Ze hebben geen waterleiding, zijn niet op gas aangesloten en bestaan voor een groot deel uit afval. Toch is wonen in een earthship – aardehuis in het Nederlands – minder onaangenaam dan het in eerste instantie lijkt. Want naast een futuristische buitenkant is ook over de binnenkant van de bouwsels erg goed nagedacht.
Het idee achter earthships is dat ze volkomen onafhankelijk zijn van de buitenwereld. Zo wordt elektriciteit opgewekt uit wind en zonlicht en wordt al het regenwater gezuiverd en hergebruikt. Twee Amerikaanse documentairemakers bezochten het dorpje Taos, waar het idee voor de zuinige en milieuvriendelijke woningen ontstond.
Inmiddels staan er in Taos, in het zuiden van de Verenigde Staten, enkele tientallen earthships. En hoewel ze er allemaal anders uitzien, is de basis voor elk huis hetzelfde: een hoefijzervormige muur van autobanden die zijn volgestampt met aarde. En ook de niet-dragende muren zijn opgetrokken uit afval, zoals lege flessen en blikjes.
Bomen willen we niet kwijt, afval wel
Het idee om vuilnis te hergebruiken als bouwmaterialen stamt al uit de jaren zeventig, zegt Michael Reynolds, bedenker van de earthships. In de korte documentaire vertelt hij daarover:
“We bouwen nu met hout, maar we willen bomen niet kwijt. En afval willen we wel kwijt, dus waarom bouwen we daar niet mee?”
Earthships zijn overigens niet alleen een geschikte bouwvorm voor het warme Taos. Ook in onder meer België, Zweden en het Verenigd Koninkrijk zijn huizen opgetrokken uit afval. In het Nederlandse Olst werden vorig jaar 23 aardehuizen opgeleverd, nadat in 2008 al een uit vuilnis opgebouwd theehuis de deuren opende in Zwolle.