Kort nadat het Russische parlement toestemming gaf voor bombardementen op buitenlands grondgebied, hebben Russische gevechtsvliegtuigen luchtaanvallen boven Syrië uitgevoerd. De vraag is alleen wie de Russen precies bombarderen. Het Kremlin zegt dat terreurgroep Islamitische Staat (IS) het doelwit is, maar de Verenigde Staten, Frankrijk, lokale bevolking en rebellen bestrijden dit.
De Russische luchtaanvallen vonden plaats in het gebied rond de stad Homs. Volgens de lokale bevolking en lokale rebellengroepen daar zou echter geen gedeelte van Homs zijn geraakt dat in handen is van IS, maar juist gebied dat in handen is van het Vrije Syrische Leger, een verzamelnaam van rebellen die tegen president Bashar al-Assad strijden.
Het hoofd van de Syrische Nationale Coalitie (SNC), een oppositiegroep die door het Westen wordt gesteund, meldde dat er bij de luchtaanvallen zeker 36 burgers om het leven zijn gekomen. Op Twitter schrijft de oppositieleider dat “alle Russische bombardementen van vandaag waren gericht op burgers”, aldus persbureau Reuters.
Kort na de bombardementen stelde een anonieme Franse diplomaat ook dat Rusland Syrische oppositiegroepen bombardeert en niet terreurgroep IS. Volgens Jean-Yves Le Drian, de Franse minister van Defensie, is het inderdaad waar wat zijn landgenoot zegt:
“De luchtaanvallen die Rusland heeft uitgevoerd, zijn niet op IS gericht, maar op de Syrische oppositiegroepen.”
Ook NAVO-chef Jens Stoltenberg uitte zijn bezorgdheid over berichten dat de Russische luchtaanvallen in Syrië niet op doelen van Islamitische Staat waren gericht. Stoltenberg voegde daaraan toe dat hij vooral bezorgd is omdat Rusland zijn aanvallen niet heeft afgestemd met die van de westerse coalitie die door de Verenigde Staten wordt geleid.
‘Rusland gooit olie op het vuur’
Het Russische ministerie van Defensie houdt vol dat er twintig IS-doelen zijn geraakt op acht plekken in een bergachtig gebied. De Verenigde Staten uiten hun twijfels over de doelen, zo schrijft persbureau Reuters. Het bergachtige gebied waar de aanvallen plaatsvonden, is volgens de Amerikanen geen plek waar IS-extremisten zich ophouden.
De woordvoerder van het Witte Huis Josh Earnest, heeft laten weten dat Amerikaanse militairen contact hebben gehad met hun Russische collega’s en het nog “te vroeg is om conclusies te trekken”. Volgens Amerikaanse minister van Defensie Ash Carter zullen de vertegenwoordigers van de Verenigde Staten en Rusland elkaar binnen enkele dagen treffen. Hij hield vol dat de Russische aanvallen in Syrië hadden plaatsgevonden in gebieden waar zich “waarschijnlijk” geen eenheden van Islamitische Staat bevinden:
“Rusland gooit juist olie op het vuur door te zeggen de strijd met IS aan te binden en tegelijk de Syrische president al-Assad te steunen.”
Volgens het Russische persbureau ITAR-TASS zijn dit beelden van de bombardementen van vanmiddag:
Rusland speelt blufpoker
NRC-buitenlandredacteur Toon Beemsterboer zegt het volgende over de bombardementen van Rusland in Syrië:
“Het is een staaltje Russisch blufpoker, die kan leiden tot een escalatie van het conflict, groeiende Arabische steun aan Syrische rebellen en een confrontatie met de internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten die ook luchtaanvallen uitvoert boven Syrië.”
Bij het uitvoeren van de luchtaanvallen verzochten de Russen de Amerikanen het Syrische luchtruim onmiddellijk te verlaten. Dat verzoek, zo liet het Pentagon weten, hadden de Amerikanen verontwaardigd naast zich neergelegd.
Amerikaanse functionarissen zeiden tegen The New York Times dat de Russen geen specifieke informatie over de missie hadden gegeven, of andere stappen had genomen om te ‘deëscaleren’ – een militaire term voor het voorkomen van ongelukken – met de Amerikaanse luchtmacht in de regio.
Persbureau AFP meldt dat het volgens Frankrijk gevaarlijke situaties op kan gaan leveren als de twee landen hun luchtaanvallen niet op elkaar afstemmen. Officieel heeft Rusland zich verplicht alle informatie over luchtaanvallen op Syrische doelen te delen met de Verenigde Staten.
Hoe ver is Rusland bereid te gaan in Syrië?
Op de vraag over hoe ver Rusland bereid is te gaan in Syrië, zeggen Toon Beemsterboer en NRC-correspondent Steven Derix in Moskou het volgende:
“In de afgelopen weken hebben de Russische staatsmedia de bevolking langzaam rijp gemaakt voor militair ingrijpen. Maar een meerderheid van de bevolking lijkt weinig te voelen voor een oorlog in het Midden-Oosten. Uit een recent onderzoek van het Russische Levada Centrum bleek dat slechts 14 procent van de ondervraagden voor militair ingrijpen in Syrië is, 69 procent is tegen.”