking mensen verleidt tot ontboezeming. Mede daarom begon hij na zijn loopbaan als soigneur een praktijk massage en haptonomie.

Ruud Bakker, Hagenaar van geboorte, was een grote man. Je kon in en buiten het peloton niet om hem heen. Hij was zeer luid en duidelijk, altijd aanwezig. Dertig jaar lang werkte hij als soigneur. Vanaf 1974, nadat Peter Post hem had ontdekt en gevraagd met hem een ploeg op te bouwen, Raleigh. Hij ging op verzoek van Thurau een half jaar naar IJsboerke in België, keerde terug naar Raleigh en ging mee naar Panasonic. Een man die niet alleen de samenleving doorzag maar vooral de sportwereld. Een wereld vol gevallen helden, zoals een van zijn twee zoons, Reem, verwoordt op de sterfdag van zijn vader. „Mijn vader voelde wat mensen bewoog. Hij gaf ze vertrouwen. Je bent wie je bent, zeg het maar. Hij heeft geleerd wat spieren zeggen. En hij heeft geleerd wat mensen drijft, zonder veroordeling.”