Zeven jaar na het bankroet van Lehman Brothers krabbelt Nederland langzaam uit het dal. De economie groeit weer – zij het traag. De werkloosheid daalt – zij het langzaam. Het begrotingstekort krimpt – zij het mondjesmaat. De binnenlandse vraag trekt weer aan – zij het na jaren van krimp. En de huizenmarkt herstelt zich weer – zij het vooral in de Randstad.
In Amsterdam en Utrecht gaan appartementen weer als warme broodjes over de toonbank. De makelaardij toert weer als vanouds met matje en puntschoentjes per scooter van pand naar pand. De bankreclames zijn niet van de schermen te slaan. Klanten worden doodgegooid met aanbiedingen voor oversluitingen. En op de cover van Eigen Huis Magazine prijken deze week pontificaal de hoofdeconomen van de drie Nederlandse grootbanken. ‘Hoofdmeesters van de economie’ heten ze. En volgens het clubblaadje van de huizenbranche is er veel dat woningbezitters van ze kunnen leren. Zeepbel redux.
Als de voortekenen niet bedriegen, gaat de herfst van 2015 de boeken in als het moment waarop de bancaire sector victorie kraaide. De toezichtsdiarree is tot stilstand gebracht en de gang naar minder regels en soepelere eisen is eindelijk ingezet: tijd voor oesters en champagne. Drie voorbeelden.
1. Huizenzeepbel
Op 30 september kondigde Jonathan Hill, de Europese Commissaris voor het toezicht van banken en financiële markten, de eerste concrete stappen aan voor de realisering van een Europese Kapitaalmarktunie. Gebaseerd op de observatie dat in de VS ondernemingen veel minder afhankelijk zijn van bankleningen maar direct naar de markt gaan, probeert Hill iets soortgelijks in Europa te realiseren. So far, so good.
Raadselachtig is het waarom het eerste concrete actiepunt van Hill het opstarten van de Europese markt voor verpakte hypotheekleningen is, de zogenaamde securitisaties. Dat is een bancair financieringsinstrument dat voor de crisis op grote schaal werd gebruikt om de financieringskosten te drukken en huizenzeepbellen te blazen. Het heeft in ieder geval niets te maken met het omzeilen van bankfinanciering, zoals het hoofddoel van de Kapitaalmarktunie officieel luidt. En hoe dat het midden- en kleinbedrijf gaat helpen, weet niemand. Ook Hill niet, die afgelopen donderdag ruiterlijk toegaf dat het meer een geloofsartikel dan een empirische zekerheid was.
Waar het eigenlijk om gaat, zit diep verscholen in de voorlopige wettekst. Op pagina negen heet het dat het voorstel van de Europese Commissie zal leiden tot een ‘significante reductie’ van de buffereisen voor verpakte hypotheekleningen. Oftewel, alle moeite die de toezichthouders sinds de crisis hebben genomen om huizenzeepbellen te voorkomen, worden vanaf volgend jaar weer geleidelijk teniet gedaan door banken opnieuw in staat te stellen verpakte hypotheekleningen winstgevend door te verkopen aan institutionele beleggers. Daarmee markeert de Kapitaalmarktunie het hoogste reguleringspeil; vanaf nu gaat het weer keihard naar beneden als het aan de sector ligt. En reken maar dat Nederland als voorzitter van de EU er volgend voorjaar flink aan zal trekken.
2. Integriteit
Afgelopen maandag berichtte de Financial Times dat bestuursleden van de Europese Centrale Bank op cruciale momenten gesprekken hadden gevoerd met bankiers, verzekeraars en vermogensbeheerders. Zo ontmoette Mario Draghi op 10 oktober 2014 de bankiers van Goldman Sachs en de vermogensbeheerders van BlackRock. Een dag later sprak hij met Deutsche Bank. Een maand later met Pimco. Tussen eind augustus 2014 en eind juli 2015 had Draghi achttien van dit soort ontmoetingen. De Duitser Preat had veertig van deze afspraken en de Fransman Coeré zelfs 56.
Nou kan overleg met het veld noodzakelijk zijn. Maar zoals de Financial Times fijntjes meldde, geldt voor Britse en Amerikaanse functionarissen absolute geheelonthouding rond vergaderdata. In een hoofdredactioneel commentaar wees de Britse krant erop dat de ECB veel striktere eisen behoorde te stellen aan de contacten die de eigen bestuursleden onderhielden met commerciële partijen. Daarmee suggererend dat de bestuurders van de ECB momenteel niet boven iedere twijfel aan hun integriteit verheven zijn. Een harder verwijt is nauwelijks denkbaar.
3. Cocogate
En toen was daar midden deze week ‘cocogate’. Dankzij een gerichte WOB-procedure had NRC de hand weten te leggen op documenten die onomstotelijk aantoonden dat juristen van ING hadden mee geschreven aan wetgeving die banken in staat stelde de rente die zij betaalden op hybride kapitaalinstrumenten (tussen eigen - en vreemd vermogen in) af te trekken van hun winstbelasting. De crux was dat deze fiscaal gunstige regeling alleen voor banken gold. Om te voorkomen dat dit door de Europese Commissie zou worden aangemerkt als staatssteun, hadden de juristen van ING formuleringen aangeleverd die een-op-een in de uiteindelijke wetstekst zijn beland.
Voor een minister die ooit in Buitenhof na de nationalisatie van SNS Reaal zijn verbazing uitsprak over de belangverstrengeling tussen overheid en banken die hij in het toenmalige Holland Financial Centre had aangetroffen, is het meer dan een blamage. Het betekent het einde van het laatste restje progressieve geloofwaardigheid dat de deelname van de PvdA aan dit neoconservatieve kabinet nog had. Dijsselbloem de Bankendoder, de man van het nieuwe ‘templaat’ dat in Cyprus voor het eerst werd toegepast en die obligatiehouders liet bloeden om belastingbetalers te sparen, is hiermee definitief overgelopen naar het andere kamp. Dat banken meeschrijven aan wetgeving is normaal, aldus Dijsselbloem, want het gebeurt overal. En meteen moet ik dan aan de Europese emissie-eisen voor dieselmotoren denken.
Als je deze voorbeelden naast elkaar legt, doemt een patroon op. Net als voor de crisis krijgen banken op de belangrijke dossiers hun zin. Of het dreigement nu luidt dat men vertrekt als het gekrakeel over de bonussen niet ophoudt, zoals ING-bestuurder Tilmant voor de crisis deed. Of dat de kredietverlening opdroogt als de rente op coco’s niet aftrekbaar is, zoals ING na de crisis deed. Maakt niet uit. Het is en blijft chantage. En net als voor de crisis hebben banken de politieke beslissers in hun zak: of het nou gaat om politieke schutspatronen voor Holland Financial Centre als Bos, Asscher of Cohen. Of om een luisterend oor in Frankfurt. Het maakt weer niet uit. En net als voor de crisis zijn banken co-auteur van hun eigen wetgeving: of het nou gaat om het wettelijk toestaan van de doorverkoop van hypotheken, zoals Jeroen Wester in 2009 in deze krant optekende, of om de fiscale behandeling van coco’s. Het is één pot nat. Dat rechtvaardigt wat mij betreft een sombere conclusie: de politieke kaste heeft niets geleerd en de bancaire kaste is niets vergeten. Arme burgers.