De Wet bestuur en toezicht (Wbt), die moest leiden tot 30 procent vrouwen in de Nederlandse bedrijfstop, is mislukt. Eind dit jaar loopt de wet af. Maar het streefcijfer is door de meeste bedrijven bij lange na niet gehaald. Ook heeft een meerderheid daarvoor geen verantwoording afgelegd in het jaarverslag.
Dat blijkt uit de resultaten van de Bedrijvenmonitor, een grote steekproef onder de 4.900 Nederlandse bedrijven die onder de Wbt vallen, en die vanmorgen bekend zijn gemaakt. In de raden van bestuur is 9,6 procent vrouw, in de raden van commissarissen is 11,2 procent vrouw.
Minister Jet Bussemaker (PvdA) is „zwaar ontevreden”. Ze wil de wet verlengen en intensiveren. Mogelijk volgen er sancties als bedrijven de wettelijke verplichting van ‘pas toe of leg uit’ blijven negeren. Dat schrijft ze in een brief die vandaag naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Er komt ook een Europese richtlijn die eist dat beursvennootschappen het uitleggen in hun jaarverslag als zij geen diversiteitsbeleid hebben voor de topfuncties. „Het is onbegrijpelijk dat meer dan de helft van de bedrijven deze wettelijke verplichting naast zich neerlegt”, zegt Bussemaker in een interview met deze krant.
Opvallend is dat de stijging van het aantal vrouwelijke commissarissen bij de tweehonderd grootste bedrijven veel sneller gaat dan bij de rest: 19,3 procent is daar vrouw. Er is een ‘grote achterhoede van bedrijven waar niets gebeurt’, aldus de onderzoekers in de Bedrijvenmonitor. In ruim driekwart van de raden van bestuur en bijna tweederde van de raden van commissarissen zit geen enkele vrouw.
Het is die achterhoede waarover Gerdi Verbeet, voorzitter van de Commissie Monitoring Talent naar de Top, zich zorgen maakt. Al die bedrijven lappen het streefcijfer aan hun laars, zo schrijft ze in het voorwoord van het rapport. „Dat zijn bedrijven die er niets van begrijpen, die niet zien dat de arbeidsmarkt is veranderd, dat de toestroom van vrouwen uit het hoger onderwijs enorm is toegenomen en de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt sterk is gegroeid.”
Vacatures zijn ook niet voldoende benut, vindt Bussemaker. Een kwart van de bedrijven heeft vorig jaar bij nieuwe benoemingen voor een vrouw gekozen. Ze wil het wettelijke streefcijfer, dat bestaat sinds januari 2013, met vier jaar verlengen. Bussemaker hoopt dat de database met topvrouwen, die ze vorig jaar lanceerde, zich nog gaat uitbetalen. Bedrijven kunnen putten uit een aanbod van ruim duizend vrouwen die zijn aangedragen of goedgekeurd door commissarissen.
Het bedrijfsleven krijgt nu nog „een laatste kans” voordat een vrouwenquotum een serieuze mogelijkheid wordt. Want het quotum, waarmee Bussemaker geregeld gedreigd heeft, is nog niet van de baan. „De geboekte vooruitgang is simpelweg onvoldoende.”