Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Adoptie-verleden is open wond in Brazilië

Tussen 1980 en 1995 zijn 30.000 à 40.000 kinderen uit Brazilië geadopteerd door buitenlanders , lang niet altijd legaal. Zij zoeken nu hun natuurlijke ouders. „Dat we zo veel kinderen hebben laten weggaan is pijnlijk.”

 De favela Morro da Providencia in Rio de Janeiro. Foto Silvia Izquierdo / AP
 De favela Morro da Providencia in Rio de Janeiro. Foto Silvia Izquierdo / AP

Jacqueline was 5 jaar toen ze met een leeg pannetje bij de buren aanklopte. ‘Buurvrouw Neginha, ik wil eten!’, riep ze en sloeg met haar vuistjes op de bodem van de pan. De buurvrouw kwam dan naar buiten en schepte de pan vol eten. ‘Pas goed op je zusjes’, riep ze het broodmagere buurmeisje nog na.

Nu, tweeëntwintig jaar later, geniet Jacqueline (27), een vrouw met lange donkere krullen en grote, sprekende ogen, in een chique lunchroom in Rio de Janeiro van een groot stuk taart en een glas vruchtensap. Samen met haar zusjes Kelly (24) en Carola (22) is ze voor het eerst terug in Brazilië. Ze werden achtereenvolgens in 1988, 1991 en 1993 geboren in de zuidoostelijke stad Curitiba, en woonden daar tot ze in 1994 werden geadopteerd door het Nederlandse echtpaar Monica en Jack Alblas, uit het Zuid-Hollandse dorp Kwintsheul.

„We woonden in een favela, een sloppenwijk”, vertelt Jacqueline. „Onze biologische moeder, Maria Luiza Gonçalvez, zwierf veel op straat en liet ons vaak alleen. Ik herinner me dat ik voor mijn zusjes zorgde als zij er niet was. We werden steeds meer verwaarloosd. Op een dag zijn we opgehaald door de Braziliaanse kinderbescherming en naar een tehuis gebracht.”

Af en toe valt ze stil en moet ze naar woorden zoeken. Soms vult zus Kelly haar aan of helpt moeder Monica. De eerste levensjaren van de drie zusjes zitten vol vraagtekens.

Tussen 1980 en 1995 zijn naar schatting 30.000 tot 40.000 Braziliaanse kinderen door buitenlanders geadopteerd. Gemiddeld zeven kinderen per dag vlogen met hun Europese, Amerikaanse of Israëlische adoptieouders naar hun nieuwe thuisland.

Brazilië was destijds een arm land. Onder het dictatoriale regime dat tot 1985 aan de macht was, was het verschil tussen arm en rijk toegenomen. In de sloppenwijken in Rio de Janeiro en São Paolo, overvol door de massale trek vanuit het straatarme noordoosten, zwierf een leger van straatkinderen.

Adoptie als industrie

Adoptie werd een ware industrie. In Europa en Amerika was veel vraag naar buitenlandse adoptiekinderen. Er was toen een sterke lobby van adoptieouders, zegt René Hoksbergen (74), emeritus hoogleraar adoptie aan de Universiteit Utrecht. De moraal was: ouders hebben er recht op en je helpt er kinderen in arme landen mee. Veel adoptieouders hebben het fantastisch gedaan, zegt Hoksbergen, maar er was weinig oog voor de identiteits- en hechtingsproblemen van uit het buitenland geadopteerde kinderen.

Monica en Jack hebben er altijd rekening mee gehouden dat hun dochters ooit terug zouden willen naar Brazilië om hun biologische moeder te zoeken. De jongste, Carola, riep als kleuter al tegen Monica: ‘Jij bent mijn echte moeder niet!’ Jarenlange zoektochten leverden niets op. Tot in januari de Braziliaanse tv-zender Rede Record een documentaire uitzond waarin meer dan dertig geadopteerde Braziliaanse kinderen uit Nederland hun verhaal vertelden. Ook Jacqueline, Kelly en Carola waren op een winterse zaterdag voor de opnames naar Amsterdam gereisd. Met andere geadopteerden, allemaal tussen de twintig en halverwege de dertig, hadden ze in dikke jassen door Amsterdam gelopen. Langs grachten en oude panden, want dat zijn beelden van Nederland die televisiekijkend Brazilië graag ziet. In de Braziliaanse kerk in Buitenveldert had voorganger Marcos Viana hen toegesproken in het Portugees. „Ook al zijn jullie verbannen door je moeders en weggehaald uit Brazilië en spreken jullie de taal niet meer, jullie horen bij Brazilië.

Adoptie is een geliefd thema in Brazilië. Populaire shows inviteren buitenlandse geadopteerden die op zoek zijn naar hun biologische familie. Ook in de veelbekeken telenovelas (soapseries) komt het thema vaak terug.

„We kampen met een schuldgevoel. We hebben een vreselijk, omvangrijk adoptieverleden waar jarenlang over is gezwegen” , zegt journalist Vanessa Faro Soares, van TV Tribuna. „Er zijn tienduizenden Braziliaanse kinderen verdwenen naar het buitenland. Ze zijn ontworteld; hun taal en familie zijn ze kwijtgeraakt. Als ik hun verhalen hoor, doet mij dat pijn als Braziliaanse. Als journalist probeer ik er aandacht op te vestigen. Het zijn mijn landgenoten.”

Pas de laatste jaren is goed duidelijk geworden om hoeveel kinderen het ging. En ook dat adoptie niet zelden illegaal verliep. Er duiken verhalen op over kinderen die uit het ziekenhuis zijn gestolen. Adoptie was een lucratieve handel. Rechtszaken tegen illegale adoptieorganisaties en kinderhandelaren krijgen nu veel aandacht. De namen worden gepubliceerd van rechters en advocaten die waren omgekocht om procedures te versnellen. Op sociale media floreren online communities van biologische moeders die hun kinderen zoeken en omgekeerd.

„Dat we zo veel kinderen hebben laten weggaan, is pijnlijk. Het is een nationale wond”, zegt Sonia Ligia, vrijwilligster bij de opsporingswebsite Projeto Ajuda Amiga. „Maar we moeten ook eerlijk zijn: veel kinderen hebben een veel beter leven gekregen.”

Zo kijken de zusjes Jacqueline, Kelly en Carola er na ruim twintig jaar Nederland ook op terug. Ze hadden een fijne jeugd bij hun adoptieouders en zijn nu jonge, zelfstandige vrouwen. Kelly volgde een musicalopleiding. Jacqueline werkt in een lunchroom en Carola wil ook graag de horeca in. Kelly, de middelste, zegt: „Wie weet wat er in Brazilië van ons terecht was gekomen? Misschien zwierven we dan nu ook op straat.”

Voor zover bekend verliep hun adoptie destijds legaal. Adoptieouders Monica en Jack waren verplicht zes weken in Brazilië te blijven, opdat de kinderen aan hen konden wennen, ze waren immers al wat ouder. Jacqueline herinnert zich dat goed: „Toen is ook met ons gepraat door de Braziliaanse maatschappelijk werkster, of we wel écht mee wilden naar Nederland met onze nieuwe ouders. Ik weet dat ik het allemaal heel spannend vond en direct 'ja' zei.”

Tot begin jaren negentig werd adoptie per deelstaat of per stad bekeken. Maar toen greep de nationale overheid in. Een nieuwe adoptiewet en ondertekening van het Verdrag van Den Haag over samenwerking bij internationale adoptie in 1993 maakten buitenlandse adoptie steeds moeilijker. Volgens het verdrag mag een kind alleen worden geadopteerd door buitenlandse ouders als het niet bij zijn familie kan opgroeien en er geen adoptie- of pleeggezin in eigen land gevonden wordt.

„Buitenlandse adoptie komt nog maar weinig voor”, zegt Ludmilla de Azevedo van de Juridische Staatscommissie voor Internationale Adoptie (CEJAI). Tussen 2007 en 2011 daalde het aantal buitenlandse adopties naar 461. De afgelopen twee jaar zijn nog geen driehonderd Braziliaanse kinderen geadopteerd door buitenlandse ouders. Gevolg is wel dat de kindertehuizen in Brazilië vol zitten: voor de bijna 45.000 kinderen in tehuizen zijn in het hele land niet meer dan een kleine vijfduizend Braziliaanse adoptiegezinnen beschikbaar.

1300 kinderen naar Nederland

Volgens Nederlandse statistieken zijn tussen 1971 en 2000 iets minder dan dertienhonderd Braziliaanse kinderen naar Nederland gekomen. Na Colombia was Brazilië een belangrijk Latijns-Amerikaans adoptieland, hoewel adoptie uit Azië, met name uit Zuid-Korea veel hoger lag. Maar de organisatie Pessoas Desaparecidas Brasil e Holanda (Verdwenen personen Brazilië en Nederland) denkt dat het aantal zeker acht keer hoger ligt. Van de dossiers van Braziliaans-Nederlands geadopteerden die de organisatie onder ogen krijgt, is zeker 80 procent vals of niet compleet, zegt directeur Liza da Silva.

Zij heeft meegewerkt aan programma's als Spoorloos en Vermist en heeft inmiddels van tweehonderd Braziliaanse geadopteerde kinderen de biologische familie kunnen opsporen.

Da Silva’s eerste zoektocht was die naar de familie van haar man, ook een geadopteerde Braziliaan. „Toen we zijn biologische familie hadden gevonden wist ik: ik wil meer geadopteerden helpen”, zegt ze. De hulp vanuit Brazilië komt volgens haar door de wens van het land het verleden af te sluiten. En: „Familie is heilig voor Brazilianen. Ook al zijn de kinderen in een andere cultuur opgegroeid en spreken ze geen Portugees meer, ze worden gezien als Brazilianen. Dat biedt hun veel troost.”

Vorige maand stapten de drie zusjes samen met hun adoptieouders op het vliegtuig naar Brazilië. Na een intensieve media-actie en hulp van Liza da Silva was er familie opgespoord. Moeder Maria is al negen jaar geleden overleden, ze moet rond de veertig geweest zijn toen ze bezweek aan het leven op straat. Met hun ernstig zieke biologische vader skypten de zusjes één keer, voordat hij overleed. Met andere familieleden, onder wie een broer, kunnen ze nog een band opbouwen. En ook met hun oude buurvrouw Neginha, die nog in dezelfde straat woont en de zusjes nooit is vergeten. Eten hoeven ze haar nu niet meer te vragen.

Bekijk de oproep van Jacqueline, Kelly en Carola op 50.45