Gemeenten krijgen eenmalig dertig miljoen euro om het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne te organiseren. Dat is 10 miljoen euro meer dan eerder door het kabinet toegezegd. Plasterk schrijft vandaag aan de Tweede Kamer dat hij en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) daarover overeenstemming hebben bereikt. Eerder vroeg de VNG om 42,2 miljoen euro.
De minister vindt het naar eigen zeggen belangrijk dat het referendum van 6 april aanstaande goed wordt voorbereid en georganiseerd. Omdat het onbekend is hoeveel referenda er in de toekomst worden gehouden moet er volgens hem goed gelet worden op de kosten. Het kabinet wil gaan kijken of de referenda in de toekomst eventueel soberder te organiseren zijn.
Op 6 april wordt gestemd over het associatieverdrag met Oekraïne, dat de banden tussen de EU en het land verstevigt. Het gaat om een raadgevend referendum op initiatief van GeenStijl, Burgercomité EU en het Forum voor Democratie. Er werden 443.000 handtekeningen verzameld om het te laten plaatsvinden.
Juncker
De politieke spanning rondom het referendum is opgelopen na de waarschuwende woorden van voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie over de gevolgen van een ‘nee’. Vorige week zaterdag zei Juncker in een interview met NRC dat een Nederlandse afwijzing van het associatieverdrag dat de Europese Unie met Oekraïne heeft gesloten “de deur kan openen naar een grote continentale crisis”. Hij vreest dat vooral Rusland zal profiteren van een negatieve uitkomst. Veel Nederlandse Tweede Kamerleden reageerden gepikeerd op zijn uitspraken.