‘Hoe vaak doe jij het?” Ik was dertien jaar oud en luisterde de jongens achter in de klas af. De jongen met oranje spikes haalde zijn schouders op. „’s Ochtends en ’s avonds. Hoezo zou ik me daarvoor schamen?” Eén voor één vertelden ze elkaar hoe vaak ze masturbeerden. „En jij?” hoorde ik plotseling – ze keken allemaal mijn kant op. „Nee, man”, lachte er een, „meisjes doen dat niet.”
Ik draaide me terug naar de leraar, wetende dat ik die middag met licht gespreide benen in mijn bed zou liggen.
Zo trok mijn middelbare schooltijd aan me voorbij, jaren waarin ik een uur per dag aan iets besteedde wat ik aan niemand vertelde. Het voelde immers als iets wat ik niet mocht doen. Naarmate ik ouder werd verdween de aandrang niet. Mijn eerste vriendje zei na een paar maanden: „Het lijkt wel of jij meer zin hebt in seks dan ik.” Hij zei het alsof het iets vreemds was; dat een meisje meer zin had dan een jongen, dat was gek. Een scharrel zei me eens dat hij het niet aantrekkelijk vond als ik te graag wilde. Moest ik me inhouden? Was mijn libido inderdaad uitzinnig hoog, of dat van de jongen gewoon uitzonderlijk laag?
17 oktober verschijnt op de Amerikaanse markt een libidoverhogende pil voor vrouwen. De producent speelt in op de veronderstelling dat vrouwen minder graag seks willen dan mannen. Maar moeten we niet eerst wat beter naar onszelf kijken voordat we een probleem oplossen met een pil?
De vrouwelijke penis
Er is nog zoveel onduidelijk over het vrouwelijk geslachtsorgaan. Helen O’Connell onderzocht pas in 1998 als eerste de gehele anatomie van de clitoris. Nog maar zeventien jaar lang weten we dat de clitoris onderhuids groter is dan een penis, en vol met rijke zenuweinden. Ik herinner me dat ik als meisje naakt voor de spiegel stond, nadat ik niet mee mocht voetballen met de jongens omdat ik een meisje was, en dat ik wenste dat ik een piemel had. Dankzij O’Connell weet ik dat ik er al die tijd al een had, het stemt me met terugwerkende kracht verheugd.
De Amerikaanse schrijver Daniel Bergner verzamelt dit soort onderzoeken in zijn boek Wat vrouwen willen. Hij vecht tegen de heersende moraal dat vrouwen, omdat ze nu eenmaal een beperkte voorraad eitjes hebben, maar beter voor een stabiel gezinsleven kunnen kiezen. Jeroen Pauw kan op televisie zeggen dat hij met 200 vrouwen het bed heeft gedeeld zonder over te komen als een nymfomaan – die term wordt alleen voor vrouwen gebruikt. Eva Jinek denkt wel een paar keer goed na voordat ze zoiets op televisie zegt, ze zou meteen uitgemaakt worden voor slet. Ook voor dat woord bestaat vreemd genoeg geen mannelijk equivalent. Een ‘Don Juan’ of player genoemd worden is een compliment.
Dat de verhouding tussen mannen en vrouwen op seksueel vlak niet gelijk is, zie je terug in onze taal, al zit het in de details. Deze zomer was ik in Parijs bij een onderhoudende lezing van David Van Reybrouck. Ik zoom in op een zijspoor dat hij nam. Hij vertelde over een paar meisjes die hem na een lezing amicaal hadden aangesproken. „De meisjes noemden zichzelf chickies”, zei Van Reybrouck, daarna liet hij een stilte vallen. Er werd hartelijk gelachen in de zaal. Ik keek rond, iedereen leek meteen te begrijpen wat hij bedoelde: de meisjes stellen zich gewillig op en dat is niet oké, maar wel leuk voor de betreffende man. Het idee dat een vrouw zich niet promiscue mag gedragen zit zo diep in onze maatschappij verankerd, dat we de aanname niet eens hoeven uit te spreken om die te begrijpen. Dat de man daarvan mag profiteren, spreekt ook voor zich. En zo zijn seksuele patronen, net als elk gedrag, voor een groot deel bepaald door de cultuur waarin iemand leeft.
Door bewuste of onbewuste uitingen over vrouwen die open en expliciet zijn over hun lusten, kreeg ik het idee dat ik mijn seksualiteit moest verbergen. Pas toen ik een jaar of twintig was, kwam ik erachter dat heel veel vriendinnen net als ik masturberen. Een vriendin vertelde me dat ze bang was dat YouPorn haar meest bezochte site aller tijden zou worden. Ik wist niet of ik eerst moest lachen, of haar moest vertellen hoe ze haar geschiedenis moest wissen. Na een recent rondje e-mailen met vriendinnen bleek dat de meesten uit mijn vriendengroep zichzelf een 7,5 of hoger gaven voor hun libido. Sommigen zeiden zelfs dat het soms kon oplopen tot 9,5. Monogaam of single, dat maakte weinig verschil.
Libidovooroordelen
Moeten we ons wel blindstaren op het libido van de vrouw? Moeten we niet juist een ander beeld van het libido van de man scheppen? In al mijn relaties en vergeleken met al mijn scharrels heb ik altijd meer zin in seks gehad dan de ander. Dat is op zichzelf niet zo bijzonder, mijn reactie die daarop volgt wel. Gelijk werd duidelijk wat mijn eigen ideeën en vooroordelen over seks zijn. Ik herinner me dat ik stilletjes huilde toen mijn vorige vriendje een avond geen seks wilde, ook al sliepen we wel bij elkaar. Ik kon haast niet anders dan geloven dat dit het begin van het einde betekende. De relatie groeide, er kwamen meer nachten waarop we geen seks hadden en soms hielden we het zelfs een week of twee droog. Ik lag avonden naast mijn vriendje te trappelen met mijn voeten, probeerde hem tevergeefs op te geilen en overwoog om het in mijn eentje te doen. Soms dacht ik aan alle andere mensen die net als ik niets kregen, gefrustreerd en alleen in een bed naast een ander. Ik besloot mijn verwachtingen te temperen. En al snel volgde mijn libido als vanzelf. Voor mij leek te gelden: hoe minder seks ik kreeg, hoe minder seks ik wilde. Mijn libido zwakte af door wat er van me verlangd werd.
Nadat de relatie was verbroken, geloofde ik een tijd lang dat het een oplossing was om me als heteroseksuele vrouw juist mannelijk te gedragen. Ik kroop bovenop een jongen en nadat ik klaar was gekomen, fietste ik terug naar het café waar ik net vandaan was gekomen. Ik veronderstelde dat de jongen opgelucht was dat ik direct na de seks was verdwenen, later kwam ik erachter dat hij zich enorm gekwetst had gevoeld.
Mannelijke seksualiteit lijdt net zo goed als vrouwelijke seksualiteit aan vooroordelen. Door de jarenlange aanname dat mannen alleen uit zijn op seks en vrouwen alleen uit zijn op een partner, dacht ik dat ik de jongen een plezier deed door de boel om te keren. Niets was minder waar.
Lustpil leidt tot nymfomanenvrees
Wanneer een man geen zin in seks heeft, dan mankeert hem iets – zo zijn we geneigd te denken. En wie wat mankeert, heeft een medicijn nodig. Die gedachte zal tot de introductie van Viagra hebben geleid. Nu, zeventien jaar nadat de lustpil voor mannen op de markt kwam, volgt de vrouwelijke variant. De pil, Addyi genaamd, is goedgekeurd door de FDA voor pre-menopauze vrouwen met ‘hypoactive sexual desire disorder’, omschreven als gebrek aan lust dat zorgt voor emotionele stress. Ongeveer 5,7 procent van de Amerikaanse vrouwen zou aan deze stoornis leiden. Afgezien van de bijwerkingen (onder andere flauwvallen, lage bloeddruk) stuit de toetreding van de pil tot de medische markt op verzet, maar op een andere manier dan je wellicht zou verwachten. Andrew Goldstein, die de studie naar de nieuwe pil begeleidde, zei dat in gesprekken met experts de vraag rees of we vrouwen met deze pil niet lieten veranderen in nymfomanen.
De vooroordelen over het mannelijke en vrouwelijke libido zijn er dus zelfs bij wetenschappelijke onderzoekers. De libidopil is symptoombestrijding zolang het idee over vrouwelijke én mannelijke seksualiteit niet verandert. De Addyi dient de echtelijke trouw. Terwijl het toch voor de hand ligt dat mannen en vrouwen allebei weleens hoofdpijn kunnen hebben en allebei weleens vlinders in hun buik. Een vrouw moet een Donna Giovanna kunnen zijn en een man moet zich mogen omdraaien in bed. De klasgenootjes die pochten met hun masturbatie, kregen misschien wel minder klaar dan de zwijgende meisjes.