Vecht Iran mee in Syrië?

Het Syrische regime heeft samen met strijders van Hezbollah en mogelijk ook Iraanse troepen de aanval ingezet bij de noordelijke stad Aleppo. Dit betekent dat het regime nu op meerdere fronten de rebellen onder druk zet. Eerder was het leger met Russische luchtsteun al een offensief begonnen om gebieden in het westen te heroveren.

De afgelopen weken zijn er berichten dat Iran honderden, mogelijk zelfs duizenden strijders heeft ingezet in Syrië. Het zou de eerste keer zijn dat Iraanse strijders op grote schaal deelnemen aan de strijd. Of het gaat om militairen of vrijwilligers is niet duidelijk. Het nieuws wordt door verschillende media gemeld op basis van anonieme bronnen en is niet te verifiëren.

Feiten over de Iraanse betrokkenheid zijn moeilijk te vinden. De meeste analisten gaan ervan uit dat Iran alleen militaire adviseurs naar Syrië heeft gestuurd, die de strijd op de achtergrond dirigeren. Het zou gaan om honderden leden van de Quds Brigade, de internationale tak van de Revolutionaire Garde, een elitekorps. Vorige week sneuvelde nog een prominente generaal van de Revolutionaire Garde in de buurt van Aleppo.

Er werd al lang over gesproken

In Teheran gaan al langer geruchten dat Iran overweegt troepen te sturen. „Ja, er circuleren dergelijke voorstellen”, zei Hamid Reza Taraghi, die nauwe banden met opperste leider ayatollah Khamenei onderhoudt, in augustus tegen deze krant. „In ons land is er veel enthousiasme om in Syrië te gaan vechten. Maar er is nog niet besloten om eigen troepen te sturen.”

Generaal Qassem Suleimani, de leiders van de Quds Brigade, is geregeld in Syrië. Ook deze week weer. Al-Mayadeen, een Libanese zender die is gelieerd aan Hezbollah, verspreidde beelden van Suleimani terwijl hij strijders in de provincie toespreekt. Het zou echter niet gaan om Iraanse troepen, maar om shi’itische vrijwilligers uit andere landen en strijders van Hezbollah, met wie Iran volgens analisten veel samenwerkt in Syrië.

De zender bracht Suleimani’s bezoek in verband met het naderende offensief in Aleppo, dat gisteren inderdaad begon. Een hooggeplaatste bron binnen het Syrische leger zegt tegen persbureau Reuters dat het Iraanse aandeel in het offensief beperkt is vergeleken met de inzet van het regeringsleger. The New York Times citeert een functionaris van de alliantie die president Assad steunt, die stelt dat het om honderden Iraanse militairen gaat.

Maar Alaeddin Boroujerdi, hoofd van de Iraanse parlementscommissie voor Nationale Veiligheid, ontkende donderdag tijdens een bezoek in Damascus dat er Iraanse troepen meevechten aan het front. „In lijn met de Iraanse strategie in de strijd tegen terrorisme hebben we wapens en experts naar deze landen [Syrië en Irak] gestuurd. Elk ander verzoek zal in Iran worden bediscussieerd en in overweging worden genomen.”

Boroujerdi zei ook iets anders. „De internationale coalitie onder leiding van Amerika heeft gefaald in de strijd tegen terrorisme. De samenwerking tussen Syrië, Irak, Iran en Rusland is positief en succesvol”, citeerde de Iraanse staatszender IRIB hem vanaf de luchthaven van Damascus.

Het offensief dat het regime en Hezbollah met Russische luchtsteun hebben gelanceerd in het westen en noorden is vooral bedoeld om dorpjes langs de snelweg tussen Homs, Hama en Aleppo, de kransslagader van het land, te heroveren op de rebellen. Zo blijft de aanvoerroute naar de troepen van het regime in deze belangrijke steden intact.

Ondertussen profiteert de Islamitische Staat (IS) van de Russische bombardementen op andere rebellengroepen. Vorige week maakte de terreurgroep behoorlijke vorderingen in het gebied ten noordwesten van Aleppo. IS nam in de buurt van de stad zes dorpen in en dreigde een belangrijke aanvoerroute vanaf de Turkse grens. Het is de zoveelste aanwijzing dat Rusland meer geïnteresseerd is in het stutten van Assad dan in de strijd tegen IS.