Vrouwelijke topbestuurders komen juist uit vrouwonvriendelijke landen

In de laatste Opzij van 2015 fantaseerde Sheila Sitalsing hardop over de mogelijkheid dat 2016 het ‘jaar van de vrouw’ wordt. Allemaal dankzij Hillary Clinton, die zomaar ineens volgend jaar de machtigste van de wereld kan zijn. In Nederland moeten we nog even wachten op dat jaar van de vrouw, zo schrijft ze. Want in Nederland hebben we nog steeds een aanrechtsubsidie. In Nederland lijden vrouwen nog steeds onder „onschuldig ogend alledaags seksisme”. En in Nederland hebben we nog steeds geen quota voor vrouwelijke bestuurders, alleen dreigementen.

Ik ben het met haar eens dat de hoop voor de vrouw uit de VS moet komen. Wie naar de Fortune of Forbes-lijstjes van machtigste vrouwen ter wereld kijkt, ziet in één oogopslag dat de VS de belangrijkste leverancier is. Merkel en Lagarde zijn uitzonderingen. 18 van de 25 hoogst genoteerde machtsvrouwen in de Forbes-lijst zijn Amerikaan. De VS is de absolute voortrekker van wereldwijde emancipatie.

Vorig jaar vertrok ik naar dat land van de succesvrouwen. Ik vond het doodeng. Ik was dertig, ik wilde aan een gezin beginnen. Nederland is een heel warm en fijn bad voor dertigers die aan een gezin willen beginnen. Het was lastig om daar uit te stappen. In de VS was het aanvankelijk niet eens duidelijk of ik wel verzekerd zou zijn voor zwangerschapsgerelateerde zorgkosten. Verder was ik bang voor de meedogenloze werkcultuur, de twaalf vakantiedagen, het gebrek aan parttime opties, gecombineerd met het feit dat de VS één van de enige ontwikkelde landen ter wereld is zonder betaald zwangerschapsverlof.

Maar we gingen toch. En nu ik in verwachting ben, gaat het straks op de Amerikaanse manier. Ik werk door tot de bevalling. Er is geen kraamzorg. Ik krijg zes weken verlof. En dat verlof is grotendeels een sigaar uit eigen doos. Het zijn voornamelijk mijn vakantie- en ziektedagen.

Ik leerde twee dingen. 1: het land van de topvrouwen barst van de vrouwonvriendelijke regelingen. En 2: aan vrouwonvriendelijke regelingen wen je snel. Nederlanders vragen me: wanneer ga je stoppen met werken? Amerikanen vragen dat nooit. We bespreken hoogstens de nachtmerrie dat mijn vliezen breken tijdens het pipetteren. Toen ik mijn collega de Nederlandse gang van zaken uitlegde, waar vrouwen vier weken voor de bevalling stoppen met werken, keek ze me verbaasd aan. „Wat zou je al die weken thuis willen doen? Kleertjes vouwen?” Natuurlijk sta ik niet te jubelen met mijn korte verlofje. Een langer zwangerschapsverlof, zoals bedrijven als Facebook en Netflix nu organiseren voor hun werknemers, zou beter zijn. En wellicht piep ik over een paar maanden wel anders. Maar waar het vanuit Nederland nog ondoenlijk, misschien zelfs onmenselijk leek, lijkt het vanuit de VS de normaalste zaak van de wereld. Al die andere vrouwen die hier met hun grote zwangere buiken door de gangen van de universiteit wiegen, doen het ook. Als zij het kunnen, kan ik het ook.

Weet je wat Nederlanders me ook vragen: hoe ik het ga doen na de bevalling? Ze doelen op een stapje terug. Een beetje rustiger aan. Een dagje voor het kind. Dat deeltijdwerken is besmettelijk en erfelijk. Ik kende in Nederland niet één voltijds werkende moeder. Maar een paar maanden na aankomst in de VS merkte ik al dat ik er anders over ging denken. Vrouwen leveren hier net zoveel uren als de mannen. Dat is de norm. En het is in rap tempo ook mijn nieuwe norm geworden.

Ik ben het met Sitalsing eens dat het ‘jaar van de vrouw’ in Nederland nog lichtjaren verwijderd is. Maar ik zie andere oorzaken dan zij. Het is makkelijk klagen over het old boys network, het glazen plafond, de vrouwonvriendelijke cultuur in bestuurskamers, het seksisme, de stomme grapjes. Maar de cultuur buiten de bestuurskamer is misschien belangrijker in het afremmen van vrouwen. Dat is de cultuur die voorschrijft dat het gewoon is, misschien zelfs gezond en belangrijk en wenselijk voor vrouw en kind, om een dagje minder te werken, om in het warme bad plaats te nemen. Van alle werkende vrouwen in Nederland doet maar een kwart dat voltijds, een kwart doet mee voor de topposities. In de VS is dat driekwart. Let wel: dat warme Nederlandse bad heeft ook voordelen. Het levert gelukkige vrouwen en gelukkige kinderen op. Maar niet zoveel vrouwelijke topbestuurders. Die moeten uit vrouwonvriendelijker landen komen.

Dat quotum zou rechtvaardig zijn als vrouwen daadwerkelijk massaal met hun hoofd tegen dat glazen plafond bonken. Maar dat is niet zo. Comfort en succes gaan niet hand in hand. In Nederland kiezen we voor comfort. De gevolgen daarvan moeten we maar accepteren.