Ze willen zo snel mogelijk naar Iran, nu de deals nog

De Iraanse markt ligt aan de voeten van Shell, KLM en Vopak. Maar buitenlandse bedrijven lopen voor.

Voordat de sancties van kracht werden, in 2010, importeerde Nederland ruim 1 miljard euro aan goederen en exporteerde het voor bijna 600 miljoen naar Iran.
Voordat de sancties van kracht werden, in 2010, importeerde Nederland ruim 1 miljard euro aan goederen en exporteerde het voor bijna 600 miljoen naar Iran. Foto ABEDIN TAHERKENAREH / EPA

Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken is de belangstelling onder Nederlandse bedrijven voor Iran „enorm”, nu de westerse handelssancties tegen het land zijn opgeheven. „Iedereen wil zo snel mogelijk die kant op”, zegt ook directeur Sander Vergroesen van de brancheclub van toeleveranciers van de olie- en gasindustrie IRO.

Bij nogal wat Nederlandse bedrijven heeft men rial-tekens in de ogen, om met de lokale munt te spreken. Met name op het gebied van landbouw, watermanagement en olie en gas zien veel Nederlanders kansen in het 80 miljoen inwoners tellende olierijke land.

Op volle toeren

Ook analist Thijs Berkelder van ABN Amro is optimistisch, bijvoorbeeld voor baggeraars als Boskalis en Van Oord. Zij kunnen volgens Berkelder profiteren van infrastructuurprojecten die weer op gang komen. Zelfs als Chinese concurrenten daarmee aan de haal gaan, valt dat positief uit. „Want dan komen er elders opdrachten vrij waar China even geen concurrent voor is.”

Hetzelfde geldt volgens hem voor olieterminalgigant Vopak. „Dat hoopt dat Iran weer opslagruimte gaat huren in de haven van Rotterdam.” De mogelijkheid bestaat dat Iran de export meer op Azië richt, maar ook dan is Vopak goed gepositioneerd met de eigen terminals in Singapore.

KLM zou naar verluidt al ver zijn met het hervatten van vluchten op Teheran. De luchtvaartmaatschappij wil dat echter niet bevestigen. Een woordvoerder meldt dat KLM „altijd kijkt naar nieuwe bestemmingen”.

Maar de meest voor de hand liggende profiteur is Shell. Dat was voor de sancties lange tijd zeer actief in Iran. Tussen Shell en Iran zouden al sinds vorig jaar gesprekken gaande zijn op hoog niveau. Shell reageert desgevraagd per e-mail onderkoeld enthousiast. „We blijven bekijken welke rol Shell kan spelen bij het ontwikkelen van het Iraanse potentieel op energiegebied.”

Shell heeft alleen eerst nog een miljardenprobleem op te lossen. Het moet een schuld van 2,3 miljard euro aan Iran voldoen die ontstond omdat het oliebedrijf uitstaande vorderingen niet meer mocht voldoen toen de sancties werden ingevoerd. Shell wil die schuld zo snel als de regels dat toelaten voldoen, zo laat het weten.

De Nederlandse ambassade in Teheran is op dit moment druk met het behartigen van de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. „De Nederlandse overheid is al flink bezig in Teheran”, zegt Ronald Mollinger, oud-ambassadeur in Iran. „Er is een handelskantoor ingericht op de ambassade en er is meer mankracht.”

Het lijkt dus een kwestie van tijd voor de handel met Iran weer het niveau bereikt van voor de sancties. In 2010 importeerde Nederland ruim 1 miljard euro aan goederen en exporteerde het voor bijna 600 miljoen.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken wijst er op dat in november minister Kamp van Economische Zaken met 60 bedrijven in zijn kielzog (waaronder Philips en Boskalis) op handelsmissie naar Iran ging. „Er wordt nu bezien welke economische bezoeken het komende jaar nog meer aan Iran kunnen worden afgelegd.”

Nederland loopt achter

Maar al die positieve geluiden ten spijt is er zo ver bekend nog geen enkel contract gesloten tussen Nederlandse en Iraanse bedrijven. De sancties zijn dan weliswaar grotendeels opgeheven, lokale handelseisen bestaan nog steeds, zo vertelt Mollinger, die tegenwoordig bedrijven adviseert die zaken willen doen in de regio.

„Nederlandse bedrijven hebben in Teheran nog geen voet tussen de deur. Je bent in Iran wettelijk verplicht een handelspartner te hebben.” Volgens de oud-ambassadeur is het selecteren van zo’n partner een heel proces, omdat je moeilijk van een dergelijke partij afkomt.

Volgens Buitenlandse Zaken zijn er ook nog geen zakelijke contracten gesloten. Oud-ambassadeur Mollinger verwacht dat ook niet op de korte termijn. „Zo’n groot contract uitwerken, daar gaan maanden overheen.”

Bedrijven uit andere Europese landen lijken sneller. Volgens Reuters heeft Daimler al handtekeningen gezet met lokale partners waardoor het weer trucks kan gaan verkopen. Tot 2010 verkocht het Duitse concern 10.000 voertuigen per jaar in Iran.

En vorig weekend werd bekend dat het Frans-Duitse Airbus 114 passagiersvliegtuigen aan Iran gaat leveren. Mollinger: „Duitsers, Fransen en Italianen zijn veel actiever dan de Nederlanders. Wij lopen een beetje achter.”

Wellicht zijn Nederlandse bedrijven voorzichtiger, mogelijk door waarschuwingen van Buitenlandse Zaken. Dat wil bedrijven „ook wijzen op de risico’s”. Immers: „Niet alle sancties zijn opgeheven en het betalingsverkeer is nog niet goed op gang”. Bovendien is het volgens minister Koenders (PvdA) „cruciaal” dat Iran zich aan de nucleaire afspraken blijft houden, omdat de sancties anders opnieuw worden ingesteld. „We varen niet op blind vertrouwen.”