„Nu de wereldwijde gemiddelde temperatuur met één graad is gestegen, komen we al in de gevarenzone”, zegt professor Hans Joachim Schellnhuber, directeur van het instituut voor onderzoek naar de gevolgen van klimaatverandering in Potsdam. Hij kan het niet mooier maken dan het is. En hij wil het ook niet mooier maken. Daarin verschilt hij van veel klimaatwetenschappers, die hun bevindingen graag voorzichtig aan de buitenwereld uitleggen.
Schellnhuber is wat velen een alarmist zouden noemen. Hij maakt zich grote zorgen over wat de mensheid doet met het klimaat. En hij is bereid dat steeds opnieuw, in krachtige bewoordingen uit te leggen. Daarmee maakt hij geen vrienden. Tijdens een lezing in Australië stond er ineens iemand voor hem met een strop in zijn hand, die zei: ‘Dit kunt u verwachten, hier in Australië’.
„Ik krijg doodsbedreigingen en haatmails”, zegt Schellnhuber in een hotel in Haarlem, waar hij onlangs de Spaarnelezing gaf. „Als ik nou maar gewoon mijn werk zou doen en verder zou zwijgen, zouden ze me wel met rust laten. Maar als ik niet waarschuw terwijl ik de risico’s ken, breng ik mensen in gevaar. Dan maak ik me schuldig aan wat ze in Duitsland ‘unterlassene Hilfsleistung’ noemen. Dat wil zeggen, dat je zou kunnen helpen maar het niet doet. En dat is strafbaar.”
Schellnhuber is een van de belangrijkste klimaatadviseurs van de Duitse bondskanselier Angela Merkel. En hij was medeverantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van de encycliek Laudato si’ van paus Franciscus over klimaatverandering.
Gestolde energie
Het is eigenlijk heel eenvoudig met de opwarming van de aarde, legt hij uit in zijn lezing in Haarlem. Kolen, olie en gas vormen de gestolde energie van 500 miljoen jaar aan zonlicht. Via fotosynthese wordt kooldioxide in planten vastgelegd als koolstof. Die keert deels terug in de atmosfeer als planten ’s nachts ‘uitademen’ of als ze verteren, vertelt Schellnhuber. Maar een deel van de plantenresten vormt een steeds dikkere laag koolstof die niet terugkeert in de cyclus en die uiteindelijk wordt omgezet in fossiele brandstoffen. „Wat zich in 500 miljoen jaar heeft verzameld zijn we bezig in 200 jaar op te branden. Het is de grootste chemische reactie in de wereldgeschiedenis.”
„Geologen zeggen dat ik me niet zo druk moet maken over de opwarming. Het klimaat verandert nu eenmaal altijd. Mijn antwoord is: dat is waar, maar de aarde nam daar steeds tienduizenden jaren de tijd voor. Nu gebeurt het in een oogopslag.”
Intussen hebben we de gratis schone energie van de zon nog nauwelijks gebruikt. De fotovoltaïsche technologie werd al in 1956 in de Verenigde Staten ontdekt, zegt Schellnhuber, maar we hebben er een halve eeuw niets mee gedaan. Dat is de ironie vindt hij. „Er zijn twee vormen van energieopwekking: kernfusie en kernsplitsing. De zon is de natuurlijke kernfusiereactor. Wij mensen proberen die kernfusie al jarenlang met immense financiering voor elkaar te krijgen. En aardwarmte is het resultaat van de natuurlijke kensplitsingsreactor in de aarde. We zijn heel dom dat we die twee originele bronnen niet gebruiken. Ze zijn gratis en onschadelijk.”
Wat we economisch doen, is volgens Schellnhuber niet altijd de beste keuze. Het is het gevolg van toevalligheden, fouten en willekeurige beslissingen – wat ze in het Engels ‘path dependency’ noemen en ‘lock-in’. Je sluit je jezelf op in een verkeerde route. „De Amerikanen zeggen: als je in een diep gat zit, kun je maar beter stoppen met graven. Maar wij gaan gewoon door met graven.”
Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie ligt de temperatuur nu voor het eerst gemiddeld één graad boven de pre-industriële tijd. Wat betekent dat?
„Dat is een nogal willekeurig getal. De Amerikanen meten in Fahrenheit, voor hen heeft één graad Celsius dus geen betekenis. Maar het heeft natuurlijk een symbolische waarde. Eén graad is veel. Je kunt zeggen: wij zitten hier binnen bij 22 graden, buiten is het waarschijnlijk een graad of acht. Wat stelt één graad dan voor? Maar je moet het vergelijken met een lichaam. Dat heeft, net als de aarde in het Holoceen, een vrijwel constante temperatuur. Als het lichaam één graad te warm wordt, ben je koortsig, bij twee graden ben je flink ziek en bij vijf graden ga je dood.
„Wat opwarming betekent kun je vergelijken met een lichaam dat wordt opgesloten in een sauna? De lichaamsfuncties beginnen een voor een uit te vallen, niet allemaal tegelijk. Eerst misschien de nieren, dan de lever en uiteindelijk het hart. Zo is het ook met de aarde. Als we de temperatuur omhoog blijven draaien, zullen sommige systemen uitval vertonen. Als eerste waarschijnlijk de moessonregens in India en West-Afrika, de ijsplaten in het Arctisch gebied, het Amazonewoud, het Great-Barrier Reef, de noordelijke bossen en – heel belangrijk – de golfstroom. Deze systemen gaan slechter functioneren, veranderen of storten volledig in.”
Zitten we nu al te lang in die sauna?
„Bij één graad zitten we aan het begin van de risico’s. Maar we moeten ons realiseren dat al die processen op aarde niet lineair verlopen. Bij twee graden opwarming houdt een deel van de systemen er misschien mee op. Eigenlijk is dat dus te veel. Als we de klimaatwetenschap combineren met wat economisch, technisch en psychologisch haalbaar is, komen we ergens uit tussen de anderhalf en twee en een halve graad. Ik ben geen utopist. Ik spreek ook met de auto-industrie, met Shell en BP, met vakbonden en werkgevers. En die zeggen: ja we zien de noodzaak, maar u moet ook denken aan arbeidsplaatsen en economie. Hopelijk kunnen we in Parijs besluiten tot een soort formulering als: ‘zo veel mogelijk onder de twee graden’.
„Die twee graden zal de planeet zeker veranderen. Het betekent bijvoorbeeld dat de zeespiegel met zeker zes meter zal stijgen. Dat duurt duizend jaar, maar al deze eeuw wordt het zeker één meter. En ook dat is heel veel. Natuurlijk kun je, zoals Nederland dat doet, je land indijken. Maar kijk eens naar de Noord-Duitse kust. Die is wonderschoon, dat is allemaal natuurgebied. Als je daar een dijk bouwt blijft er niks van over. En wil je werkelijk een muur zetten voor het strand van Honolulu? Dat zou een drama zijn voor het toerisme. Twee graden is de absolute limiet. Maar kijk eens waar ‘business as usual’ toe leidt. Dan komen we in een terra incognita. Grote delen van de aarde zullen onbewoonbaar worden.”
U zei in uw lezing dat politici willen dat de wetenschap de waarheid achterhaalt, maar die vervolgens een beetje mild vertelt. Dat is niet echt wat u doet.
„Ik krijg vaak het verwijt dat bangmakerij niet werkt. Het zou mensen alleen maar verlammen. Maar als ik naast een brandend huis sta, kan ik toch moeilijk zeggen: ga gerust naar binnen, je hoeft niet bang te zijn dat er iets gebeurt. Dan kan ik niet anders dan roepen: pas op! Maar je moet dat wel overtuigend doen, zakelijk de feiten vertellen. En die feiten spreken voor zich. De stijgende curves in de grafieken kun je niet weg discussiëren. Ik ben in de Alpen geboren. Veel van de gletsjers uit mijn jeugd, zijn verdwenen. Dus ook als de waarheid ongemakkelijk is, als mensen het liefst de boodschap verdringen, moet ik ze eraan herinneren.”
Veel van uw collega’s zijn een stuk voorzichtiger.
„Ze hebben gemerkt wat er gebeurt als ze iets zeggen over een onderwerp dat maatschappelijk echt relevant is, en dat gevolgen heeft voor de economie, zoals klimaatverandering. Dan moet je rekening houden met heftige reacties. Mensen die normaal in hun ivoren toren leven zijn het niet gewend om zo zwaar bekritiseerd te worden. Velen gaan het daarom liever uit de weg. Weet u, wetenschappers zijn geen helden. Ze gaan juist in de wetenschap omdat het zo’n lekker beschermde omgeving is.
„Een bedrijf als Exxon-Mobil heeft campagnes betaald die bedoeld waren om mij en andere wetenschappers in diskrediet te brengen. Via denktanks, die wetenschappelijk niets voorstellen, maar die gewoon zeggen: klimaatwetenschap is slechte wetenschap. Punt. Dat is al genoeg. Want de media proberen nou eenmaal ook altijd het tegengeluid te laten horen. Daardoor ontstaat een ‘false balance’: als ik Schellnhuber aan het woord heb gelaten, zoek ik ook een of andere geoloog die dan mag zeggen: ach, het klimaat is altijd aan veranderingen onderhevig. Enerzijds, anderzijds.
„De klimaatwetenschap is daardoor voorzichtig geworden. Het laatste IPCC-rapport staat vol met ja, maar en eventueel. Ik vind dat het rapport veel duidelijker had kunnen en moeten zijn. De wetenschap om dat te doen, die is er!”
Is er dan niets geruststellends?
„Denk vooral niet dat ik alleen de ergste zaken op een rij zet. Ook op ons instituut in Potsdam zijn we wanhopig op zoek naar positief nieuws. Laatst hebben we nog eens gekeken naar het kantelpunt waarop de Amazone uiteenvalt. We hebben daarin voor het eerst ook de biodiversiteit in het gebied meegenomen. Het blijkt dat de bossen zich juist door die enorme soortenrijkdom kunnen herstellen, al duurt dat wel meer dan een eeuw. Maar – en daar komt helaas toch weer iets negatiefs – we zijn juist bezig via illegale houtkap uitgerekend die biodiversiteit te vernietigen.
„Dat is het absurde. We doden onze beste vrienden, alles wat ons zou kunnen helpen om klimaatverandering tegen te gaan. Een ecosysteem dat volledig intact is, zou een deel van de opwarming kunnen weerstaan en de gevolgen afremmen. Maar als we tegelijkertijd de ecosystemen aantasten, is het geheel niet te redden. Kijk naar de koraalriffen. Die hebben het moeilijk door de opwarming en door de verzuring van de oceanen. Maar ze worden vernietigd door de visserij met dynamiet, door de scheepvaart, door het plastic in de oceanen.”
Beseffen politici wel hoe erg het is?
„De meeste politici weten dondersgoed wat er aan de hand is. Maar ze hebben lange tijd uitvluchten gezocht. Ze zeiden dat het onzeker was – maar het is niet meer onzeker. Of dat we moesten wachten tot de wetenschap het eens was – maar we zijn het al lang eens. Of dat we moesten wachten tot het probleem zichtbaar wordt – maar het is al zichtbaar. Of ze nemen het wel serieus, maar ze moeten nu eerst het terrorisme bestrijden, de immigratie tegengaan, de euro stabiliseren.
„Politici houden niet van een probleem waarvan ze moeten zeggen dat over vijftig jaar misschien de eerste voordelen zullen blijken. Ze willen successen kunnen laten zien, en liefst snel. En kiezers honoreren dat ook. We moeten niet de politiek of het bedrijfsleven de schuld geven, maar de kiezers en de consumenten. Zij hebben het voor het zeggen. Als niemand meer naar een bepaald bedrijf gaat, zal het binnen een jaar zijn deuren sluiten. Als aandeelhouders niet alleen naar hun winst kijken, maar ook naar waar hun geld naartoe gaat, bepalen zij wat er gebeurt. We moeten niet naar anderen wijzen, maar naar onszelf.”
Is dat ook de boodschap van de encycliek van paus Franciscus over het klimaat, waaraan u hebt meegewerkt?
„Volgens de paus zijn onze keuzes het resultaat van onze waarden. De encycliek zegt dat er twee belangrijke waarden zijn: de solidariteit met de zwakkeren en de harmonie met de natuur. Met die twee waarden en deze wetenschappelijke kennis, blijft er maar één keuze over: klimaatverandering bestrijden, biodiversiteit beschermen. Als wij de schepping vernietigen, zal de schepping ons vernietigen.”
De paus wijst technologische en economische oplossingen voor het probleem af.
„De paus wil er volgens mij vooral op wijzen dat we niet alleen slimme marktoplossingen nodig hebben, maar ook sociale gerechtigheid. In een ideale wereld, waar iedereen een redelijk inkomen heeft en toegang tot het maatschappelijke krachtenveld, waar een ‘level payingfield’ bestaat, zou de markt fantastisch functioneren. Maar Donald Trump en een willekeurige visser uit de Filippijnen zijn geen gelijkwaardige spelers. Trump heeft tien investeringsbanken die voor zijn geld zorgen. In één nacht kan hij miljoenen verdienen. De visser kan veertien uur werken en nog steeds verdient hij niet meer dan één dollar per dag.”
Wat is uw boodschap in Parijs?
„We moeten een verhaal hebben. De tweegradengrens, uitstootreducties, mechanismen voor transparantie – dat is allemaal belangrijk. Maar het gaat om de achterliggende visie: dat we liefst snel, rond het midden van deze eeuw, afstevenen op volledige decarbonisatie. Koolstof neutraal, klimaatneutraal of hoe je het ook wilt noemen.
„We zitten midden in de grootste industriële revolutie ooit. De boodschap van Parijs moet zijn dat die revolutie in 2050 voltooid moet zijn. De wereld zal in ieder geval veranderen. We kunnen kiezen: of wij worden veranderd door de omstandigheden, of wij zijn zelf degenen die de verandering vormgeven.”