In het lichaam heeft alles met alles te maken, schrijft de succesvolle kinderboekenschrijver Jan Paul Schutten in zijn nieuwe boek Het wonder van jou. Zonder longen krijgt het hart geen zuurstof. Zonder hart geen brein. En zonder brein werkt niets meer. Dus waarmee begin je een kinderboek over het menselijk lichaam?
Bedenk daarbij dat er complete boeken gewijd worden aan darmen of hersenen, en je snapt dat het schrijven van een kinderboek over het lichaam geen simpel klusje is.
Gelukkig pellen Jan Paul Schutten en illustrator Floor Rieder in Het wonder van jou het menselijk lichaam met zichtbaar plezier af. In Schuttens fantasie zijn darmbacteriën net gadgets van James Bond. Die helpen bij het verteren van sushirolletjes en broodkorsten.
Zulke spielerei is fijn, maar het moet allemaal wel kloppen. Dat gaat nogal eens mis. Schutten schrijft bijvoorbeeld dat mitochondriën ATP maken van vetten en koolhydraten. Dat klopt niet: ATP wordt gemaakt met energie die vrijkomt bij het verbranden van vetten en koolhydraten. Dat is heel iets anders. Schutten gaat zo voorbij aan het hele idee dat je lichaam voedsel verbrandt.
Een misser is niet erg, maar een hele reeks gaat irriteren. „Aminozuren bestaan uit moleculen”, schrijft Schutten. Nee, aminozuren zijn moleculen. Wel kan je zeggen: ze bestaan uit atomen. „Zoogdieren stammen af van dinosaurussen en andere reptielen.” Nee, zoogdieren en dino’s evolueren al 250 miljoen jaar apart! Zeker Schutten, auteur van een prachtig kinderboek over evolutie, zou dat moeten weten.
Die onzorgvuldigheid wringt het meest in het hoofdstuk over hersenen. Daar lezen we dat jongens liever met zwaarden spelen en meisjes met poppen. Omdat hun brein verschillend is. Ai! Breinverschillen verklaren volgens Schutten ook waarom mannen van die knappe uitvindingen doen en vrouwen zulke goede verplegers zijn. Zulke seksistische volksneurologie hoort niet thuis in een kinderboek.
Wie erop let, ziet dat Het wonder van jou bol staat van naïef determinisme: DNA bepaalt of je een goede pianospeler bent, hormonen bepalen of je je kamer opruimt en je brein bepaalt hoe intelligent je bent. Waarom je niets zelf kunt bepalen, is zelfs de kop van een stukje in het boek. In de wereld van Schutten zijn wij allemaal slaafjes van ons lichaam. Terwijl de interactie tussen onze biologie en onze omgeving juist zo mooi en spannend is!
Zo zitten er meer vreemde hiaten in het boek. Vooral het hoofdstuk over seks is incompleet. Natuurlijk, in een kinderboek hoef je geen spannende standjes te beschrijven. Maar Schutten geeft wel een erg voorzichtige definitie van seks: „Als een vrouw seks heeft, komen er 300 miljoen zaadcellen in haar vagina.” Als een vrouw seks heeft? In haar eentje zeker? Dat er toch echt een piemel van een man voor nodig is om zaadcellen in een vagina te laten verschijnen lees je niet in Het wonder van jou.
Ook lees je niet wat een baarmoeder precies is, wat er in ballen gebeurt of wat er in de puberteit allemaal aan je lichaam verandert. Waar komt dat schaamhaar vandaan? Waarom krijg je borsten? Kinderen verdienen ook nuchtere antwoorden op deze spannende lichaamsvragen, maar Schutten laat ze in het duister.
Na het lezen van Het wonder van jou weet je dus niet hoe het zit. Jammer, want vrolijke jeugdboeken over het lichaam zijn schaars. Met scherpere eindredactie, betere adviseurs en meer branie had dit een geweldig boek kunnen zijn.