Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Sport

Een absolute topploeg met een grote kans op de wereldtitel

Nederland heeft voor het eerst in de geschiedenis de finale van het WK gehaald. „Dit is zo’n leuk team, met zoveel leuke meiden, dat is echt niet normaal.”

Aanvalster Estavana Polman probeert de verdediging van Polen te slechten. Nycke Groot, ook een van de gangmakers van het team, viert het behalen van de finale.
Aanvalster Estavana Polman probeert de verdediging van Polen te slechten. Nycke Groot, ook een van de gangmakers van het team, viert het behalen van de finale. Foto Henk Seppen, JONATHAN NACKSTRAND/AFP

Het adagium dat je een finale niet zo maar haalt, geldt niet voor het Nederlands vrouwenhandbalteam. Alsof het dagelijks werk is, zo makkelijk plaatste Nederland zich vrijdagavond voor de finale van het WK in Denemarken. De wereldtitel lonkt, nadat Polen in de halve finale in de kolkende Jyske Boxen in Herning met 30-25 was verslagen.

Een unieke prestatie van een uniek team. Tot het WK gold Nederland in het mondiale handbal als een tegenstander waar de toplanden niet echt zenuwachtig van werden. Een niet te onderschatten land, dat zeker, maar geen ploeg die een bedreiging voor een podiumplaats vormde. Maar het latente talent kwam de afgelopen twee weken spectaculair tot wasdom. Vanaf wedstijd één speelde Nederland snel, modern handbal, gestut door de fantastische keepster Tess Wester, een solide verdediging en aanvallend gevoed door de geniale speelsters Estavana Polman en vooral Nycke Groot. Nederland groeide uit tot de sensatie van het WK.

Het Nederlandse gevaar werd door de tegenstanders al snel onderkend, maar wat ook werd geprobeerd, op Zweden na – 28-28 in de groepswedstrijd – kon geen land Nederland stuiten. Sterker, geduchte tegenstanders als Polen en Servië werden compleet zoek gespeeld. In deze samenstelling is Nederland een absolute topploeg met een grote kans op het behalen van de wereldtitel. Onvoorstelbaar. Wie de woorden Nederland en wereldkampioen tot voor kort over de tong liet rollen werd weemoedig aangestaard.

De status van Nederland is explosief gestegen. De naam wordt in het handbalgekke Denemarken met veel respect uitgesproken. Wat speelt Nederland goed en fris handbal, is de heersende opvatting. De Denen, die hun ploeg in de kwartfinales na een spectaculair gevecht met Roemenië zagen sneuvelen, gunnen als liefhebbers Nederland de wereldtitel, zoveel is in Herning wel duidelijk.

Een lichtzinnige fase

De wedstrijd van vrijdagavond tegen Polen leek een kopie te worden van de groepswedstrijd die Nederland precies een week geleden met elf doelpunten verschil (31-20) had gewonnen. Met geconcentreerd, creatief en effectief spel werd Polen bij rust op een 15-8 achterstand gezet. Alles klopte in die fase, vond ook bondscoach Henk Groener. In de tweede helft volgde een lichtzinnige fase. Nederland werd slordig in de afwerking en Wester, het slot op de deur, had even geen vat op vliegende schoten. Een maximale voorsprong van negen doelpunten slonk op een goed moment tot drie treffers. Maar toen stonden Polman en Groot op. Zij sleepten Nederland met een viertal cruciale treffers door die moeilijke fase heen.

De opgebouwde marge in de eerste helft bleek uiteindelijk de basis voor de finaleplaats. Dat erkende Groener, die gedwongen was Nycke Groot in de tweede helft even rust te geven. Hij kon niet ongestraft een beroep op zijn sterspeelster blijven doen. Groener weet dat in de finale veel van haar zal afhangen. Maar hij had Nycke Groot, die na afloop verklaarde „helemaal kapot” te zitten, tegen Polen uiteindelijk hard nodig om de overwinning veilig te stellen. Groener: „Met Nycke in de ploeg keerde de stabiliteit terug. Zij zorgt voor rust in het veld, waarna we ook weer de oplossingen vonden.”

Nederland zit in een flow, heet het. Een begrip waar Groener weinig mee kan. Alsof het allemaal zo makkelijk is gegaan. „Ja, bij vlagen, zoals tegen Polen en Servië, maar tegen Zweden, Frankrijk en de tweede keer tegen Polen was het gewoon hard werken, hoor.” Zweverige termen zijn aan Groener niet besteed. Hij is van de realistische school en zag vrijdag dat de speelsters ook in de achtste wedstrijd op het WK nog barstten van de energie „De gretigheid spat er nog steeds vanaf”, stelt de bondscoach nuchter, maar bovenal geruststellend vast.

Zelfs nu Nederland de finale heeft gehaald, waakt Groener ervoor op het schild te worden gehesen. Alle eer voor de speelsters, is zijn oprechte opvatting. „Deze meiden gaan voor elkaar door het vuur. Mijn taak is de homogeniteit bewaken en waar nodig bijsturen. Ik moet vooral niemand in de weg zitten. Schaker Jan Timman schreef ooit het leerzame boek Het smalle pad over de valkuilen van een WK. De speelsters zoeken hier zelf dat pad. Ik geef hooguit een duwtje als iemand even afdwaalt. Maar geloof me, dat gebeurt zelden. Dit is een unieke groep.”

Cirkelloopster Yvette Broch bevestigt die homogeniteit. In een interview met dagblad Trouw spreekt zij in lyrische termen over sterke onderlinge band. Bijzonder voor een vrouwenteam, waar naijver nog wel eens de kop wil opsteken. Broch spreekt een andere taal: „Dit is zo’n leuk team, met zoveel leuke meiden, dat is echt niet normaal. Daarom werkt het ook. Iedereen gunt elkaar het succes. We helpen elkaar met alles. Ik weet dat het zo niet altijd gaat, maar in dit team is dat wel zo.”

De speelsters wisten na afloop niet wat hen overkwam. In alle eerlijkheid hadden zij vooraf niet echt op een finaleplaats gerekend. In het gunstigste geval op een podiumplaats, mede om een goede uitgangspositie te verwerven voor een van de drie kwalificatietoernooien voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Het woord droom rolde na afloop over vele lippen, de ene keer voorzien van het bijvoeglijk naamwoord ‘stoutste’ en een andere keer van ‘mooiste’. Maar de speelsters, die op twee na gevormd zijn bij sterke Europese clubs, waren wel zo professioneel om de finaleplaats vrijdagavond niet als de ultieme overwinning te vieren. Alsof ze al vaker in die luxe positie hebben verkeerd, zo gedroegen ze zich. Ze zijn blij, maar niet tevreden. De speelsters willen wereldkampioen worden. Deze unieke kans willen ze onder geen voorwaarden laten glippen, dat lieten de een na de ander duidelijk merken. „Nee, vanavond nog geen fles wijn. Die bewaren we voor zondagavond”, zei Yvette Broch veelbetekenend.

Naast de wereldtitel wacht zondag een bonus. De wereldkampioen plaatst zich rechtstreeks voor de Olympische Spelen en is verlost van een vrij ingewikkeld kwalificatietraject. Dat is iets wat de speelsters wel degelijk bezighoudt, vertelt Broch. Historisch verklaarbaar, want Nederland heeft alleen maar mislukte pogingen achter de rug. Yvette Broch: „De Spelen, dat is de grootste droom die we hebben.”