„Ik heb later wat beelden teruggezien en het zag er inderdaad mooi en ingetogen uit”, zegt Tjibbe Joustra als hij complimenten krijgt voor de presentatie van het onderzoek naar de toedracht van de crash met vlucht MH17, afgelopen dinsdag in een grote hal op vliegbasis Gilze-Rijen. Daar gaf Joustra een samenvatting van de bevindingen, voor ruim tweehonderd journalisten, tegen de achtergrond van een deel van de gereconstrueerde Boeing 777-200 van Malaysia Airlines. De Onderzoeksraad heeft lang nagedacht over hoe men die presentatie zou aanpakken, vertelt Joustra op zijn werkkamer van het kantoor in het Haagse Bezuidenhout, zoals altijd onberispelijk gekleed en trefzeker formulerend. „Het was een lastige weging. Enerzijds wilden we het wrak laten zien omdat het visuele aspect meer overtuigt dan alleen het rapport. Anderzijds wil je niet dat zoiets bij nabestaanden verkeerde gevoelens oproept. Van nabestaanden, die de afgelopen dagen de reconstructie zelf hebben kunnen zien, hebben we heel positieve reacties gekregen.”
Hebben de reacties op het rapport u verrast?
„Nee. Het enige wat mij een beetje verraste was de discussie over het afvuurgebied van de raket. We hebben er bewust voor gekozen geen geopolitieke duiding in het rapport op te nemen. Wel staat er een kaartje in waarvan ik dacht dat het duidelijk was, het sprak voor zich. Toch was het voor veel van uw collega’s een verrassing dat dit gebied, met wisselende grenzen, in handen was van de separatisten. Toen mij ernaar werd gevraagd, heb ik gezegd dat het separatistengebied was en dacht iedereen: dat is nieuws. Maar het staat gewoon in het rapport.”
Iedereen wil natuurlijk weten wie de raket heeft afgeschoten, vandaar die belangstelling voor het gebied.
„Een duiding van het gebied hoeft niet te zeggen wie het heeft gedaan.”
Was dat gebied trouwens helemaal van de separatisten? In het zuiden zat de nationale garde van Oekraïne.
Ja, daar zit één strookje. Maar dat valt net buiten het gebied. Ik zeg het uit m’n hoofd. We hebben het uitgezocht. Maar goed, ook uit de berekeningen van de Russische Federatie en de Oekraïne blijkt dat de raket ergens binnen dat grote gebied is afgevuurd.”
Was het aanwijzen van zo’n groot gebied genoeg voor u? Wilde u niet gedetailleerder weten waar de raket is afgevuurd? Er was toch een rookpluim? Er waren toch getuigenissen?
„Vanaf het begin was duidelijk wat we wilden weten over de crash. Eén: de toedracht. Twee: met welk wapen is het gebeurd. En drie: als het een raket is, wat is dan de afvuurlocatie. Maar dat alles vanuit de luchtvaart berekend. Uitgaande van de inslag in het vliegtuig, bereken je de twee uiterste hoeken van waar die raket is gedetoneerd. Daardoor krijg je een relatief groot gebied.”
Maar waarom zou je de locatie vanuit de luchtvaart berekenen als je die ook via andere methoden kunt bepalen?
„Als we verder gaan dan rekenen vanuit de luchtvaart, dan zijn we niet meer met een luchtvaartonderzoek bezig dat volgens de richtlijnen van ICAO moet worden verricht. Het onderzoek moest dat karakter houden. Dat hield de partners in het onderzoek uit andere landen bij elkaar. Als je de grenzen overschrijdt, dan kom je in een heel ander type onderzoek, wat in het strafrechtelijk circuit thuis hoort. Onderzoek aan de grond was niet onze taak.”
Heeft u informatie die op een specifieke locatie duidt?
„Vanuit ons onderzoek niet. We hebben natuurlijk foto’s gezien van allerlei plekken. Maar we hebben het niet onderzocht. Discussies over een rookpluim en getuigen die bijvoorbeeld stellig beweerden een tweede vliegtuig te hebben gezien, zijn voor ons niet zo relevant. Wij doen het vanuit de techniek. Vanuit de harde techniek trekken we onze conclusies.”
Maar u heeft toch geheime Amerikaanse satellietbeelden gezien? Waarop wellicht de exacte afvuurlocatie is te zien?
„We hebben satellietbeelden wel gebruikt. Een aantal beelden was staatsgeheim, vanuit Nederland en vanuit andere landen. Mijn collega Muller en ik hebben er kennis van kunnen nemen. We hebben de resultaten in ons onderzoek verwerkt. De inhoud maken we niet bekend.”
Een klein jaar geleden zei u dat u niet alle satellietbeelden had kunnen zien. Heeft u die beelden daarna gekregen?
„Ja, daarna hebben we presentaties gehad. Welke landen dat betreft, valt onder het staatsgeheim. De beelden waren voldoende om onze conclusies te staven.”
Heeft u verder alles kunnen gebruiken wat u wilde? De Russen hebben radargegevens gewist, schrijft u.
„De regels van de Russische Federatie schrijven voor dat ze bij incidenten, ook buiten het land, hun ruwe data moeten bewaren. In strijd met die regels hebben ze die data gewist. Maar we hebben wel de schermbeelden kunnen bestuderen. Dat was een goed bruikbaar geheel.”
Heeft u bij het vliegtuigwrak goed kunnen werken?
„In de periode van twee weken dat we de wrakstukken hebben kunnen bergen, was het gebied relatief rustig. Je wist wel dat elke dag de laatste kon zijn. Dus het was opladen en: we zien in Nederland wel verder.”
Het rapport vermeldt dat veel wrakstukken ontbraken. Wat is daarmee gebeurd?
„Driekwart van het vliegtuig was totaal verbrand. We hadden vooraf een prioriteitenlijst: wat willen we in elk geval hebben. Daarvan hebben we 60 tot 65 procent kunnen realiseren. Er waren dingen weg. In de cockpit zitten twintig zwarte kastjes en een van die kastjes, een datadrager, hebben we niet kunnen vinden. Opmerkelijk. Maar het is een buitengewoon arm gebied. Er zijn kabels ontvreemd. Bij de laatste wrakstukken die we hebben opgehaald, zat iets waarmee een boer van plan was een afdakje te bouwen.”
U denkt niet dat separatisten bewijzen hebben willen verdonkeremanen?
„Het zal misschien gebeurd zijn. Maar niet systematisch en grootschalig. Daarvoor hebben we te veel gevonden. En de lokale bevolking heeft daarbij goed geholpen.”
Gaf Nederland alle medewerking?
„Er is grondig onderzoek gedaan naar het functioneren van de veiligheidsdiensten. Daarbij was er naar mijn indruk geen enkele terughoudendheid. We hebben in Nederland volstrekt onafhankelijk kunnen werken. Er is ons niets onthouden.”
De dag van de presentatie begon voor u met kritiek uit Moskou op het rapport. Terwijl de Russen het aanvankelijk met uw bevindingen eens leken te zijn.
„Sterker nog: dat het toestel werd geraakt door een raketkop van het type 9N314M, kwam uit hun presentatie. Wij waren in die periode nog niet zo ver. Zij waren een stapje verder. Ze hebben er een keurige presentatie over gegeven. Die staat nog wel ergens op internet. We hebben een tijd heel constructief met de Russische experts samengewerkt. In mei is er ineens een omslagpunt gekomen. Ik ga ervan uit dat toen andere mensen meekeken.”
Werden ze teruggefloten door Russische bestuurders?
„Dat is de indruk die je krijgt. In vergadering twee geeft iemand een presentatie waarvan iedereen zegt: helder. En in vergadering drie zegt diezelfde vertegenwoordiger: jullie hebben het verkeerd begrepen, het is ‘een mogelijkheid’. Dat was steeds de vertegenwoordiger van de fabriek van Boek-systemen. Hij zei dat we het moesten zien als een ‘voorbeeld’. Waarvan weet ik niet. Dat was een vrij verrassend momentje in de vergadering.”
De Russen verwijten u dat u alleen berekeningen heeft gemaakt, en geen tests heeft gedaan, zoals zij.
„We hebben berekeningen gemaakt. En tests? Helaas hoefden we niet te testen, want in Gilze-Rijen staan de droevige overblijfselen van de ramp. Je hoeft geen groot geleerde te zijn om alle inslaggaten te zien. Daar kun je veel uit afleiden. Je kunt vrij makkelijk zien, met een hoogwerker en een laserlampje, waar het detonatiepunt is geweest. In Rusland hebben ze een aantal statische experimenten gedaan. Op de grond. Ja, het zal wel. Volgens de regels van het internationaal onderzoek hadden wij daarvoor uitgenodigd moeten worden. Maar we wisten het niet.”
De Russen zeggen dat de raket vanuit een heel ander gebied moet zijn afgevuurd, toch?
„Dat is later gebeurd. De Russen hebben in een officiële brief commentaar gegeven en dat hebben wij in het rapport opgenomen. Later zijn er weer andere filosofieën gekomen over wat er gebeurd zou zijn. Het is niet gemakkelijk om te doorgronden wat er volgens de Russische Federatie dan wel is gebeurd.”
U bent zeker van uw zaak. Over het type raketkop. Dat die vier meter linksboven de cockpit is gedetoneerd.
„Onze informatie over de raketkop is in extenso gedeeld in de vergaderingen van de geaccrediteerde onderzoekers. De raketkop heeft ongeveer achtduizend deeltjes. Daarvan zijn er ruim achthonderd ingeslagen. We hebben twee vlindervormige deeltjes gevonden. Dat is veel, want normaliter versplinteren die dingen bijna helemaal. Maar de lichamen van de cockpitbemanning, waarin we ze hebben gevonden, hebben als een soort buffer gefungeerd. Er is goed onderzoek verricht. Wij hebben er geen twijfel over. We hebben in de bijlage de commentaren vermeld. Opmerkingen van andere landen dan Oekraïne en de Russische Federatie zult u daar nauwelijks aantreffen. We zijn niet over één nacht ijs gegaan. We denken dat het rapport consistent en verantwoord is, en helder in z’n conclusies.”
Hoe nu verder?
„Omdat er een vermoeden van een zwaar strafbaar feit is, hebben we onze informatie overgedragen aan het strafrechtelijk onderzoeksteam. Dat mag onze informatie gebruiken bij de rechter.”
Worden de daders gepakt? Komt de waarheid aan het licht?
„Ik denk dat het strafrechtelijk onderzoek nog veel voortgang kan boeken. Ik denk dat duidelijk zal worden wie verantwoordelijk zijn geweest. Mensen de gevangenis inkrijgen, zal niet eenvoudig zijn. Ze worden niet uitgeleverd. Maar ik ben ervan overtuigd dat de feiten nog veel duidelijker kunnen worden.”
Dat zegt u omdat u meer weet dan in het rapport is opgeschreven?
„Ik zeg het omdat ik het verwacht.”