Woedend en verbaasd reageert Sven Kramer op een artikel afgelopen zaterdag in de Volkskrant waarin zenuwschade in zijn rechterbeen in december 2010 aan de orde komt. „Of ik boos ben? Dat is nog zacht uitgedrukt”, zei hij gisteren in Calgary tegen de NOS. „Ik laat het er ook niet bij zitten. Ik wil er niet te veel energie aan verliezen, maar alle artsen hebben een beroepsgeheim. Dan is het opzienbarend dat in de Nederlandse sportwereld uit medische dossiers wordt gelekt. Ik weet waar het lek zit, maar dat komt nog wel.”
Kramer onderwierp zich na zijn mislukte optreden op de Winterspelen van Vancouver, waar hij slechts één gouden medaille veroverde, aan een supplementenregiem van voedingsdeskundige Dirk Zoutewelle. Die constateerde in het voorjaar van 2010 bij Kramer een tekort aan vitamine B6 en schreef hoge doseringen voor. „Zijn voorraden waren heel laag. Die wil je zo snel mogelijk opvoeren, in de vorm van supplementen”, aldus Zoutewelle in de Volkskrant. Kramer nam soms twee dozijn pillen op een dag.
Sportarts Peter Vergouwen ontdekte daarna zenuwschade in het rechterbeen van Kramer en weet dat aan een te hoge dosering vitamine B6. „Als je veel vet eet, word je vetter. Als je veel B6 eet, kun je zenuwschade krijgen. Dat is bekend uit studies”, aldus Vergouwen, al jaren vertrouwensman van Kramer en andere topsporters.
De TVM-ploeg van coach Gerard Kemkers koos uiteindelijk voor de visie van Vergouwen en brak met Zoutewelle, die ook met Ireen Wüst en Jan Blokhuijsen werkte. Blokhuijsen vertrok na het seizoen 2012-2013 met ruzie bij TVM en werkt nog altijd met Zoutewelle.
Volgens zijn omgeving had Kramer in 2010-2011 last van een ernstige burn-out. Ook de schaatser zelf stelt dat het vitamine-verhaal nu wordt overdreven. „Dat is misschien 10 procent van het hele probleem geweest.” (ANP, NRC)