Tijdens het schrijven van Baltische zielen stuitte Jan Brokken op de diplomaat Alexander von Wrangel, een Baltisch-Duitse baron die een paar jaar bevriend was met Dostojevski. De twee leerden elkaar halverwege de 19de eeuw in het Siberische Semipalatinsk kennen. De piepjonge Wrangel was in die stad officier van justitie, Dostojevski had er net vier jaar dwangarbeid op zitten wegens betrokkenheid bij een samenzwering en was een menselijk wrak. Het zou nog zes jaar duren voordat hij weer naar Sint-Petersburg terug mocht keren.
Brokken raakte zo door die vriendschap gefascineerd, dat hij er een boek over schreef, De Kozakkentuin. In zijn nawoord beweert hij dat je het als een roman kunt lezen. Ik heb dat niet gedaan, omdat een echte plot en het grote drama ontbreken en ik bij het lezen steeds het gevoel had in de boeiende memoires van een Russische edelman te zijn beland. Zo goed weet Brokken de sfeer van het Rusland van toen te treffen, zo waarachtig zijn zijn personages.
Ook moest ik regelmatig aan de Russische schrijver en politiek filosoof Alexander Herzen (1812-1870) denken, wiens memoires Feiten en gedachten in vijf delen in de Privédomein-reeks verschenen. Brokken heeft precies diezelfde stijl en toon, wat hem in De Kozakkentuin bijna zelf tot een Russische schrijver maakt.
Het verhaal, dat door Wrangel wordt verteld, speelt zich af tegen de achtergrond van het door verveling bepaalde provincieleven in Siberië. Vanaf hun eerste ontmoeting ontwikkelt zich tussen de baron en de balling een hechte band. Ze zijn zielsverwanten in een primitieve wereld, ver van de beschaving van Sint-Petersburg en Moskou verwijderd. Die band wordt nog sterker wanneer Wrangel zich begint in te zetten voor Dostojevski’s eerherstel en er ook voor zorgt dat de schrijver de ‘liefde van zijn leven’, de grillige, getrouwde Maria Isajeva, in het geheim kan ontmoeten.
Voor het beschrijven van die liefde putte Brokken uit de Dostojevski-biografie van Joseph Frank. Maar over Wrangel was weinig bekend. Dat veranderde toen hij van een nazaat, die hij in Baltische zielen portretteerde, diens ongepubliceerde memoires kreeg. Daarin ontdekte hij dat Wrangel als kind in Sint-Petersburg ooggetuige was van Dostojevski’s schijnexecutie. En met dat indringende verslag opent De Kozakkentuin.
De hiaten in Wrangels leven moest Brokken met zijn fantasie en met nader onderzoek invullen. Aldus reconstrueerde hij een onbekend hoofdstuk uit de Russische literatuurgeschiedenis. Want uit alles in De Kozakkentuin kun je opmaken dat Wrangel Dostojevski heeft aangezet tot het schrijven van zijn romans Aantekeningen uit het dodenhuis, Misdaad en straf en De idioot.
De Kozakkentuin ontleent zijn titel aan het gelijknamige zomerhuis, dat Wrangel voor zichzelf en Dostojevski in Semipalatinsk huurt. In de tuin teelt hij ’s zomers groente en kweekt hij bloemen. Ook bespreken ze er Hegel en Kant, lezen ze er boeken en kranten en keuvelen ze over politiek. Hun idyllische rust wordt hoogstens verstoord door hun amoureuze avonturen.
Jarenlang meende de neurotische Dostojevski dat hij geen recht had op liefde. Totdat Maria in zijn leven verscheen. Vanaf dat moment is er geen houden meer aan. De gekwelde schrijver wil haar vooral, omdat hij haar als een gevallen vrouw, een Maria Magdalena, ziet. Van haar kant beantwoordt Maria zijn liefde koel en berekenend.
Wrangel heeft een verhouding met de twintig jaar oudere Katja, de vrouw van een mijndirecteur en moeder van zes kinderen. Voor haar is geen man veilig. Wrangel verwijt Katja die promiscuïteit niet, want hij wil per se met haar trouwen. Maar Katja piekert er niet over te scheiden, omdat ze geen afstand wil doen van haar luxeleventje.
De Russische man-vrouwverhoudingen in De Kozakkentuin zijn raak getypeerd: de vrouwen flirten erop los, de mannen zijn egocentrisch. Voor de twintiger Wrangel is de liefde een spel. Dostojevski is daarentegen wanhopig serieus. Nadat hij eenmaal met Maria is getrouwd, krijgt hij zijn eerste zware epileptische aanval. Maria knapt nu fysiek op hem af. Jaren later volgt ook bij Dostojevski de ontgoocheling. Dat blijkt als hij Wrangel in een brief bekent met de verkeerde vrouw te zijn getrouwd. Die constatering is misschien wel het wezenlijkste drama in dit boek, waarin Brokken een ontroerend beeld geeft van een bijzondere mannenvriendschap in de Russische 19de eeuw.