GHB-verslaafden op het platteland kicken moeilijk af door gebrekkige begeleiding

GHB-verslaafden op het platteland kicken moeilijk af. De nazorg is gebrekkig, er is onvoldoende begeleiding en de opvang van oud-GHB-verslaafden die uit de afkickkliniek komen is ondermaats. Dit zeggen politie, straathoekwerkers en ouders van verslaafden aan de synthetische drug GHB in het woensdag gepubliceerde rapport Politie en GHB problematiek op het platteland.

Drugsonderzoeker Ton Nabben van het Amsterdamse Bonger Instituut bestudeerde de vier ‘GHB-brandhaarden’ van Nederland: Heerenveen, Twenterand, Heerhugowaard, Rucphen. Deze plaatsen kwamen het meest voor in politierapportages over GHB.

Lees ook: Ieder uur een buisje, anders ging hij trillen

De GHB-brandhaarden zijn gesloten gemeenschappen waar men wars is van autoriteit, zegt Nabben, waar „problemen lang onder de pet worden gehouden”. Dit speelt gebruikersnetwerken en dealers in de kaart. Er moet volgens de politie, zegt Nabben, bij het afkicken meer worden ingezet op nazorg en dagbesteding. Familie moet er nauw bij worden betrokken. „Het losweken van de oude vriendenkring van gebruikers is bijna onmogelijk. Kom je terug uit de kliniek, staan de potten GHB bij je vrienden op tafel.”

Hoeveel jongeren uit de vier plaatsen zijn afgekickt en hun leven weer oppakken? Nabben: „Ik heb ze nauwelijks gesproken. Een paar misschien?” Verhuizen vergroot de kansen op een drugsvrij bestaan, zegt hij, het voorkomt dat ex-verslaafden afglijden in oude gewoontes.