Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Onderwijs

Op school valt ’t mee, maar daarna?

Op een hogeschool of universiteit zou iedereen gelijk moeten zijn: iedereen volgt dezelfde lessen en gaat uiteindelijk met hetzelfde diploma naar huis. Of zien de studenten dat anders? NRC nam een kijkje op twee vestigingen van hogeschool Inholland: in Diemen (46,8 procent autochtoon) en Haarlem (76,5 procent autochtoon). Hoe denken ze over white privilege?

Cicero Nooitmeer (22) ‘Zo snel hebben mensen geen vooroordelen’

„Hier op school merk ik er niets van, dat white privilege een rol zou spelen. Ik geloof niet dat ik minder kansen zou krijgen dan iemand anders. Maar natuurlijk, ik ken wel het gevoel dat mensen je even aankijken omdat je er anders uitziet. Maar dat wil niet zeggen dat ze ook anders over je dénken. Als ik een gothic zie lopen, dan kijk ik ook even, maar ik weet ook heus wel dat het een aardige jongen is. Zo snel hebben mensen nou ook weer geen vooroordelen. Het is meer een gevoel. Of dat een probleem is als ik werk ga zoeken? Ik weet het niet. Het hangt er misschien af waar je naartoe wilt gaan, wie jou moet aannemen.”

Rowayda Alshaibah (27) ‘Solliciteren met mijn naam is moeilijker’

„White privilege bestaat, dat voel ik heus wel. Maar het is hier véél beter dan in Friesland, waar ik vandaag kom. Daar werd ik in de klas soms gewoon genegeerd. Stak ik mijn hand op tijdens een debat om iets te zeggen, zei de docent: ja, ik zie je wel – dan kreeg ik alsnog de beurt niet. Dat gebeurt me hier niet. Maar dit is wel een vrij blanke school, ik merk toch dat medestudenten minder gauw met mij praten. Solliciteren met mijn naam is moeilijk, dat heb ik al gemerkt. Ik ben al eens afgewezen vanwege mijn hoofddoek. Mijn neefjes heten De Vries, naar hun moeder. Die komen toch een stuk sneller op gesprek.”

 

Tarik Ali (23) ‘Het gebeurt dat er in de trein niemand naast me zit’

„Zodra ze mijn Nederlands horen, is er niets aan de hand, maar daarvoor... Het gebeurt dat er in de trein niemand naast me komt zitten. Maar ik moet eerlijk zeggen, ik betrap mezelf er soms ook op, dat ik liever naast een Nederlander zit. Ik ben opgegroeid in Ulft, aan de Duitse grens. Zo zie je maar hoe dat soort beelden erin sluipen. Ik zit wat dat betreft in twee groepen: ik denk zo, en er wordt zo over mij gedacht. Hier op school merk ik er niets van, al zit ik pas in het eerste jaar. Ik spreek vijf talen. Na mijn opleiding emigreer ik. Ik kom uit de Arabische cultuur, die is minder individualistisch. Hier gaat het toch meer om ‘wij’.”

Othman Majait (22) ‘Je kunt beter naar Diemen, zei een docent’

„White privilege? Op deze school is iedereen gelijk. Dit is een multiculturele mengelmoes, en al gaan niet alle groepen evenveel met elkaar om, iedereen heeft respect voor elkaar. Ik zat eerst op Inholland Haarlem. Dat was een héél ander verhaal. Daar waren allochtonen eerder de uitzondering. Dat zag je terug in de indeling van de klassen. Daarom ben ik hierheen gekomen. ‘Je kunt beter naar Diemen’, zei een docent, toen ik nét mijn propedeuse niet haalde. White privilege is een groot probleem. Ik solliciteer altijd twee keer, één keer met mijn eigen naam en één keer met een Hollandse naam. ‘Jochem’ krijgt de reacties.”

Jessica Lemmens (22) ‘Ik ben zelf de donkerste uit mijn klas, geloof ik’

„Ik zit hier in Haarlem in een behoorlijk witte klas. Ben zelf geloof ik nog de donkerste: ik ben half Indonesisch, maar mijn hele familie woont in Nederland. Ik denk toch dat er uiteindelijk wel naar gekeken wordt wat je afkomst is. Maar je merkt het hier op school niet zo, hoor. En daarna? Ik studeer toerisme, dat is sowieso een heel multiculturele sector. Misschien dat het ergens anders zwaarder weegt, misschien in de zakenwereld, ofzo. Mijn meeste lessen volg ik op Inholland Rotterdam, dat is toch een veel multiculturelere school dan dit. Dat verschil zie je toch wel duidelijk, als je om je heen kijkt.”

Marvin Klas (24) ‘Op bepaalde vragen krijg je nooit antwoord’

„Op mijn school is bijna iedereen allochtoon, we hebben maar een paar blanken in de klas. Als je samen in een projectgroep zit leer je elkaar goed kennen, maak je ups and downs mee, je doet elkaar af en toe een favour. Ik voel geen verschil tussen mensen en ik denk ook niet dat mensen mij hier anders benaderen. Met het zoeken naar werk heb ik weleens het gevoel gehad dat ik om de verkeerde reden was afgewezen. Was het misschien vanwege mijn huidskleur? Maar op bepaalde vragen krijg je natuurlijk nooit een antwoord. Als ik er na mijn studie ook last van heb, is dat echt verschrikkelijk.”

 

White privilege is onbewust racisme

Door onze redactie wetenschap

Witte Nederlanders hebben bepaalde voorrechten waarvan ze zich niet bewust zijn. Dat ontbrekende besef staat begrip in de weg voor het feit dat hun niet-witte medeburgers niet dezelfde voordelen genieten en zorgt voor onterechte zelfgenoegzaamheid (‘ik ben geen racist, ik ben oké’) en zelfs arrogantie. Dit is in het kort de essentie van white privilege.

Vier gekleurde vrouwen introduceerden dit begrip afgelopen zaterdag in de NRC-kolommen. Het is een jaar of tien geleden in roulatie gebracht door Amerikaanse activisten tegen racisme als Peggy MacIntosh en Enid Lee. Tot de veronderstelde ‘witte privileges’ behoren een voortdurende bevestiging van iemands eigenwaarde in het dagelijks leven; een vanzelfsprekend toegekende hogere sociale status en meer vrijheid van handelen en spreken. Verder zouden witte mensen eigen ervaringen onbewust als maatstaf nemen.

Critici van het begrip ‘white privilege’ zeggen dat het al snel wordt verward met sociale verschillen en de aandacht afleidt van dieper liggende problemen van ongelijkheid. Een andere kritiek betreft de onnauwkeurigheid van de term ‘wit’, die allerlei subgroepen in de categorie ‘witte mensen’ op één hoop gooit. Omdat ‘white privilege’ niet bewust wordt beleefd, zijn de ermee samenhangende hypothesen nauwelijks te toetsen. Het doet denken aan het marxistische ‘klassenbewustzijn’: Wie niet klassebewust is, heeft niet door dat hij onderdrukt of onderdrukt wordt. Wie het ontkent, is ‘nog niet bewust’.