Husam (30), een ingenieur uit het Irakese Mosul, zit uitgeput onder een metalen afdak bij een grenspost in Nickelsdorf, aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. Zijn Syrische reisgezellen eten gulzig brood en rijst uit plastic bordjes. Even verderop rusten honderden mensen uit in tentjes of gewoon op de met vuilnis bezaaide betonnen grond. Iedereen pakt zich in met jassen, dekens en sjaals. Eindelijk hebben ze de chaos achter zich gelaten die het afgelopen weekeinde heerste langs uiteenlopende grenzen in de regio.
„De Kroaten leverden ons met een bus af aan de Hongaarse grens”, zegt Husam. „Daarna bracht een Hongaarse trein ons tot op enkele kilometers hiervandaan. Vandaar zijn we komen wandelen.” Nergens werd hij om vingerafdrukken gevraagd.
Ook de Oostenrijkers zullen dat niet doen met de meer dan 20.000 migranten die dit weekend de Hongaars-Oostenrijkse grens overstaken in de Oostenrijkse provincie Burgenland, zegt politiewoordvoerder Gerald Pangl: „Tenzij ze de wens uitspreken in Oostenrijk asiel aan te vragen. Humanitaire overwegingen gaan voor.” Terwijl militairen met mondkapjes groepjes migranten van elkaar scheiden om hen naar de af en aan rijdende bussen te begeleiden, verdringen taxichauffeurs elkaar bij het afdak: wie geld heeft en niet wil wachten, kan ook met de Jaguar of Mercedes naar Wenen.
Vechten om een plek in de trein
Van het Oostenrijkse Nickelsdorf tot het Kroatische Tovarnik, waar migranten elkaar bevochten voor een plek in volgepropte treinen, werden Europese asielregels het afgelopen weekend herleid tot theorie. In de aanloop naar een extra top van de Europese regeringsleiders woensdagavond, proberen de regeringen in de regio de verantwoordelijkheid voor migranten af te schuiven neer elkaar en naar West-Europa.
Nadat Hongarije vorige week zijn grens met Servië vergrendelde, verklaarde de Kroatische premier Zoran Milanovic dat zijn land „compleet voorbereid” was om migranten een veilige doorgang te verlenen. Nog geen twee dagen later gooide hij alweer zeven van de acht grensovergangen met Servië dicht. Om vervolgens migranten per bus of trein te droppen aan uiteenlopende grensovergangen met Slovenië en Hongarije.
De Hongaren lieten prompt prikkeldraad uitrollen en palen in de grond slaan voor een nieuwe afrastering langs de grens met Kroatië. De regering in Boedapest, die hen eerst trachtte af te schrikken met het waterkanon, scheermesdraad, en gevangenisstraffen, zag zich genoodzaakt ze binnen te laten, maar sluisde ze zelf door richting Oostenrijk.
In thermale folie gewikkeld
Een ander Kroatisch buurland, Slovenië, trachtte zich wel aan de regels te houden en iedereen te registreren. Gevolg was dat vanaf vrijdagavond honderden mensen strandden bij Obrezje, een grenspost met Kroatië langs de snelweg naar Zagreb. Kinderen, in dekens of goudkleurige thermale folie gewikkeld, liggen op de borst van hun snurkende ouders. Overal hangt de geur van ongewassen lichamen.
„We hebben zowat in alle omstandigheden geslapen”, zegt Mohammed (22) met een flauwe lach. De Syrische student fysiotherapie uit de stad Hama is met drie vrienden onderweg naar Berlijn en houdt zijn familienaam liever geheim. „Elke grens sloot zich net toen wij er aankwamen.”
In Obrezje valt het nog mee. Enkele kilometers verder, in het dorpje Rigonce, heeft de oproerpolitie een groepje vluchtelingen en activisten op een brug over het grensriviertje Sotla, teruggedreven met traangas.
De aanpak om vluchtelingen door te sluizen was volgens de Sloveense premier Miro Cerar een „complete ramp”. Maar, oppert hij, indien de aantallen blijven oplopen, zou er wel een ‘corridor’ richting Noord- en West-Europa moeten komen.
„Bij het bedenken van een verdeelsleutel moeten we ook rekening houden met het feit dat veel mensen niet naar Oost-Europa willen”, zei PvdA-Europarlementariër Kati Piri, gisterenavond aan de Hongaars-Kroatische grens. „Anders zullen ze toch illegaal naar West-Europa blijven reizen.”