Met een kind zo blakend en blij als het onze hoefde je zelfs in Winkelcentrum Diemerplein in Diemen niet om een praatje verlegen te zitten. Kwam ik er alleen dan werd ik genegeerd, zoals ik de anderen ook negeerde. De ongeschreven code was dat je pas op elkaar reageerde bij ongewenst fysiek contact, dan zei je ‘sorry’. Zelfs duidelijk voor het entertainment ingehuurde mensen – sinterklazen, kerstmannen, zangers, mimespelers, standbeelden, Dolf Jansen – hadden het er moeilijk. Ze werden er keihard geconfronteerd met zichzelf, nergens werden ze zo apathisch voorbijgelopen als in Winkelcentrum Diemerplein.
Het beste optreden dat ik er ooit zag was dat van volkszanger Joop Leeuwendaal. Er waren letterlijk nul belangstellenden, maar toch zei hij na ieder nummer: ‘Dank je wel, Diemen!’
Zaterdag, op de dag van Sinterklaas, hadden ze er weer van alles uit de kast getrokken voor de mensen: van kerstbomen tot aan het plafond tot een kraampje waar ze gratis vorkjes met stukjes brood vol Zwitserse kaasfondue uitdeelden. En steeds weer dezelfde decembermuziek die uit de speakers kwam.
Voor het kind was het de eerste keer dat ze dit allemaal moest ondergaan. Ze zag er met haar ijsberenmuts weer uit om op te vreten.
Ik wist inmiddels dat dit wel wat losmaakte bij de volledig door het leven murw gebeukte bezoekers van Winkelcentrum Diemerplein. Je moest die kinderwagen voortduren bewaken omdat ze anders hun hoofden, handen of vingers erin staken. Toen ik bij Bakkerij Jongejans even niet oplette, zat er een hoofd in dat verschillende dieren kon imiteren. Ik hoorde er ten minste een koe, een eend en een varken in.
„Nou zij vindt het anders wel leuk”, zei de Diemense vrouw nadat ik haar uit de kinderwagen had getrokken. Het kind lag mijn argumenten inderdaad weg te lachen.
We sloten de dag af in de nieuwe vestiging van de Action, waarover het winkelcentrum volop communiceerde dat er eindelijk een ‘landelijke trekker’ was binnengehengeld. Ik kwam voor een plastic opbergbox, maar vond bij de kassa ook een giraffenbadjasje en plastic badeendjes in mijn mandje. De kassière keek voor het afrekenen eerst in de kinderwagen en zei toen dat ik er maar beter geen aansteker bij kon houden als ze dat badjasje aan had.
Dat was natuurlijk ontzettend lief bedoeld van deze Diemense verkoopster.
„Wat ze eigenlijk zei is dat jij heel erg mooi bent”, hield ik het kind op de weg naar huis voor.
Ze zei natuurlijk niets terug, maar er komt een dag dat ze het me gaat nadragen.
„Papa, waarom moest ik altijd mee naar winkelcentrum Diemerplein?”