Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Hoe wij de democratie heroveren op de politiek

In 2006 werd Marc Chavannes, na een verblijf in Frankrijk en Amerika, ‘correspondent in eigen land’. In zijn rubriek Opklaringen beschreef hij hoe Den Haag functioneert. In zijn laatste bijdrage voor NRC Handelsblad maakt hij de balans op.

Meer democratie, minder politiek. Dat is wat Nederlanders willen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau kreeg duidelijk antwoord. De mensen zijn begaan met de publieke zaak en willen hun zegje kunnen doen. Zij zijn ontevreden over de politieke praktijk, maar willen ‘onze democratie’ niet missen of ingrijpend veranderen.

Deze recente constatering bevestigt wat ik de afgelopen tien jaar ben tegengekomen. Een mengsel van geluk, tevredenheid en ongeduld met hoe de dingen gaan. Natuurlijk, het is een mooi en meestal fatsoenlijk land, we zijn er stiekem best trots op. Maar wat is er gebeurd, wat zijn we kwijtgeraakt? Hoe komt het dat onze gemeenschappelijke waarden zo ver weg lijken?

Dat was waar ik naar op zoek ging toen ik in 2006 net terug was van twaalf jaar Frankrijk en de Verenigde Staten voor deze krant. Het kabinet-Balkenende II had nog een half jaar te gaan. Ik had eerder getracht te beschrijven hoe dit land zichzelf bestuurt, als politiek redacteur in de jaren ’80 en columnist in de jaren ’90. Nu was het anders.

Zo werd ik correspondent in eigen land. Het zou nooit helemaal wennen. Om te beginnen klonk alles anders, na Paars, na Fortuyn. De mensen zagen er ook anders uit. De das was bijna verdwenen uit het openbaar bestuur. Maar het leek of er ook iets anders was afgelegd. Democratische politiek zelf? Spelregels die ooit vanzelfsprekend waren? Managers met lichtbruine puntschoenen hadden Den Haag overgenomen. Staatsrecht was vervangen door Bestuurskunde.

Eén ding was hetzelfde: het min of meer democratisch gekozen bestuur van dit land liet zich nog steeds leiden door het onvermijdelijke. Vooraanstaande politici vermeden grote visies. Niemand greep de verantwoordelijkheid of eiste de eer. Compromissen werden niet benoemd. Of het beleid goed of slecht uitpakte, niemand had het gedaan. Vandaar mijn boek Niemand Regeert (2009).

Al snel kwam ik er achter dat het thema van de terugtredende overheid bijna alles in een nieuw daglicht had gezet. De notie dat er te veel overheid was, gaf richting aan de meest uiteenlopende plannen en gesprekken. Dit was het licht over de horizon. Zelden werd uitgelegd waar die omvang aan werd afgemeten. Laat staan dat duidelijk was wat de taken van die overheid moesten zijn – wel een handig gegeven als je wilt vaststellen wat groot genoeg is.

Bij mijn verkenning van de democratische praktijk in Nederland ben ik vier elementen tegengekomen die kenmerkend zijn voor hoe Den Haag functioneert. Dat zijn: de kijk op de overheid als bedrijf, een afkeer van tegenmacht, een voorkeur voor oplossingen die de markt als model gebruiken en een wrevelig debat over de kwaliteit van onze democratie en politieke besluitvorming.

Ik zal ze uitwerken en vertellen hoe ik ze de afgelopen jaren journalistiek heb onderzocht. Lezers die om oplossingen vroegen, heb ik meestal met een uitnodiging geantwoord. Over oplossingen kunnen we pas nadenken als we zien wat er aan de hand is. Doe mee, laten we de huidige werkelijkheid zo goed mogelijk beschrijven.

Dat leverde een aanhoudende stroom berichten van lezers op, sommigen professioneel op de hoogte van de werkelijkheid die Den Haag wil boetseren, sommigen door nood deskundig geworden. Denk aan politiemensen, pgb-houders en bevlogen zorgverleners. Maar ook: (voormalige) ambtenaren die alles wisten van water, wind en spoor, automatisering of rechtspraak. Allen gedreven door het publiek belang. Voor interne afrekeningen heb ik me naar beste weten niet geleend.

Het meest hoopgevend was dat op veel plaatsen mensen gewoon begonnen zijn het anders te doen, de landelijke sturingspretenties ten spijt. Sommigen weerspraken gefundeerd de ‘feiten’. Daar houdt de Haagse machinerie niet van. Minister Plasterk is niet blij als hij straks de Big Brother Award van Bits of Freedom krijgt voor zijn poging de veiligheidsdiensten wettelijk ruime toegang tot ons persoonlijk leven te geven. Wat nou terugtredende overheid?

Buurtzorg Nederland (met zelfsturende teams wijkverpleegkundigen) is al voor de vijfde keer uitgeroepen tot beste werkgever van Nederland, maar sommige zorgverzekeraars doen nog steeds moeilijk over het vergoeden van per uur soms duurdere zorg die sneller zijn doel bereikt en dus goedkoper en doelmatiger is. Het stelsel wil flexibel en marktgericht zijn maar is meer dan eens log en gehecht aan vertrouwde, logge oplossingen.

1 Een van de leidende gedachten in het landsbestuur is het misverstand dat regeren een managementvraagstuk is.

De notie van het begrip ‘staat’ is van oudsher zwak in dit land. In Frankrijk, Groot-Brittannië en ook de Verenigde Staten is een veel sterker besef van de rol van de staat. Het is geen toeval dat men hier bij voorkeur spreekt over ‘de overheid’, een soort (te) groot, boven ons geplaatst conglomeraat dat onder controle moet worden gebracht.

Mét de bedrijfsmatige visie op de overheid groeide de depolitisering van de politiek. Losgezongen van hun eigen levensbeschouwelijke of principiële wortels zijn de grote partijen van vroeger zich gaan toeleggen op efficiency. Die benadering verkleint de verschillen tussen partijen. VVD en PvdA hebben een verwante kijk op overheidsmanagement, daarom kunnen zij nog steeds in één kabinet zitten. De rest is ideologische mascara die men elkaar gunt.

Regeerakkoorden zijn steeds meer de uitkomst van ambtelijke bezuinigingsstudies gemaakt in de aanloop naar verkiezingen. De enige opdracht die de ambtelijke werkgroepen meekrijgen is: wat moeten we doen als we X, Y of Z procent willen bezuinigen? Daar winkelen coalitiepartners dan in. De politieke strijd over maatschappijvisies is door de ambtelijke stomerij eruit gehaald. Voor de geloofwaardigheid van partijen en de begrijpelijkheid van het regeringsbeleid is het dodelijk.

2 Een groeiende afkeer bij Haagse bestuurders van tegenmacht.

Allerlei adviesraden werden afgeschaft of samengevoegd. Adviezen van de Raad van State, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Nationale Ombudsman en andere snuggere colleges worden bij voorkeur onder de mat geveegd. Het kabinet wil af van de wettelijke verplichting er op te reageren. Op inspectiediensten is fors bezuinigd; hun inspecteurs-generaal zijn lid van de ministeriële staven, hun carrièrekansen zijn nauw verweven met die van de politieke top.

Toetsing van wetten aan de Grondwet wordt afgehouden. Toetsing van wetten aan het Europese recht wordt als het aan de VVD ligt beknot. Wij, de meerderheid van de dag, weten wel wat u wilt en wat goed voor u is. De rechtspraak, in de ogen van veel burgers een van de laatste kansen op rechtsbescherming tegen de overheid, wordt via de Raad voor de rechtspraak aangestuurd als buitendienst van het Rijk. Mét alle bezuinigingen en efficiëntiemaatregelen van dien.

De rol van de Eerste Kamer staat onder druk. Wij, de meerderheid in de Tweede Kamer, hebben geen zin in tegenspraak, zeker als die zich beroept op de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van onze wetten.

3 De discussie over opzet en functioneren van onze parlementaire democratie is gebrekkig en op kortetermijnvoordelen gericht.

Zie het schoppen tegen de Eerste Kamer. Natuurlijk wordt de senaat op een achterhaalde manier gekozen. Maar zij is een nuttig tegenwicht van de waan van de dag aan de overzijde. Keer op keer zijn via Nationale Conventies en andere commissies fundamentele, vaak praktische initiatieven verzameld om een steeds beter opgeleid volk te betrekken bij de koers van het land.

De Haagse binnenwereld moet er weinig van hebben. De meeste bewoners van die planeet vertrokken vol goede bedoelingen naar Den Haag, maar eenmaal aangekomen gehoorzamen zij aan andere wetmatigheden. Dan overheersen de financiële logica, de dwingende Europese regels en het mantra van de kleinere overheid – eenzijdige leuzen waar selectief mee wordt omgegaan.

Nu is Den Haag overvallen door de asielcrisis. In de Kamer wordt het al snel pimpampetten met Wilders omdat we weinig stilstaan bij de sociale grondrechten in de Grondwet en de Europese verdragen. Wat bindt ons in dit land, wat is het waard, waar hopen we dat nieuwkomers aan meedoen? De nonchalance over de democratische rechtsstaat lijkt toegenomen.

Geen Peil heeft het ontbreken van een open discussie over de modernisering van de democratie aan de kaak gesteld met het Oekraïnereferendum. Het kan spectaculair uit de hand lopen, maar zal waarschijnlijk niet leiden tot initiatieven van de regering om fundamenteel nieuwe wegen in te slaan.

De mooiste kans daartoe is de lokale democratie. Het kabinet heeft in het regeerakkoord een massale decentralisatie verordonneerd van taken op het gebied van zorg en werk, met minder geld én zonder suggestie hoe de gemeentes dat democratisch konden bijbenen. Bij de vorming van nieuwe colleges van B&W is in allerlei gemeenten desondanks geëxperimenteerd met vernieuwende afspraken over begroting, integriteit en democratische controle. Zo groeit de lokale werkelijkheid binnen Europa, en wordt de nationale laag minder belangrijk.

4 Bij het permanent verkleinen van de overheid – wat overigens niet te merken is aan de Haagse regelzucht – is dé favoriete oplossing het op de markt plaatsen van publieke taken.

De marktparabel leeft zo sterk in Den Haag dat we die ook toepassen als het van Europa niet hoeft. De splitsing en marktachtige verzelfstandiging van de NS en ProRail levert jaar na jaar gedoe op. In menig EU-land doen ze er niet aan en rijden de treinen prima.

Geen land dat zo hardnekkig zijn energiebedrijven heeft gesplitst in productie- en leverings-bedrijven. Minister Kamp zet dat door, ook nu duidelijk is dat de producenten dan snel in handen komen (zie Nuon en Essent) van ongesplitste buitenlandse bedrijven. Ideologie in plaats van pragmatisme. Met een zwak geopolitiek besef.

De markt is voor geen enkel land een objectief ideaal. Dat blijkt nu de werkgevers willen dat de staat KLM redt. Bij ABN Amro gebeurde dat te laat; een dure misser. De NS is groter in het buitenland dan in Nederland – wat heeft de eigenaar, de Nederlandse burger daar aan? Hoe rationeel is het om hoogspanningsbedrijf Tennet met staatsmiljarden Duitse kabels te laten aanleggen? Het Kamerdebat over het nationaal economisch belang moet nog beginnen.

Mijn speurtocht heeft een dubbel beeld opgeleverd. Dat van een gesloten Haagse binnenwereld die de pretentie heeft het land en de burger als klant efficiënt te sturen, zonder te erkennen dat de burgers de opdrachtgever zijn. En een werkelijkheid waarin duizend bloemen bloeien. Samenwerking van Europese regio’s. Overal ontstaan burgerinitiatieven die meer dan een miljoen mensen bereiken, groen, sociaal, ondernemend, zorgcoöperaties, democratische experimenten, zichtbaar gemaakt op de MAEXchange van Kracht in Nederland. Machteloos geachte schoonmakers strijden met succes voor een betere CAO, politiemensen vangen voorlopig bot. Het is een actief Nederland waarin tweederde van alle huisartsen met succes ten strijde trekken tegen de regelgeverij van het zorgstelsel met al die drieletterkantoren die nergens verantwoording afleggen.

De rol van de journalistiek zoals ik die in deze rubriek heb beoefend, was erop gericht de ambities van en de werkelijkheid achter ‘Den Haag’ te achterhalen en te verhelderen. Daar hebben talloze lezers al die jaren bij geholpen. Ik was niet geïnteresseerd in partijpolitieke filters, maar naar de uitwerking van ons democratisch bedoelde bestuur in de praktijk. Want, democratische politiek bestaat bij de gratie van publieke controle. Er is regelmatig reden voor kritiek, maar vaker voor optimisme. Steeds meer Nederlanders veroveren hun leven en hun democratie terug op de politiek.