Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Geopolitiek

Srebrenica overschaduwde zijn andere werk

Wie Srebrenica zegt, zegt overste Thom Karremans. Hij was de man die de leiding had over het Nederlandse bataljon Dutchbat dat begin jaren negentig de opdracht had de Bosnische enclave in het voormalige Joegoslavië te beschermen. Maar een minstens zo belangrijke rol speelde de in Sarajevo gestationeerde brigadegeneraal Cees Nicolai als chef-staf bij de VN-troepenmacht UNPROFOR, werkzaam in het door burgeroorlog geteisterde land.

Toen het in juli dit jaar twintig jaar geleden was dat de enclave door Servische troepen onder leiding van generaal Mladic onder de voet werd gelopen, waren de pijnlijke beelden van een proostende Karremans met de Servische bevelhebber weer regelmatig op televisie te zien. En ook het beeld van Karremans die van Mladic een cadeau voor zijn vrouw in zijn handen kreeg. Maar er was nog iemand die een pakket kreeg: generaal Nicolai die het geluk had minder prominent in beeld te komen. Hij overleed 2 november op 68-jarige leeftijd.

Srebrenica was „een absoluut dieptepunt in een verder prachtige carrière”, zegt brigade-generaal buiten dienst Ruud Vermeulen, één van zijn ondercommandanten. Het drama Srebrenica heeft volgens hem andere activiteiten van Nicolai in de schaduw gezet. Als sous-chef personeelszaken was hij begin jaren negentig belast met de eerste grote reorganisatie binnen de Koninklijke Landmacht. Vermeulen: „Wij moesten het reorganiseren nog leren. Hij is daar echt baanbrekend in geweest.” Met zijn onafscheidelijke pijp stond de doorgewinterde Feijenoord-fan altijd klaar voor zijn mensen. „Hij was zeer benaderbaar. Redelijk en fair”, zegt Vermeulen.

Maar er was dus die episode Srebrenica. In de aanloop naar 11 juli 1995 ging het over de vraag of Mladics aanval op de volgens de VN gegarandeerd veilige enclave (‘safe area’) met luchtbombardementen gestopt kon worden. Nicolai vervulde op het hoofdkwartier in Sarajevo een sleutelrol. Hij onderhield contact met de Franse generaal Janvier in Zagreb die tot luchtsteun moest besluiten, en dit weigerde.

Toen generaal Nicolai in 2002 in de Tweede Kamer werd verhoord door de parlementaire enquêtecommissie was hij resoluut in zijn oordeel over de VN-operatie in Bosnië : „In zijn algemeenheid was het al een missie waar je de nodige bedenkingen bij kan hebben. Het hele safe-area concept rammelde aan alle kanten.”