Je kan op twee manieren in de kantoorjungle gaan zitten. Als een meurende zak aardappelen die de hele dag roept dat hij een etter van een baas heeft, te weinig verdient en liever op het strand had gezeten; of als een fladderende lentebloem die zachtjes wiegend licht en liefde verspreidt.
Grofweg gezegd dan.
Ik ben altijd heel erg van de lentebloemoptie, maar er zijn periodes op kantoor dat zelfs de grootste optimist er geen gat meer in ziet. En dat is natuurlijk de tijd rond Kerst en Oud en Nieuw met de Nieuwjaarsreceptie als trap na.
Een periode die alle stress, vertwijfeling, eenzaamheid en ellende in de kantoortuin uitvergroot en erger maakt. Alsof er een baby geboren wordt in een stal, en dit de eerste drie maanden erna zijn. De horreur. De zoenen op de nieuwjaarsreceptie waar je al maanden tegenop ziet. De collega’s die plakkerige borstplaat, waxinelichtjes en amarylli plaatsen op plekken waar dat best lastig uitkomt.
De huichelachtige wensen van mensen van wie je net blij was dat je ze vergeten was. De relatiegeschenken die met vrachtwagens vol naar binnen worden gereden maar nooit voor jou zijn. Het kerstpakket. De collega’s die er ‘uit principe niks aan doen’, de collega’s die alles al in juli pico bello hadden voorbereid en daar héél graag over vertellen.
Het moment dat iedereen met ironische sexy kersttruien op de borrel staat, en jij weer in je verwassen glittertruitje uit 2004. De collega’s die steeds zeggen ‘vandaag is mijn laatste dag’. Dat er zelfs een Richtlijn Kerstversiering op de Werkplek is, godbetert. De eenzame collega’s die geen warme dagen hebben om naar uit te kijken, en stilletjes lijden.
Het ergste is natuurlijk niet eens dit alles, maar dat het al sinds eind november nergens anders over gaat. Dat gevraag de hele tijd ‘of je nog wat leuks gaat doen met de feestdagen’ en dat je dan moet zeggen dat je alleen thuiszit. En als je dan uit beleefdheid terugvraagt wat zij gaan doen, dat ze dan zeggen ‘niks bijzonders’ en dan kómt er vervolgens een verhaal.
Over een groot landhuis in Frankrijk waar ze met een groep vrienden ‘elk jaar’ heengaan. Over glühwein, vuurkorven en een hooizolder waar de kinderen slapen. En een zelfgeschoten everzwijn dat ze roosteren boven de haard terwijl twee van de mannen cranberrysaus maken van cranberry’s uit eigen tuin. En dat ze geen wijn hoeven mee te nemen, want hun Franse schoonzus heeft een klein champagnehuis, die komt met een bus vol. En dat iedereen dan nog dagen blijft hangen, tot het laatste stukje varken op is. En met Oud en Nieuw doen ze ook niks bijzonders. Dan…
Hou je kop.
Niet gek dus dat mensen me vaak vragen: hoe overleef ik december en januari op kantoor?
Mijn advies zou zijn: schud de aardappelzak af en doe eens een lentebloem. Ga er gewoon eens vól in dit jaar, kijken wat er gebeurt. Dus niks stap terug, lijden en uitzitten, maar een stap naar voren, en december en januari omarmen. Dus hop die jarretelles aan, een heupflacon erin en een slok nemen elke keer als je het woord ‘schoonmoeder’ hoort. En verder veel ondernemen.
Dus zélf eens die kerststukken kopen, die amarylli, dat borstplaat en die ballen. Voor elk bureau wat, huur steekwagentjes. En lachen om de grapjes van de baas in de nieuwjaarsspeech, juist als ze niet leuk zijn. Laat verder stickers drukken met ‘kerst is een KANS’ erop, en laat je emoties lekker komen.
Trek een konijn uit het bos, braad het en dien het op voor je afdeling, timmer een 10 meter hoge kerstboom van kale planken en zet hem in de hal. Nodig grote groepen zwervers uit voor chocomel met rum, rooster kastanjes in de parkeergarage en regel een levende kerststal met boerderijdieren. Impregneer jezelf tegen brand en wees een levende fakkel waaraan je collega’s zich kunnen warmen.
En de kerstborrel dan?
En doe dat vooral ook op de nieuwjaarsreceptie. Mensen vragen me al sinds september hoe dat nou toch moet, met die zoenende collega’s. Dan zeg ik jongens, jullie weten hoe ik erover denk. Mensen die niet naar de receptie gaan vind ik te makkelijk. Ook hier geldt weer: geen aardappelzakken, maar lentebloemen.
Dus spuit die ludieke slagroombaard op je wangen en duik erin. Zoek de collega met de snor met de stukjes erin, en smeer hem helemaal onder. Achtervolg de creep van ICT tot op het toilet. Knuffel de kazige baardmans tot hij een ons weegt, en haal na afloop een tetanusspuit en ga lekker in bad.
Want weet je wat het is.
Kerst is het New York van de kantoortuin. Als je het hier maakt, kan je het overal maken. Ik zou zeggen: maak van december en januari op kantoor je eigen Britse kerstfilm waar iedereen gelouterd uitkomt.
En als het mislukt kan je er altijd volgend jaar weer als een zak aardappelen bij gaan zitten.
Uw gids voor de kantoorjungle wenst u een vreugdevolle Kerst en een hoopvol begin van 2019.
Deze column verscheen in 2013 in aangepaste vorm al in NRC