Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Milieu en natuur

Koolmees eet altijd het liefst met zijn eigen liefje

Britse biologen probeerden vergeefs koolmezen uit elkaar te drijven door hen niet samen toegang te geven tot voedsel.

Bij de partner blijven kan bij koolmezen voorrang krijgen boven eten, schrijven Britse biologen
Bij de partner blijven kan bij koolmezen voorrang krijgen boven eten, schrijven Britse biologen

Koolmezen volgen elkaar in voor- en tegenspoed. Die romantische boodschap rolt uit een onderzoek van Oxford University. Daarbij gingen biologen behoorlijk ver in hun pogingen de koolmeesliefde te smoren. Maar ze slaagden daar niet in, schreven ze donderdag in Current Biology.

In de Wytham Woods bij Oxford doen biologen al zo lang onderzoek naar koolmezen dat ze de vogels bijna allemaal kennen. Negentig procent van de koolmezen heeft een pootring met een chip erin. Die chip geeft de mezen toegang tot de voederbakjes in het bos.

Dat bood mogelijkheden voor een creatief experiment. Voor koolmezen die in het voorjaar samen een broedpaartje vormden, wierpen de biologen tijdens de magere wintertijd een hindernis op. Ze stelden de chips zo in dat de twee mezen van een stelletje niet allebei bij dezelfde voederbak konden eten. Wat zouden de mezen dan doen?

Ze vlogen, ondanks de voedselschaarste, vaak tóch samen naar een voederbak. Er hingen dus veel koolmezen rond bij voederplaatsen waar voor hen niets te halen viel. En dat terwijl de vogels niet afhankelijk waren van hun partner. Koolmezen vliegen in de winter in groepen. Ze hadden zich best bij een groep kunnen aansluiten die bij een geschikte voederbak ging eten.

Maar nee, de koolmezen omzeilden zelfs de proefopzet om bij elkaar te kunnen blijven. De voederbakken waren zo ingesteld, dat de klep na twee seconden dichtging als een vogel er had gegeten.

De koolmezen die niet bij een bak mochten eten, wisten binnen die twee tellen toch voer te bemachtigen. Ze piepten snel achter hun partner aan, of achter een andere vogel in de groep – net als die zwartrijders die je bij een ov-poortje op de hielen zitten. Als de koolmezen hun partner volgden, lukte dat het best.

Volgens de Britse biologen is „het onderhouden van paarbanden” veel belangrijker voor koolmezen dan gedacht: het kan voorrang krijgen boven eten. Bij andere dieren kan dat zelfs nog sterker gelden, denken ze. Want een mezenhuwelijk eindigt vaak in scheiding, of in de bek van een roofvogel of kat.